Vandaag met Koningsdag werd ik getriggerd door een Twitter bericht van Corine van Dijk (van Omroep Gelderland). Zij vertelde dat ze voor haar vader, bij de slager in Tilburg, zure zult kocht. Soms komen er bij het lezen van een woord oude herinneringen boven. Mijn oma was heel erg Koningsgezind en ze had enorme plakboeken vol met foto’s en geschreven teksten van het koningshuis.
Op de één of andere manier deed ze me altijd denken aan Koningin Juliana. Koningin Juliana heb ik overigens later nog mogen spreken toen ik Voorzitter bij de Gehandicaptenraad werd en zij afscheid kwam nemen van mijn voorganger Ab Friedhoff. Wat zou oma trots zijn geweest!
Feest
Voor mij was het altijd een feest om naar mijn oma te gaan. Ze woonde op een klein boerderijtje in Babyloniënbroek. Als ik door mijn ouders door het grind was geduwd harkte mijn opa, waar ik naar vernoemd was, het grind achter me weer keurig glad. Mijn opa was jager en ze hadden een grote tuin waar groente verbouwd werd. Ik kan me nog goed herinneren dat we na de jacht mee mochten helpen om de eenden en fazanten te plukken. Gezamenlijk plukkend rondom de grote wasteil waar alle veren in gingen. De hazen en konijnen hingen aan de waslijn buiten om te besterven voordat ze werden ingemaakt in weckpotten. Mijn oma had een keldertje waar al die weckpotten werden neergezet om later te nuttigen. We kregen daar beschuit met bramensap, zure zult, bloed worst met appel en meer van dat soort zaken bij. Natuurlijk stond er vaak wild op het menu en groente uit eigen tuin. Omdat het moeilijk was om in de rolstoel buiten te spelen kreeg ik altijd klusjes om te doen. Ik heb daar heel wat koper gepoetst; van oud koperen kogels uit de tweede wereldoorlog tot een asbak. Natuurlijk mocht ik ook helpen met het doppen van de boontjes, aardbeien in bakjes doen en meer van dat soort klusjes.
Ziekenhuis
In die periode brak ik heel vaak mijn armen en benen door mijn aangeboren Osteogenesis Imperfecta (inmiddels staat de teller op 50). Mijn oma kwam dan op bezoek in het ziekenhuis met het zogenaamde ’troosteten’. Iedere keer nam ze iets lekkers voor me mee. Ik kan me nog goed herinneren dat ze een keer binnen kwam met onder haar jas een weckpot met een eend erin. Ze fluisterde me toe dat ik de weckpot moest verstoppen onder de dekenboog die mijn gebroken been moest beschermen. Het ziekenhuis eten was in die tijd niet om over naar huis te schrijven. Mijn opa bracht daarin tegen jarenlang de Donald Duck voor me mee.
Toen ik eind jaren 60 bijna negen maanden in het ziekenhuis lag heeft oma een bericht in de Donald Duck geplaatst. In het bericht stond dat ik lange tijd in het ziekenhuis lag en dat ik heel blij zou zijn met een kaartje, speltjes, sleutelhangers, suikerzakjes, sigarenbandjes en suikerzakjes. Nou… dat heb ik geweten! Uiteindelijk is zij de aanstichtster geweest van mijn verzamelaars woede; iets waar mijn vrouw en kinderen haar nog dankbaar voor zijn!?
Als herinnering aan deze tijd heb ik op mijn treintafel dit model staan van het huis en tuinpad van mijn opa en oma. Zoals Corine al zei: om Boudewijn de Groot te citeren: “Dat zijn je mooie jeugdherinneringen, die neem je mee zolang je leeft”.
Mooi weer Jan!
Overigens zit ik hier wel te watertanden van al dat lekkers. Ik krijg soms via familie in Zwitserland een blikje “confit de canard” (“eend uit blik” dus, op zijn Nederlands) en ik hoef jou waarschijnlijk niet uit te leggen dat het vet altijd bewaard wordt om aardappeltjes in te bakken. Bloedworst zie ik zelden meer maar ik was en ben er gek op! En zure zult…jammie!
Typ foutje inge inmiddels verbeterd mijn dank.
Prachtig verhaal. Ik zie het zo voor me!