Uit mijn aanstaande boek “Troost Over Leven”
Dinsdag, 14 juli 1992. Deel 1/8
Het is drie uur ’s nachts. Na maanden van voorbereiding is het zover. Na een onrustige nacht, voelde de wekker als een bevrijding. Eindelijk hoefde ik er niet meer tegen op te zien, want nu is er geen weg meer terug. Paula (mijn vrouw/vriendin) stond al vast op, om koffie te zetten. Rob Vullings, mijn collega die ’s nachts bij ons geslapen had, was al wakker en liep slaperig door de gang. Rond half vier ging voor het eerst de bel van de voordeur. Vlak na elkaar kwamen Bert Dik (collega) en Gerard Mesterom (onze Russische tolk) binnen, om na de koffie richting Rusland af te reizen want daar begint onze expeditie naar Pskov.
Wat er aan vooraf ging!
Om het voor de lezer wat eenvoudiger te maken zal ik iets over de voorgeschiedenis vertellen. Rob Vullings en ik werken al sinds 1976 voor de Werkgroep Integratie Gehandicapten in Nijmegen. Een aantal jaren geleden is onze Werkgroep op het idee gekomen om contacten te leggen met gehandicapten in Rusland. De Gemeente Nijmegen heeft al jaren een stedenband met de zusterstad PSKOV, 300 km van Sint-Petersburg (Leningrad). Zoals de lezers van dit boek ongetwijfeld weten, werden de Paralympics in Rusland (1981) niet door hen georganiseerd is. De reden was dat Rusland geen mensen met een handicap had. Omdat wij dat niet konden geloven, dat dit werkelijk zo was, hebben we contact gezocht met de Gemeente Nijmegen. Die stonden achter ons idee om contact te zoeken met mensen met een handicap in Pskov en zegde al hun medewerking toe. Ben meteen lid geworden van de Stedenband Nijmegen-PSKOV om zoveel mogelijk over PSKOV te weten te komen.
De officiële verzoeken om in contact te komen met een gehandicapten organisatie aan het gemeentebestuur van PSKOV leverden niets op. Zou het dan toch waar zijn, dat er geen gehandicapten in Rusland zijn?
Nee, drie jaar na ons eerste verzoek kwam één van de mensen van de stedenband terug met een brief uit Pskov en toen ging het allemaal snel. Binnen het jaar was een delegatie van de Dovenbond en de Algemene Gehandicapten Organisatie bij ons een week te gast.
Eigenlijk was het de bedoeling dat ze een aantal maanden eerder zouden komen. Maar toen Rob en ik ze wilde halen op Schiphol, waren de Russen er niet. Dit keer liep het allemaal op rolletjes ( Nou……. dat vertel ik nog wel eens).
Naar aanleiding van dit bezoek gaan we nu een tegenbezoek brengen. De lange weg van communicatie zal ik u maar besparen. Want tot voor een maand terug kon er alleen maar gecommuniceerd worden via een telex van het ene naar het andere gemeentehuis. Brieven komen niet aan of met enorme vertraging. Toen eindelijk de officiële uitnodiging kwam van het Stadsbestuur (deze heb je nodig anders krijg je geen visum) werd mij geadviseerd om niet te komen, omdat ik rolstoelgebruiker ben en er niets toegankelijk was. Bij mij werkt het dan zo, dat ik juist wel ga! Al hoewel ik toch wel schrok en enigszins aarzelde. Met mijn Osteogenesis Imperfecta (broze botten) breek ik snel iets, als ik val. Met de beelden in mijn achterhoofd van de gezondheidszorg in Rusland moest ik wel wat overwinnen! Maar ja, als je niets waagt, kom je nergens!
Op reis
Na deze beknopte voorgeschiedenis gaan we verder met onze belevenissen. Nadat iedereen koffie had gedronken bij mij thuis, ging om vier uur de bel, de chauffeur van Schipholservice die met zijn bus klaar stond, om ons en nog enkele andere naar Schiphol te brengen. Na in de bus te zijn gehesen door Rob, want het busje was niet geschikt voor rolstoelen, kwamen we na een voorspoedige rit om zes uur in de ochtend op Schiphol aan.
Daar stonden Kyra en Ole Wüdich al op ons te wachten. Ole hadden we gevraagd om mee te gaan want hij kon ons behulpzaam zijn bij advisering van rolstoelen en andere aanpassingen voor mensen met een handicap in PSKOV. Kyra zijn dochter, stewardess bij de KLM, zal ons behulpzaam zijn bij de verslaglegging van ons bezoek. Na ons te hebben aangemeld bij de incheckbalie werd ik overgezet in een wel zeer antieke rolstoel met vier kleine wieltjes. Na het inchecken heb ik afscheid genomen van mijn eigen vierwieler waar ik mezelf mee kan verplaatsen.
Zeer snel werd ik door de medewerkster van de KLM samen met de rest van de delegatie door de douane geloodst. Toen gaf de “bestuurder van mijn vehikel” aan dat zij mij even meenam, om te controleren of er wel hulp georganiseerd was die mij aan boord van het vliegtuig moesten helpen. Volgens de computer was alles geregeld tot aan Sint-Petersburg en hoe het in Sint-Petersburg moest?, dat wisten zij ook niet! Want daar gaan bijna nooit mensen in een rolstoel naar toe. Na de nodige WODKA te hebben gekocht bij de belastingvrije winkel, zijn we naar de gate gegaan waar onze Boeing 737 al klaar stond. Normaal ga je als rolstoelgebruiker altijd als eerste het vliegtuig in maar door de zenuwen was ik al wel drie keer naar het aangepaste toilet gebracht.
Want het zal ongetwijfeld het laatste aangepaste toilet zijn in de komende week. Maar niet getreurd, ik heb samen met iemand van de KLM zitten wachten bij de slurf tot iedereen in het vliegtuig zat. Toen werd ik nogmaals in een andere rolstoel gezet. Hier zaten niet alleen geen grote wielen onder maar hij was ook nog 2 keer zo smal, maar de prima behandeling van het personeel maakte veel goed.
Na keurig op mijn plaats te zijn getild, had ik even de tijd om me te realiseren dat ik het vreselijk vond om te vliegen. U denkt nu natuurlijk dat ik vliegangst heb. Nee hoor , ik heb het ook, als ik door iemand anders in mijn rolstoel geduwd wordt. Eigenlijk had ik eerst mijn vliegbrevet willen halen. Maar veel tijd om hier over in te zitten had ik niet, want het vliegtuig begon al te taxiën en steeg op.
Na twee uur te hebben gevlogen en de nodige drankjes en koffie tot mij genomen te hebben moest ik, waar ik al bang voor was, naar het toilet. Helaas is dat kleine rolstoeltje op Schiphol achter gebleven. Na overleg met Rob en de stewardess mag ik gebruik maken van het toilet van Business class, dat is een stuk dichterbij. Gelukkig kan ik nog wel wat lopen, als ik iemand bij zijn armen vast kan houden. Maar dat vliegtuig was toch niet zo rustig als het looprek waarin ik vroeger in heb leren lopen. Zowaar een kleine bergexpeditie, want het vliegtuig ging met de neus omhoog.
Het is nu 10.30 uur en we zijn net geland in Helsinki. We blijven drie kwartier aan de grond. Kyra heeft geïnformeerd of in Sint-Petersburg alles is geregeld. Natuurlijk, de KLM regelt alles. Om 14.00 uur (plaatselijke tijd) landen we op het vliegveld van Sint-Petersburg. Met ongeloof kijken we door de raampjes van het vliegtuig. De landingsbaan en het vliegveld zien eruit , alsof het net gebombardeerd is. Na een eindeloze tijd taxiën komt het vliegtuig uiteindelijk tot stilstand. Alle passagiers stappen via de vliegtuigtrap uit waar een oude stadsbus hun naar de aankomsthal rijdt. Kyra, Gerard, Bert en Ole zijn inmiddels ook met de bus vertrokken.
Rob, vijf stewardessen, de piloten en ik bleven alleen achter. De spanning nam toe, op wat er komen zou. Ook het personeel wist niet wat er nu zou gebeuren en het werd steeds warmer in het vliegtuig nu de airco uit stond en de zon op het vliegtuig bakte. Na een kwartier kwamen er twee grote Russische medewerkers aanlopen. Ze maakten duidelijk met handen en voeten dat ik de vliegtuigtrap afgedragen moest worden, want er was geen carrier of andere mogelijkheid. Uiteindelijk werd besloten om mijn rolstoel uit het laadruim te halen en mij met rolstoel en al de trappen af te dragen. Dit laatste was wel zo veilig want leg maar eens uit dat ik heel breekbaar ben aan de Russen . Om nu mijn reis al te beëindigen, voor mijn wielen de Russische bodem geraakt hadden, sprak me ook niet zo aan.Zo gezegd, zo gedaan, binnen drie minuten was ik beneden.
Over de startbaan
Rob en ik werden meegenomen door een Russin in militair uniform. Met haar moesten we dwars over de landingsbaan naar het hoofdgebouw. In de verte zagen we de bus staan waar de rest van de delegatie in was meegenomen. Halverwege werd haar taak overgenomen door een soldaat die ons naar de achterkant van de vertrekhal bracht. Via een klein trapje kwamen we uit bij de douane. Het tweede trapje van vandaag, er zouden er nog heel veel volgen. Rob helpt me behendig op de achterwielen de trap op.
De douane
Door een smal gangetje, aan de spinnen te zien, was dit geen veel gebruikte ingang , kwamen we uiteindelijk bij de douane aan. De man die de paspoorten controleerde zat op een enorme verhoging en ik kon alleen maar zijn hand zien met mijn paspoort. Hij moest uit zijn stoel opstaan om te kunnen zien of ik wel de man op het paspoort was. Bijna vloog ik uit de rolstoel, want ik dacht dat er een hellingbaan voor me was, maar het was een stukje zeil. Ole stond ons al op te wachten om ons te begeleiden naar de uitgang.
Eindelijk buiten
Eenmaal in de vertrekhal aangekomen zag ik in de verte Sergei Katelniski (hoofd Doven organisatie) staan in een geel WIG T-shirt die we hem tijdens zijn bezoek aan Nederland hadden gegeven. Vladimir Andrejev (voorzitter Stedenband), Andrei (Doven organisatie) en Valentin (onze chauffeur) stonden buiten op ons te wachten bij een blauwe busje.
Het eerste wat me op viel was een enorme barst in de voorruit. Achteraf zou blijken dat bijna geen auto in Rusland is, waar de voorruit van heel is. Na zes uur rijden over wegen met gigantische kuilen en gaten in de weg komen we na twee tussenstops eindelijk om 19:30 aan in PSKOV bij ons Hotel RIGA.
Hotel RIGA
Nadat Rob mij de eerste vier traptreden op geholpen heeft blijk dat de voordeur uit zijn voegen lag (wat de toegankelijkheid overigens verbeterde). Na onze paspoorten te hebben afgegeven zijn we naar onze kamers gegaan. Het volgende obstakel was de lift. De doorgang was te smal voor een rolstoel. Gelukkig wist Ole een manier om de deur iets breder te maken. Door de schuifdeuren met handkracht helemaal open te duwen en mij met de rolstoel met veel kracht door de opening te wringen.
Met vereende krachten kom je ver. Rob en ik kregen de grote suite met apart zit en slaapgedeelte en de rest moest het doen met kleine kamers. Voorzitter van een delegatie zijn, heeft zo zijn voordelen.
De deur naar het toilet is maar 60 cm. Hier ging mijn rolstoel niet door heen. Dus hebben we een van de extra rolstoelen aan de andere kant van de deur neergezet om dit probleem op te lossen. Nu kan ik ieder geval zelf naar het toilet, door over te stappen. Gelukkig hadden we met de KLM kunnen regelen dat we een aantal extra rolstoelen mee konden nemen in het vliegtuig. Deze zouden we uiteindelijk achter laten in Pskov maar nu was ik er erg mee geholpen.
Het Diner
Tijdens het diner samen met onze gastheren Wladimir en Sergei vindt een korte bespreking plaats en wordt ons het programma overhandigd. Waar we zelf erg benieuwd naar zijn, is de woon en leefsituatie van mensen met een lichamelijke handicap.
Na het eten gaan we met Sergei naar de stad. Op onze vraag of we nog ergens naar een café kunnen, kon Sergei ons niet van dienst zijn, want die zijn er niet. Maar in een van de vele houten keetjes langs de kant van de weg kunnen we een paar blikjes bier kopen.
Bert, onze fijnproever zag een fles Franse Cognac Napoleon staan, deze bleek 3 gulden te kosten. Toen we aangaven dat wij daar ook wel 1 van wilden, werd er even gebeld en voor we ons blikje bier op hadden werd er een doosje afgeleverd. De Cognac was van uitstekende kwaliteit. Later hoorden we dat ze van de vrachtwagen waren “gevallen”. Overigens lazen bij thuiskomst in de Volkskrant, toen we terug waren in Nederland, dat de Russen vaak dit soort drank aanlengde met spiritus en/of anti- vries. Maar dit keer hadden we geluk!