In de zomervakantie mochten we 2 weken naar huis. Als ik naar huis ging, gingen we vakantie vieren in het huis van mijn oom en tante in Hilversum. Van de verzekering mochten we niet langer uit de Sint Maartenskliniek.Toch hadden we zes weken van school vrij. Tenminste als je het geluk had dat Zuster Litancia, hoofd van de school, of een van de andere onderwijzers had voorkomen dat je in handen van de witte dokters viel. Juist in deze tijden werden jongeren vaak geopereerd. Als je geen operatie boven het hoofd hing had je echt vrij. Maar vier weken vakantie op de kliniek, waar je ook nog veel minder therapie kreeg, verveelde je je… énorm. Onze kamer, kamer 3, had het voorrecht om in deze periode eerste mannelijke groepsleider te krijgen. Theo zijn komst gaf in het begin nog al wat problemen met de meiden. Die wilde niet dat hij hun zou komen helpen. De jongens van onze kamer vonden dat belachelijk want wij werden wel altijd geholpen door de vrouwelijke groepsleiding. We hebben in die vakantie een keer gestaakt en laten weten dat we niet door onze vrouwelijke groepsleiding niet geholpen wilde worden! Na wat eerste schermutselingen werd Theo toch geaccepteerd door de meerderheid van de meiden. Wij jongens vonden het geweldig en Theo was voor ons ook een soort van vaderfiguur, met vier moeders dat wel! Kort daarop zou ik mijn eerste kamp mee maken.
Borculo
In de boerderij; “De Paardestal”. We zaten op het terrein van Klein Borculo,
een jongensinternaat. In 1898 werd het dorp Borculo door de Rooms-Katholieke kerk ingewijd als opvangplaats en opvoedingsgesticht voor jongens die niet langer thuis konden wonen. Het heette toen nog het Leo-Gesticht. Tot in de jaren ’80 is dit internaat gebleven. Bij dit internaat waren ook meerdere scholen (LTS, MAVO, Tuinbouwschool), huizen voor de gasten, huizen voor de fraters, een kapel en een fratertuin.
De sfeer was hier geweldig midden in de landerijen. Later zou overigens ook blijken dat seksueel misbruik ook hier wel degelijk had plaats gevonden, maar wij hebben hier nooit iets van geweten. Voor ons was het een groot feest. De jongeren van het internaat hebben we overigens nooit ontmoet. Zelfs in het zwembad niet. Wij mochten de Paardestal gebruiken om onze vakantie door te brengen. De sfeer was geweldig. Samen met de groepsleiding was er veel zang, dans en plezier. De groepen 3 en 4 gingen er gezamenlijk op vakantie. Zwemmen in het zwembad van het internaat en samen plezier maken en geen therapie.
Een van mijn vriendinnen uit de kamer G. beet me tijdens een partijtje vrij worstelen in mijn bovenarm. Haar tanden stonden in mijn bovenarm. Toen mijn moeder na het kamp vroeg hoe ik aan die enorme blauwe plek kwam. Heb ik haar maar een leugentje om best wil verteld. Ik heb met mijn arm tussen de liftdeur gezeten, maar gelukkig niet gebroken!
Een paar jaar later zouden we nog een keer naar Borculo gaan. Wat ik me daar nog goed van kan herinneren is dat Andreas en ik toen zijn aangehouden door de lokale Dorpsveldwachter want we hadden te veel in het lokale café gedronken en reden nog al slingerend terug naar de Paardestal. De agent zei natuurlijk dat dit niet mocht. Maar omdat we geen verlichting hadden en in het donker reden heeft hij ons met zijn fiets naar “huis “gebracht! De volgende keer zouden we in de gevangenis terecht komen dreigde hij! De leiding die hier wel om moest lachen en heeft ons toen maar geen straf gegeven.
Stevensbeek
Ook hier logeerde we in het oude jongens klooster, wat inmiddels een vormings- en ontmoetingscentrum was geworden.
De grote aula van het klooster werd tot die tijd veel gebruikt voor theater en muziek. Zelfs het Scapino Ballet heeft er nog opgetreden. Ook hier waren we samen met de groepsleiding op vakantie en hebben we veel plezier gehad.
In Cuijk logeerde we in een mooie boerderij Checkpoint
Tijdens de wereldkampioenschappen voetbal 1974 maakte ik een kapitale fout. Het jaar dat Nederland van Duitsland verloor stond ook ons tijdens ons kamp in het teken van voetbal. Als enigste was ik voor Duitsland, want ik vond dat er wat wel wat tegenwicht moest zijn voor mijn zeer enthousiaste Nederlandse voetbalfans. Dat werd me niet in dank afgenomen maar de pot had ik wel! Want iedereen had gewed op Nederland! Toen ik kort daarop ook nog bij de voetbalwedstrijd tussen ouders en groepsleiding, scheidsrechter was, had ik het helemaal verknalt.
Iedereen die mij kent weet dat ik voetbal haat. Snap er ook overigens helemaal niks niets van, maar mensen het veld uitsturen door op een fluitje te blazen vond ik wel heel leuk. Dat ik de regels niet kende daar kwamen ze al snel achter! In Cuijk kwamen we vaak in het naburig café waar ik iedere dag wel even koude macaronisalade ging eten. Wat een uitstekende ondergrond voor de rest van de dag was.
Hier kwamen we ook in contact met jongens en meiden uit Cuijk. Samen met Harrie, Joop en nog een paar van onze jongens zochten we hun steeds op. Met de rolstoel achter de Zundapp en de Puch hangen en dan met volle vaart door het dorp. Twee leuke blonde meiden waren de bindende factor en ook na het kamp hebben we nog lang contact gehouden met onze nieuwe bende.