Na 16 jaar kwam ik mijn reisverslag naar Amerika weer tegen. Dat het nog tot 2016 zou duren voordat het VN verdrag getekend zou worden had ik toen niet kunnen bedenken! Als oud-voorzitter van de CG-Raad en woordvoerder van Terug naar de Bossen was ik bij de ratificatie in 2016 .Misschien is onderstaande reisverhaal een inspiratie!
Een beetje Toegankelijkheid bestaat niet!
Zondag 6 mei 2001
Vandaag is het zover, de lang geplande reis naar Amerika gaat beginnen. Als CG Raad hebben we de afgelopen jaren ons ingezet op wijziging van artikel 1 van de Grondwet, toevoeging van de grond handicap en chronische ziekte in het strafrecht en de wet gelijke behandeling. Komende zomer zal, als alles goed gaat, het wetsvoorstel antidiscriminatiewet wetgeving gehandicapten en chronisch zieken naar de Raad van State worden gestuurd en daarna doorgezonden worden aan de Tweede Kamer. Dit is dus het moment om samen met leden van de Tweede en Eerste Kamer af te reizen naar Amerika. Internationaal koploper op het gebied van de antidiscriminatie wetgeving voor gehandicapten. Maar zonder grote druk van de oud Vietnamveteranen en de Amerikaanse gehandicaptenbeweging was dit niet gerealiseerd. Als voorzitter van de CG-Raad heb ik de eer om als delegatieleider te mogen optreden.
Onze Delegatie
Onze delegatie bestaat uit de Tweede Kamerleden Jose Smits (PvdA) en Wim Pastoors (VVD), Eerste Kamerlid Bob van Schijndel (Groen Links), Directeur Gehandicaptenbeleid Paul van Maanen (Ministerie van VWS) en zijn medewerkers Herman Barnard en Inge Vossenaar, Kersen de Jong (directeur van de Nederlandse Kamer van Koophandel in de VS), de juristen Nathalie Borkes, Aart Hendriks en Marianne Kroes (allen experts op het terrein van de non-discriminatie gehandicapten en chronisch zieken), de voorzitter van de Commissie Gelijke Behandeling Jenny Goldschmidt en Agnes van Wijnen, medewerker non-discriminatie van de CG-Raad.
Politiek asiel?
Vannacht heb ik bij Gerda en Ronald in Amstelveen geslapen om op tijd op Schiphol te zijn. Kort na aankomst was Agnes er als eerste. Het eerste probleem overigens ook: we hebben alleen een ticket voor de heenreis en niet voor de terugreis, want die krijgen we pas in Amerika. We kunnen zo Amerika niet binnen. Bij de immigratieafdeling zijn ze als de dood dat we in Amerika politiek asiel aanvragen. Daar hoeven ze niet bang voor te zijn, want pas over twee jaar, als zou blijken dat er in Nederland geen adequate antidiscriminatie wetgeving is, besluit ik over het aanvragen van politiek asiel! Of dat Amerika of Zweden wordt, zal deze reis moeten uitwijzen. De medewerkster van United Airlines heeft kopieën georganiseerd van onze retourtickets. Nu maar hopen dat ze ons toelaten! Eindelijk kunnen we inchecken. Na onze bagage door de röntgen te hebben gedaan mogen we door om ons in te checken. Tweede obstakel: de computer is kapot.
Weer wachten. Na de afgifte van de bagage blijkt dat ik een verkeerd nummer op het ticket heb staan, wat betekent dat ik zelfstandig uit de rolstoel kan en het vliegtuig zelf in kan lopen. Nee dus, een medewerker van Schiphol gaat het oplossen. Hij belt met het IHD (de Internationale Hulpdienst). Keurig geregeld: om 13.00 uur staan ze bij de balie van gate G3
Een beetje misbruik…!
Herbert Barnard en ik lopen richting naar de toegang van de vertrekhal. Een medewerker geeft ons een tip hoe we de wachtrij kunnen ontlopen. Helemaal om de lange rij heen lopen en vlak naast de douane is er een speciale toegang voor rolstoelgebruikers. Toch maar even misbruik van de situatie gemaakt, maar het ging wel een stuk snel. Later bleek dat de rest van de delegatie nog lang in de rij had moeten staan. Nog even snel een stekker halen voor de Amerikaanse stekkerdozen, die weer anders zijn dan de onze, en dan op weg. Hierna gaan we naar de VIP room en drinken daar nog even wat, soms toch wel handig die Kamerleden. Hierna lopen we naar de gate waar inmiddels ook Nathalie Borkes (MS Vereniging) is gearriveerd. De medewerkers van de IHD worden gebeld dat we er zijn. Gehandicapten moeten altijd als eerste het vliegtuig in en er ook als laatste er uit. Veiligheidsoverwegingen, zodat we de andere passagiers niet in gevaar brengen. Hoe zou dat gaan bij een ongeluk??
Een luxe businessstoel.
De dame van de IHD komt samen met haar collega aanlopen, de kleine vliegtuig rolstoel voor zich uit duwend. Ze vraagt me vriendelijk of ik zelf de slurf in kan rijden of dat ik hulp nodig heb. Hierna stap ik over van mijn vertrouwde rolstoel in het smalle rolstoeltje, Deze lijkt nog het meest op een steekwagentje met een stoeltje er aan vast. Nadat ik in de riemen ben vastgezet rijden ze me de cabine in. Op de achterwielen word ik het vliegtuig ingereden en naar mijn plaats gebracht waar ik zelf overstap, in mijn luxe business stoel. De rest van de delegatie komt ook aan boord. Ik hoop dat mijn eigen rolstoel nu ook aan boord is gebracht en niet zoals twee jaar geleden, toen ik naar Londen vloog, de piloot melde dat er een rolstoel op de startbaan stond. We zullen wel zien. We vliegen op de heenreis met United Airlines, een Amerikaanse vliegtuigmaatschappij onze verwachtingen zijn dus hoog gespannen.
Het vliegtuig begint te taxiën en de veiligheidsvoorschriften worden doorgenomen. Jenny Goldschmidt signaleert meteen de eerste ongelijke behandeling: de uitleg van de steward op het tv scherm is niet ondertiteld. Dat blijkt later ook het geval te zijn bij de films die je in de businessklas op je eigen LCD schermpje kunt bekijken. Minpuntje voor United Airlines. De studiereis is begonnen!
To pee or not to pee?
Bij het vliegen raak je veel vocht kwijt, dus niet drinken, dacht ik eerst. Maar Kersen de Jong, directeur van de Nederlandse Kamer van Koophandel, vertelde me dat er aangepaste toiletten aan boord waren van United Airlines Na wat vragen aan boort blijkt dat alleen de 747, de grote Boeing, een groter toilet aan boord heeft. Op het vliegveld moeten we toch maar eens vragen welke informatie er voor mensen met een handicap vooraf wordt gegeven. Ik betwijfel of ze net zo’n folder hebben als de KLM en ben ook benieuwd of de folder van de KLM in New York te krijgen is.
Op de monitor staat aangegeven dat we op een hoogte van 11.887 meter vliegen, de temperatuur is buiten -65 graden en we moeten nog vijf kwartier vliegen. We zullen rond 15.00 uur Washington D.C. bereiken. De steward en stewardessen zijn zeer correct en behulpzaam. Met behulp van VWS besluit ik toch maar naar het toilet te gaan. Wankelend aan de armen van Herman Bernard bereik ik het toilet wat gelukkig maar zo’n vijf meter van ons af is. Het voordeel van dit toilet is dat je niet kunt omvallen, zo krap is het.
Een leugentje om bestwil.
Nu we landen moeten we toch de formulieren invullen van de immigratiedienst in verband met ons tijdelijke visum. Op advies van Agnes vul ik hem maar niet juist in en we verzwijgen mijn handicap maar even, want een van de vragen is of ik een lichamelijke of verstandelijke handicap heb. Als je hier ‘ja’ invult moet je eerst overleg hebben met de Amerikaanse ambassade voor je naar Amerika reist omdat je toestemming moet krijgen. Zij bepalen daar of je naar binnen mag. We zien wel waar het schip strand!. We zijn keurig als laatste van boord gehaald. Volledig vastgesnoerd met vier riemen wordt ik naar mijn rolstoel gebracht. Hier staat de rest van de delegatie ons op te wachten. Door een aantal smalle gangen en een prima aangepaste lift naar een soort ‘bus’ waar je zo in kunt rijden. Voorin de bus zijn er twee rolstoelplaatsen gereserveerd en we worden met veiligheidsriemen riemen vastgezet.
In Amerika!
Het voertuig vertrekt naar de aankomsthal van Washington Dulles International en na korte tijd later komen we daar aan. Via een smalle gang, waar geen eind aan lijkt te komen, komen we via een uitstekend aangepaste lift met knoppen op de ‘goede’ hoogte en braille aanduiding, bij de band voor de koffers. Alle koffers zijn er, alleen de rollator van Nathalie komt niet tevoorschijn. Na wat medewerkers van het vliegveld gevraagd te hebben, verschijnt hij alsnog. Bepakt en bezakt zet de delegatie zich in beweging naar de elektrische deuren en zetten we voor het eerst voet op Amerikaanse bodem. Na de formaliteiten bij de douane worden we opgewacht door Lia Rosenbrand onze reisleidster van het Atlantic en Pacific Exchange Programma en Peter Bootsma van de Nederlandse ambassade die ons na een sanitaire stop (het prima aangepaste toilet was keurig geïntegreerd in het herentoilet en natuurlijk ook in het damestoilet) naar de gereedstaande bus brengen.
De bus, een luxe schoolbus met lift, brengt ons naar het Jurys Hotel Washington in Washington D.C.
Telefoon in het toilet.
Wat meteen opvalt zijn de brede straten en stoepen met grote gebouwen en heel veel groen. De op en afritten liggen standaard op de hoeken en zijn breed en lang. Het grote aantal gebouwen waar een Internationaal Toegankelijkheids- symbool op staat is zelfs vanuit de bus goed te zien. Ook het hotel is prima toegankelijk. Op de vijfde verdieping heb ik een aangepaste kamer. Wat wel bijzonder is, is dat het bad maar 50 cm hoog en diep is inclusief zitje. Meer water dan 50 cm kan er dan ook niet in. Bang dat we verdrinken zeker. Zelfs in het toilet hangt een telefoon!
Franklin Delano Roosevelt Memorial.
Om 18.00 uur Amerikaanse tijd moeten we verzamelen en krijgen we nog een korte briefing. Ons wordt duidelijk gemaakt dat we zeker nog tot elf uur vanavond wakker moeten blijven. Dit om te voorkomen dat we last zouden krijgen van de jetlag, Met onze bus gaan we naar het Franklin Delano Roosevelt Memorial. Ik verwachte een beeldje maar het is echt een indrukwekkend monument. Roosevelt was als President een man van het volk en het monument is een indrukwekkend eerbetoon, aan een belangrijk man. Toch ook goed voor een goede reI want Roosevelt heeft 12 jaar van zijn presidentschap (1933-1945) in een rolstoel zijn functie bekleed.
Iets wat altijd verborgen werd gehouden, zelfs bij het standbeeld van Roosevelt. Onder zijn cape zie je twee zeer kleine wieltjes. De Nationale Gehandicapten Organisatie heeft er voor gezorgd dat er nu een nieuw beeld bij de ingang van het monument staat. Dit beeld is overigens mede door Kersen de Jong en zijn Nederlandse sponsors bekostigd. Een prachtig beeld met op een voetstuk een levensgrote Roosevelt in zijn door hemzelf ontworpen rolstoel, gemaakt van het onderstel van een rolstoel en de bovenkant van een gewone keukenstoel, die hij goed kon verbergen onder zijn cape.
Het is een raar gevoel om naast zo’n belangrijke ‘Lotgenoot’ te staan. Het monument zelf heeft ook nog een aantal teksten welke ook in braille zijn aangebracht.
Hierna dineren we gezamenlijk in ons hotel, na nog een borrel eindelijk naar bed.
Maandag 7 mei 2001.
Vanochtend al om vijf uur klaar wakker. Ik ben maar televisie gaan kijken. Rond zes uur heb ik even gebeld naar Harrie Dietz de webmaster van de CG Raad, of het verslag van onze eerste dag was binnengekomen. Om kwart voor 8 aan het ontbijt met koffie. Een half uur laten zitten we weer in de bus op weg naar Allen Reich, voorzitter van de Nationale Gehandicapten Organisatie (National Council on Disability) die de delegatie uitlegt hoe de gehandicapten en chronisch ziekenbeweging in de V.S. in elkaar zit. We krijgen ook een uitleg hoe, mede door militante groepen van gehandicapten die zich vastketenen aan gebouwen, de Anti Discriminatie Wetgeving (Americans with Disabilities Act, A.D.A.) vorm heeft gekregen.
Cosmos Club
Om 12 uur hebben we een lunch in de Cosmos Club, een echte ‘Herenclub’, waar we samen met onze delegatie, Allen Reich en Kersen de Jong een lunchbespreking hebben met een drietal vertegenwoordigers van Amerikaanse gehandicaptenorganisaties om ervaringen uitwisselen. Na de heerlijk lunch met een goed glas wijn gaan we meteen door naar de volgende bespreking.
’s Middags krijgen we een juridisch uiteenzetting van Prof. Robert L. Burgdorf, die heeft meegewerkt om de A.D.A. op de agenda te krijgen en uiteindelijk de wet heeft geschreven. In het gebouw van de National Councile on Disability vind deze bijeenkomst plaats samen met Kathleen Blank en Jeff Rossen de directieleden.
De Ambassade.
Rond 16.00 uur zijn we terug in het hotel om ons even snel op te frissen want rond 17.00 uur gaan we weer op weg te gaan naar de Nederlandse ambassade. Die heeft ons een receptie aangeboden met allerlei vertegenwoordigers uit de politiek, de gehandicaptenbeweging, departementen en de pers.
Speciaal voor ons was er een 16 meter lange hellingbaan gemaakt om ons ook op de veranda van het mooie landhuis van de Ambassadeur te kunnen ontvangen, De kinderen van de ambassadeur Henny Schuwer waren erg blij met deze net aangelegde skate baan.
De gast vrijheid was groot en onder het genot van een drankje en een hapje hebben we vele gesprekken gehad,
Om 20.30 uur zijn we terug bij het hotel en besluiten we om nog even te gaan eten in de stad. Het enige restaurant dat nog open is heeft twee treden en deze moeten ‘ouderwets’ overwonnen worden. Twee medewerkers rennen naar buiten om ons binnen te helpen, De gastvrijheid en klantvriendelijkheid is in Amerika beter ontwikkeld als bij ons. Maar bijna alle winkels, restaurants en bars zijn goed toegankelijk. Ja, zelfs de pinautomaten zijn voor iedereen bruikbaar. Het is nu 24.00 uur en ik ga naar bed. Morgenvroeg om kwart over zeven belt Omroep Gelderland.
Dinsdag 8 mei 2001.
Vanochtend werd ik om zeven uur gewekt en om precies kwart voor acht heb ik Annet van Tricht van Omroep Gelderland aan de lijn. Ik vertelvan de reis en dat de toegankelijkheid echt opvalt. Als je in Nederland voor een restaurant staat en het is niet toegankelijk, dan wordt er gewoon gezegd dat je er niet in kunt. Hier in de V.S. helpen ze je gewoon naar binnen. Vakkundig en zonder problemen. Het weigeren van mensen is not done.
Taske Force
Snel een kop koffie en om kwart over acht de inmiddels vertrouwde bus weer in. We gaan naar de Presidentiele Taske Force voor arbeid van volwassenen met een handicap (Presidential Task Force on Employment of Adults with Disabilities). Nadat we door de beveiliging zijn gekomen, gaan we het Ministerie van Arbeid in, een imposant gebouw dat je het gevoel geeft dat je heel klein bent. In de congreszaal worden we ontvangen door Linda Kontnier, politiek adviseur en haar staf. We krijgen in vijf kwartier uitgelegd wat de ADA betekent voor de werkgelegenheid van mensen met een handicap en de veteranen in het bijzonder. Ook in haar staf werken mensen met een handicap.
Equal Employment Opportunity Commission.
Om half elf zitten we weer in de bus naar de U.S. Equal Employment Opportunity Commission (Amerikaanse commissie voor gelijke kansen op het gebied van werkgelegenheid), een juridische commissie die te vergelijken is met onze Commissie Gelijke Behandeling, maar dan voor gehandicapten en chronisch zieken. Nadat we onze passen hebben laten zien, een handtekening hebben gezet en onze bagage is doorgelicht, mogen we naar boven. Wat opvalt zijn de aangepaste liften met brailleaanduiding, en de knoppen zitten aan weerszijden van de lift. De juridische commissie onder leiding van Sharon Rennert legt uit wat de verschillende rechtszaken hebben opgeleverd. Ook problemen die ze gehad hebben, worden uitgewisseld .
Caucus Room.
Om half een worden we weer naar de bus gestuurd, want we gaan naar de ‘Caucus Room’ (een van de beroemdste restaurants van Washington) waar we een lunchoverleg hebben met John Wodatch, hoofd van de afdeling gehandicaptenrecht van het ministerie van Justitie. Hij benadrukte dat je niet alleen juristen nodig hebt, maar ook belangenorganisaties, bouwkundigen, medici en technische mensen. Deze combinatie is van groot belang om oplossingen aan te dragen om problemen voor de rechtbank op te lossen.
Capitool.
Na een uitgebreide lunch gaan we weer naar de bus die ons naar het Capitool brengt waar we een ontmoeting hebben met Jim Langevin, lid van het Amerikaanse Congres.
Maar daarvoor krijgen we een rondleiding door het Capitool, een imposant en statig gebouw dat iedereen kent van de tv. Toine Huis van Radio 1 vergezelt ons daarbij.
De vele trappen omzeilen we door een hellingbaan en zo komen we bij de bewaking terecht (die nog strenger is geworden nadat er twee beveiligingsmensen zijn doodgeschoten). De gids legt ons alles uit over de geschiedenis van Amerika en het gebouw. Naast iedere trap is er een hellingbaan en de toiletten zijn uitgevoerd in marmer en weer prima toegankelijk. Het wordt bijna gewoon. Onze gids brengt ons naar de assistent van het congreslid, maar hij raakt de weg kwijt in de catacomben van het Capitool. Na veel omzwervingen komen we bij een soort treintje aan. ‘Alleen voor Congresleden’, staat er op, maar niet toegankelijk. Klein minpuntje … Ik heb wel unieke opnames kunnen maken omdat de bewaking niet in de gaten had dat mijn videocamera gewoon aan stond. Via een gang komen we toch na drie kwartier vertraging bij Jim Langevin aan.
Jim zelf door een ongeluk in een rolstoel beland en zeer actief op het gebied van de ADA ontvangt ons . Hij geeft ons een uitgebreide uiteenzetting over de politieke aspecten van de ADA.
Militante gehandicapten.
Daarna gaan we terug naar het hotel waar we na een half uur weer vertrekken om in Citronelle te dineren met Marilyn Garden, lid van het Disability Rights Education and Defense Fund Inc. en van de Access Board (de toegankelijkheidscommissie). Inge Vossenaar, medewerker van VWS en verantwoordelijk voor de ‘proeve van antidiscriminatie wetgeving, is ook lid van onze delegatie en zeer leergierig en geïnteresseerd in alles wat met de ADA te maken heeft.
Tijdens het diner vertelt Marilyn alles over ook de militante gehandicaptenorganisaties, zoals Adapt (American Disabled for Attendant Programs Today), die zich hebben vastgeketend aan bussen en gebouwen om de politiek onder druk te zetten. Rond 22.00 uur loop ik met Herbert en Paul terug naar het hotel. Geen probleem, want de stoepen zijn breed, goed toegankelijk en zonder gaten. Wat je overigens niet kunt zeggen van de wegen in Washington. Onderweg fotografeer ik nog twee betaalautomaten. De een hangt ‘gewoon’, de ander laag met brailleaanduiding. Het kan dus wel, banken van Nederland! Zit nu in de bar van het hotel het verslag te schrijven. Herbert, Jose en Marian houden me nog even gezelschap. Ben dood op en laat de receptie ons verslag nog even naar Harrie faxen.
Woensdag 9 mei 2001.
Om 7.00 uur opgestaan vandaar reizen we door naar New York maar hebben eerst nog over leg met Arthur Lopez directeur van office off civel rights in het gebouw van Washington Metro Area Transit Authority het openbaar vervoer bedrijf van Washington.
Om 12.00 nog een lunch met het ministerie van onderwijs in Cappitel Grill. Rond 15.00 werden we door onze busjes afgezet bij Union Station waar we met de hoge snelheidstrein Amtrak Acela Express naar New York af reisde . Onze aangepaste trein konden we zo in rijden met de rolstoel. Wat opviel was dat de coupe voorin helemaal toegankelijk was inclusief het toegankelijk toilet, koffiezetapparaat en internet aansluiting.
Rond zes uur bereikte we in sneltrein vaart het station. Meteen zien we de grote verschillen tussen Washington en New York,
New York.
New York is veel gehaaster, weinig groen en iedereen rent, Wij dus ook , twee kruiers helpen ons met de bagage en brengen ons gezelschap naar de lift op het perron.
Via een enorme stationshal worden we naar de volgende lift gebracht. Een maal buiten gekomen staan er twee Russische chauffeurs ons op te wachten, met twee half geblindeerde Fords.
De bagage en de VWS medewerkers, onze politici en de commissie gelijke behandeling worden in een van de bussen geladen. Agnes, Marianne, Nathalie en ik gaan met de andere bus, waar een rolstoellift in is aangebracht.
Van af het station uit rijden we naar het Grand Hyatt New York Hotel op Park Avenue in het midden van New York.
Onderweg sluiten we wel een paar keren de ogen, want het verkeer is hier een zooitje. Onze Russische chauffeurs hebben ons veilig bij ons hotel afgeleverd. In het Hotel aangekomen hebben een half uur om onze koffers uit te pakken. Want om 20.00 uur hebben we een afspraak met Kersen de Jong van de Nederlandse Kamer van Koophandel.
Soho.
We ontmoeten elkaar in Soho de kunstenaars wijk van New York. We hebben afgesproken in een restaurant Chili’s bar. Ze weten dat we er aan komen en de tafels staan buiten op straat keurig gedekt. Een Nederlandse vrouw is eigenaar van de zaak en ze komt persoonlijk uitleggen wat er op de kaart staat. Jose Smits Kamerlid PvdA is vandaag door gereisd naar een school waar ze veel ervaring hebben met kinderen met een handicap. Vrijdag komt ze weer terug om ons gezelschap weer te versterken. Na het diner gaan we weer terug naar het hotel. Gelukkig maar want de toiletten waren niet toegankelijk.. Maar ja, dat zijn we in Nederland wel gewent.
Donderdag 10 mei 2001.
Om zeven uur is het weer zover: een nieuwe dag in het land van de onbegrensde mogelijkheden. Voor het eerst deze reis kan ik een warme douche nemen, omdat dit hotel een badstoel heeft iets dat in veel Nederlandse hotels bijna nooit het geval is. Nu op zoek naar de ontbijtruimte.
Het Grand Hyatt Hotel ligt op een steenworp afstand van Park Avenue en tegenover het Grand Central, het centrale station van New York. Het is een luxe en zeer groot hotel. De imposante hal met waterval spreekt tot de verbeelding. Maar het ontbijtbuffet bereiken is nog niet zo gemakkelijk. Vanuit de lobby kan ik wel zien waar het is, maar ik kan er niet komen. Met de lift lukt niet, want het is een tussenverdieping. Na wat omzwervingen ontdek ik een hellingbaan achter de lift. Kan ik toch nog ontbijten. Lia onze reisleidster wijst er op dat we al een kwartier achter lopen op het schema. Snel naar onze zwarte bussen met onze Russische chauffeurs. David is de chauffeur van de rolstoelgebruikers Marianne, Nathalie en mijzelf. We gaan vandaag naar het Franklin en Eleanor Roosevelt instituut, waar we een ontmoeting zullen hebben met Dr. David Woolner. De planning was, dat we er om kwart voor tien zouden zijn. Maar door een vertraging van een uur vanwege een ongeluk op de highway. Een half uur buiten New York zit je echt midden in de bossen van Amerika. Een prachtig landschap met veel typische houten huizen. Bij aankomst controleren we eerst de toegankelijkheid van het museum, daarna lopen we gezamenlijk naar het Presidentshuis van Roosevelt. Een mooi, maar, voor Amerikaanse begrippen, bescheiden huis. President Roosevelt was een man van het volk en hij heeft: al bij zijn leven aangegeven dat dit huis na zijn dood opengesteld moest worden voor het volk.
Het meest opvallend is dat Roosevelt bij officiële bezoeken er altijd voor zorgde dat hij op een gewone stoel zat en dat zijn rolstoel altijd weg was als er belangrijke gasten binnen kwamen. Dat gebeurde ook met de hellingbaan naar zijn bibliotheek. ledere keer werd deze ‘verstopt’. Roosevelt had in zijn huis ook een lift gemaakt aan hem was voorgesteld om de lift elektrisch te maken. Maar Roosevelt vond dat geen goed idee. Hij wilde de touwtjes (letterlijk) zelf in handen houden. We mochten een foto maken van de rolstoel van Roosevelt en mochten ook, bij hoge uitzondering, een kijkje nemen bij het door Roosevelt zelf ontworpen vakantiehuis, waar hij na zijn pensioen had willen gaan wonen. Helaas is hij kort voor zijn pensioen overleden. De woning zelf was eenvoudig, maar goed toegankelijk. Toch zijn er maar drie officiële foto’s van Roosevelt in een rolstoel, want hij was bang dat politieke tegenstanders zijn handicap zouden gebruiken om hem onderuit te halen. Hitler en Mussolini zeiden dat hij ‘gewoon een kreupele jood’ was. Een van de drie foto’s is gemaakt op het terras waar we nu staan samen met zijn dochter.
Een vreemd gevoel maakt zich van me meester.Ik sta nu op de veranda waar eens de Amerikaanse President stond die zo’n belangrijke plaats heeft ingenomen in de geschiedenis.
Agnes maakt nog een foto van Kersen en mij op de plek waar Roosevelt ooit heeft gestaan. Even droom ik weg op de veranda, genietend van het uitzicht. Totdat Lia mij uit mijn droom helpt, want we moeten weer verder.
Fast food en een biertje.
Eerst naar Wendy ’s (een soort Mac Donalds), daarna een bezoek aan een tankstation en een ‘Home Depot store’. Bij Wendy ’s aangekomen stonden we eerst een half uur in de hal, omdat de zaak verbouwd moest worden. Men wilde graag dat we aan een tafel zouden eten. Drie rolstoelgebruikers was geen enkel probleem. In Nederland zouden ze zeggen dat er geen plaats was of waarom we niet hadden gereserveerd. Maar in Amerika is de klant koning en er wordt geen onderscheid gemaakt tussen klanten, of je nu wit, zwart, gehandicapt, oud, vrouw of man bent. Niemand mag je uitsluiten. Na een Amerikaans biertje (want dat kan in een land vol met aangepaste toiletten), realiseren we ons dat we te laat op onze volgende afspraak zullen komen.
Louis Harris & Associates.
Namelijk bij Louis Harris & Associates, een bureau dat zich gespecialiseerd heeft in statistiek en onderzoek naar mensen met een handicap of een chronische. ziekte. Kersen de Jong, Aart Hendriks (onze specialist) en ik als voorzitter moeten afreizen naar New York. Met de veel snellere Lincoln van Kersen de Jong worden we in vliegende vaart naar Fifth Avenue gebracht. David Krane en Bob Leitman, de vicepresident en de division-president. We worden hartelijk ontvangen met koffie (iets dat niet gebruikelijk is in Amerika). Na onze excuses voor de te late aankomst begint onze studie over hoe er onderzoek wordt gedaan in Amerika. Het belang van Internet ten behoeve van onderzoek en het bereiken van onze doelgroep wordt toegelicht. Daarnaast vertelden ze over het verzoek van de Nationale Gehandicapten Organisatie om onderzoek te doen en hoe het gesubsidieerd wordt. Uit de cijfers vanaf 1988 blijkt het belang van de ADA . Je kunt zien en dat er al op veel terreinen vooruitgang wordt geboekt.
Broadway Aida!
Terug in het Hyatt Hotel dineren we met een van de directeuren van de Rabobank. Veel tijd hebben we niet, want om acht uur moeten we in het Palace Theater zijn, waar we de musical AIDA gaan bekijken op Broadway. Met onze bussen worden we afgezet. De limousines rijden at en aan, sommige zijn wel 30 meter lang. Kersen de Jong vertelt dat de plaatsen 85 dollar kosten, maar de rolstoelplaatsen slechts 25 dollar (dus toch positieve discriminatie … )!
Het Palace Theater is een prachtig oud theater met allure. De plaatsen waar je met de rolstoel kunt staan zijn vooraan, aan de zijkant. Er staan losse stoelen, dus als je met een vriend of vriendin gaat, kan die gewoon naast je zitten. Ik denk dat ik nog maar eens met Paula (mijn vrouw) terugga, dan kunnen we eindelijk eens samen naar het theater zonder ‘gescheiden’ te worden. De voorstelling is geweldig . Als hij in Nederland komt, kan ik het je aanraden. Na afloop staan we als een stel groupies de artiesten op te wachten. Nathalie krijgt zelfs een handtekening van een van de hoofdrolspelers.
Nu nog even naar een bar op Broadway en na een paar biertjes terug naar het hotel. De sfeer van New York is ongelofelijk. We moeten onze koffers nog pakken, want morgen vertrekken we al om half negen.
Vrijdag 11 mei 2001
Om half negen verzamelen we allemaal in de lobby van het hotel en gaan we lopend naar de Metropolitan Transport Authority (MTA), waar we een 2 1/2 uur durende uitleg krijgen over de toegankelijkheid van de treinen, bussen en metro’s in New York. Ook hier blijkt dat een rechtszaak ertoe geleid heeft dat 100% van de vervoermiddelen toegankelijk moest zijn. In 80% van de treinen is er visuele informatie voor doven en slechthorenden en zijn er speciale busboekjes en kaarten in braille
Cadeaus
Om twaalf uur vertrekken we weer naar het hotel en we hebben precies een half uur om cadeaus te kopen voor thuis. Daarna is er een lunchbijeenkomst met Bob Hiensch, de consul-generaal van de Nederlandse ambassade. Drie bedrijven (Randstad, Ernst & Young en Akzo Nobel) geven een toelichting op hun werk in Amerika. Het gaat daarbij vooral over wat de ADA voor hen heeft betekend en ook de positieve gevolgen voor het bedrijfsleven van deze antidiscriminatie wetgeving. We hebben in ieder geval afgesproken dat Akzo Nobel hun verhaal over Amerika een keer in Nederland komt vertellen aan het Nederlandse bedrijfsleven.
Achterstand bij Oeganda en Thailand.
Het middag programma wordt vervolgd door Willem van den Heuvel, werkzaam bij de Verenigde Naties. We worden bij hem op kantoor ontvangen en hij geeft aan geschokt te zijn dat Nederland zo ver achterloopt bij landen als Thailand, Hongarije en Oeganda. Maar hij vond het ook erg positief dat we naar Amerika zijn gekomen om te leren. Nadat we het kantoor hebben verlaten, gaan we nog even naar een Disney winkel, want als je in Amerika bent, kun je niet thuiskomen zonder cadeaus voor de kits. Onze busjes staan klaar in een zijstraatje. Hier zien we de andere kant van New York: zwervers, soms met een handicap, verslaafden, een oorlogsveteraan die geen werk heeft kunnen krijgen.
Rondrijdend met winkelwagentjes waar hun hele hebben en houden op ligt. Volgens mij is de ‘smoke’ die in de brede straten blijft hangen niet best voor mens en met astma. Toch is New York een imposante stad.
Het recht van de sterkste.
De busjes rijden voor de laatste keer met ons richting John F. Kennedy Airport. dwars door de Metropole waar in het verkeer het recht van de sterkste geldt. Tergend langzaam kruipen we over de 2-en 3-baans wegen naar de snelweg. Bij Kennedy Airport aangekomen checken we in en worden officieel welkom geheten door de directie van KLM Amerika. Gisteren is het geheel nieuwe gedeelte van de vertrek en aankomsthal geopend. Wij zijn dus een van de eerste groepen die een rondleiding krijgen door de nieuwe luchthaven.
Natuurlijk onderzoeken we meteen de toegankelijkheid van deze enorme luchthaven. Op een paar kleine dingen na (die ik nog aan de directeur zal laten weten) is het een mooie, lichte hal. Na de rondleiding gaan we op uitnodiging van Jose Smits naar de Business Club waar de oude antieke meubels uit de Rembrandt zaal van het voormalige vliegveld nog staan. Maar dat is tijdelijk, wordt ons gezegd. Het is tijd om naar de gate te gaan. Een vriendelijke dame van de luchthaven komt ons afhalen en met een prachtige, goed toegankelijke glazen lift gaan we naar de gate.
Kom uit die rolstoel!
Bij de douane hebben we nog een akkevietje. Een beveiligingsman maakt op onbeschofte wijze duidelijk dat Marianne uit haar rolstoel moest om door de poort te lopen. Als of je voor niets, in een rolstoel zit! Pas als de baas er bij komt, kan Marianne als nog door de poort. Wij dus ook, na gefouilleerd te zijn. Bij de gate aangekomen, gaat het beveiligingsalarm af met een toon die de doden tot leven brengt. Iedereen probeert zijn oren dicht te doen. Het duurt even voor we er door kunnen. Maar uiteindelijk rijden we door de slurf naar de ingang van het vliegtuig. Twee assistenten helpen ons in de speciale vliegtuigstoeltjes en brengen ons naar de businessklas. In deze Boeing 747 heb je echt alle ruimte. Rond 24.00 Amerikaanse tijd vertrekken we.
Proefkonijn
Na een lichte maaltijd gaan de lichten uit en proberen we te slapen. Halverwege de nacht kijk ik maar naar een film. Na het ontbijt moet ik toch echt naar het toilet. Sinds kort zijn er in alle grote KLM toestellen speciale vliegtuig rolstoelen, zodat de steward of stewardess je naar het toilet kan rijden. Omdat ik de eerste passagier ben die er gebruik van maakt, is het meteen een goede oefening voor de bemanning. Het personeel is uiterst correct en behulpzaam.
Smokkelende Kamerleden??
Op Schiphol, waar we zaterdagochtend rond twaalf uur Nederlandse tijd aankomen, staan medewerkers bij de gate klaar om ons naar de vertrekhal te brengen. Doordat we als laatste passagiers het vliegtuig mogen verlaten, hebben we alle kans om onze spullen te pakken en de bemanningsleden te bedanken voor de uitstekende service.
Nadat we voor de laatste keer het kleine vliegtuig rolstoeltje verruilen voor onze eigen rolstoel, gaan we via de slurf naar de aankomsthal waar onze koffers na korte tijd op de bagage band aankomen. We gaan naar de douane waar de Kamerleden Jose Smits en Bob van Schijndel werden aangehouden om te controleren of ze niets in te voeren hebben. Na dit korte oponthoud nemen we hartelijk afscheid van elkaar. Bij de uit gang staat een journalist van het Algemeen Dagblad. Normaal heb ik door veel mediatrainingen geleerd dat je altijd voorzichtig moet zijn bij journalisten. Maar de jetlag en de vermoeidheid hadden me wat loslippig gemaakt. Toen de journalist me vroeg naar mijn ervaringen vertelde ik dat ik echt vind dat Nederland een ontwikkelingsland is als het gaat over gelijke kansen voor gehandicapten. Deze uitsprak deed natuurlijk nog al wat stof opwaaien. Toen het de volgende dag in de krant stond, maar ik vond en vind het overigens nog steeds. We spreken af dat we bij mij thuis een reünie zullen organiseren om samen te praten hoe we nu verder kunnen gaan met de Nederlandse antidiscriminatie wetgeving. Iedereen gaat moe maar geïnspireerd naar huis. Jack, mijn vaste taxichauffeur, staat al klaar om me naar huis te brengen. Na nog snel iets gedronken te hebben, gaan we op weg.
Het aangepaste toilet als bezemkast
Halverwege realiseer ik me dat ik niet naar het toilet ben geweest op Schiphol. Jack stelt voor om bij een tankstation naar het toilet te gaan. Bij het eerstvolgende Esso tankstation stoppen we. Na even zoeken vinden we een apart rolstoeltoilet. Omdat er geen oprit is, besluit ik aan de arm van Jack maar even een klein stukje te lopen. Het toilet is open, maar het duurt zeker vijf minuten om alle bezems, standaards, dozen en dergelijke uit het toilet te halen, voor ik naar binnen kan. Eenmaal terug in de taxi zeg ik tegen Jack: We zijn weer thuis!