Sint Maartenskliniek 1971-1979 De po! Deel 6.

Mijn eerste dag op het internaat was vol indrukken. Eerst het afscheid van mijn ouders, daarna kennis maken met mijn leefgroep en toen naar de brugklas. Gera mijn groepsleidster bracht me naar mijn nieuwe slaapkamer op de derde verdieping van onze  flat. Mijn kamergenoten Wim Muller en Leo Klazen waren er niet die waren naar therapie, de komende jaren zou ik ze nog wel beter leren kennen. Wim had als oud gediende de beste plaats bij het raam. Mijn bed stond naast de deur en Leo sliep in het midden. Ik vertelde Gera dat ik bang was om op zo’n hoog bed te slapen en dat ik er dan uit zou kunnen vallen. Ze begreep dit maar de dokter vond het nodig dat ik een hoog bed had want ik moest ieder avond op de po.

foto roestvrijstalen po

De po!

Anders zouden de groepsleidsters er niet goed bij kunnen. Ik nam me voor om zo weinig mogelijk gebruik te maken van de po. Zodat ik zo min mogelijk gebruik hoefde te maken van de hulp van onze groepsleiding. Dit zou me nog duur te staan komen want de verpleegster zou kort daarop, me verplichten om Duvalac te slikken;een smerig drankje om je darmen in werking te stellen. Ik had geleerd om het op te houden maar dat was nu voorbij! Als 13 jarige schaamde ik me er vreselijk voor dat ik iedere dag op de po geholpen moest worden. Met alle risico ’s van botbreuken bij deze handeling. Mijn lichamelijke gesteldheid was door alle botbreuken behoorlijk achteruit gegaan. Mijn rechterarm was zo zwak dat ik mijn linkerarm moest gebruiken om die op te tillen. Mijn benen waren niet meer als luciferstokjes, waar je de spieren met een vergrootglas op moesten zoeken. Al mijmerend zit ik voor het raam van “mijn” nieuwe slaapkamer en vroeg me af of ik met een beetje therapie er misschien wel voor kon zorgen dat ik van de po af kon komen.

foto jan troost

Zijaanzicht uit medisch dossier

Misschien zou ik ooit op een echt toilet kunnen zitten, misschien wel zonder hulp! Zelfstandig naar het toilet gaan zonder dat je kamergenoten vergast worden. Ongewild moeten luisteren naar de knetterende geluiden die ik uit me pers in de roestvrijstalen po. Mijn schaamte gevoel voorbij, want de groepsleiding vergat altijd die schuifdeuren goed dicht te doen. Ze lieten hem half of helemaal open staan. Ze gooide de schuifdeur met een grote klap dicht wat het effect had dat hij weer open stond. Daar lag ik dan, op mijn hoge bed met een roestvrijstalen po onder mijn achterwerk met alleen een oude luier over mijn edele delen. Zichtbaar voor iedereen die langs onze kamer liep. Wij mochten niet in de buurt van de kamers van de meiden lopen maar ze liepen wel lang onze kamer waar de deur open stond. Nog steeds kan ik me niet voorstellen dat mensen voor hun plezier naar de sauna of naaktstrand gaan. Ik was de schaamte voorbij, maar nooit vrijwillig. Als ik op de po zat keek ik door het raam naar buiten. Ik keek naar de blauwe wolken zodat ik me even afsloot van de meute op de gang. Gera hielp me met het inpakken van mijn kast, de kast was vergelijkbaar met de kast die in het handboek van de soldaat stond. Een deel hangkast en een paar planken voor de sokken, hemden en witte onderbroeken. Op de wastafel, die overigens veel te hoog was. De revalidatie artsen willen toch echt iedereen weer aan het staan krijgen. Zelfs de spiegel hing op een onbereikbare hoogte. Aan het voeteinde van mijn zwart geschilderde metalen bed hing een houten kastje voor je persoonlijk spullen. Dat je daar van uit bed niet bij kwam was schijnbaar nog niemand opgevallen. Vanaf dat moment was ik afhankelijk van de goede bui van Wim of Leo of ze mijn stripboek wilde pakken. Soms was het noodzakelijk om ze om te kopen. Maar met overtuigingskracht en geslijm kwam ik vaak het verst. Als ik over twee weken weer naar mijn ouders zou gaan moest ik er voor zorgen dat ik ruilwaar mee zou nemen. Bierworstjes, limonade en chips daarmee zou ik ze wel over kunnen halen. Dit was wel het begin van mijn carrière als ondernemer. Ik heb toch meer mee gekregen van mijn vaders handelsgeest dan ik toen kon bedenken. Zo mijn eerste dag op het internaat was voorbij.

DE OMMEKEER.

Wat echt een enorme impact op mijn leven heeft gehad was de demonstratie tijdens de opening van de Lindenberg. Mijn leven en mijn visie op de samenleving, het internaat, mensen met een handicap en de strijd voor gelijke rechten is hier pas echt begonnen. De sluimerende tijger in me zelf ontwaakte. “De Lindenberg wordt een huis van muziek, literatuur en beeldende kunsten, dienstbaar aan het gehele culturele leven van Nijmegen en omgeving. Het gebouw kruipt als het ware tegen de heuvel op, waar het niveauverschil op speelse wijze wordt uitgebuit door steeds verspringende plateaus met trapjes en dorpel partijen, zodat het interieur steeds iets levendigs en verrassends behoudt”. Dit schrijft Wouter Paap over de ‘speelse’ architectuur van het nieuw te bouwen Cultureel Centrum De Lindenberg in het Tijdschrift Mens & Melodie in 1970. ‘Een gebouw met vele verrassingen’, maar andere dan de schrijver in zijn artikel toen heeft bedoeld en kunnen vermoeden. De officiële opening van het gebouw, op 29 maart 1972, is aanleiding tot de eerste demonstratiemars van mensen met een handicap in Nederland. Ik zelf was een van de 200 jongeren met een handicap die meeliep in de demonstratie in de aller eerste demonstratie van jongeren met en zonder handicap . “Onze tocht voerde van de Sint Maartenskliniek over de Berg en Dalseweg naar Het Cultureel Centrum de Lindenberg. Ik was inmiddels veertien jaar en lid van de Actiegroep Integratie Gehandicapten, de voorloper van de WIG, Werkgroep Integratie Gehandicapten die nu nog steeds in Nijmegen actief is. Tot mijn twaalfde jaar heb ik thuis gewoond en speelde ik meestal met niet-gehandicapte kinderen. Op de Maartenskliniek was je afgesloten van die ‘gewone’ wereld. Dat benauwde me. Ons terrein was afgezet met een groot hek met een poort onder aan de berg. Je mocht alleen van de berg af als je toestemming had van Zuster Giovanie, het hoofd van het internaat. Eigenlijk mochten we alleen van het terrein af met de najaarskermis. Dan werd je opgehaald door mensen van een charitatieve instelling. De kermis was speciaal voor ons vrijgemaakt op maandagmiddag voor dat de kermis officieel open ging.

foto Nijmeegse kermisDan mochten we overal gratis in.

Ik heb altijd het idee gehad dat we gebruikt werden om de kermis attracties te testen! Maar dat is wel een heel slechte gedachte of niet? Om de waarheid geen geweld aan te doen moet ik ook nog melden dat de V&D de avond voor Sint Nicolaas alle gebrekkige uit Nijmegen en omgeving op een avond in de gelegenheid stelde om boodschappen te doen op een voor hun speciaal georganiseerde avond. Alle medewerkers van de V& D werkte gratis over, en het rode kruis zorgde voor het vervoer. Mijn gevoel van apartheid en de strijd er tegen is begonnen!

Over Jan Troost

Ik ben al 41 jaar betrokken bij de emancipatiebeweging van mensen met een handicap. Ik geloof in het leven, en dat humor een belangrijk wapen is om uiteindelijk iedereen zijn weg te laten vinden in onze samenleving. Creativiteit en vernieuwing zijn mijn credo, soms met een kritisch ondertoon, maar altijd met open vizier en gebruik makend van ieders kwaliteiten.

Een gedachte over “Sint Maartenskliniek 1971-1979 De po! Deel 6.

  1. Dit moment was ook voor mij het besef ‘anders’ te zijn en ‘apart’ behandeld te worden. Het gevoel van apartheid moesten we aan gaan pakken. Dat werd ineens heel duidelijk. Het schepte een band die er uiteindelijk toe lijden dat we een hechte strijdvaardige club werden.

Laat hier je reactie achter:

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.