Sint Maartenskliniek 1971-1977. Baldadigheid, kameraadschap en kattenkwaad. Deel 13

Over sommige dingen heb ik  getwijfeld of ik ze wel openbaar zou maken. Maar wil jullie dit deel van het leven op de Sint Maartenskliniek toch niet onthouden. Gelukkig ben ik wijzer geworden, maar kan niet ontkennen dat dit gebeurd is. Natuurlijk even deze waarschuwing: Doe dit niet na! 

De kleptomaan!

Sommige dingen blijven je bij, zoals die ene keer dat we het helemaal beu waren dat er steeds spullen werden gestolen uit onze kamers. Radio’s, boxen, stripboeken, eten werkelijk alles verdween! We wisten bijna zeker wie het deed, laat ik hem voor het gemak maar Peter noemen. Al meerdere keren hadden we het aan de groepsleiding aangegeven, maar ze deden er niets aan. Iedere keer hetzelfde Peter kan er niets aan doen, het is een ziekte kleptomanie.

Recht in eigen hand!

Nou, dachten we, dat kan allemaal wel wezen, maar daar hebben wij onze spullen niet mee terug! René, één van de nieuwe jongens, was zijn beidde onderarmen kwijtgeraakt. Doordat hij in Groesbeek achter in een schuurtje met een hamer op een bus  buskruit had geslagen, die daarop ontplofte met grote gevolgen. Zijn lotgenoot  Wim en hij kwamen bijna tegelijkertijd op de kliniek.  Wim  was zijn armen kwijtgeraakt doordat hij op de bouw in een bak zoutzuur was gevallen. Met zijn zessen beraamden we een plan om Peter eens goed onder druk te zetten om onze spullen terug te krijgen.

Luchtbuks in de aanslag
Luchtbuks in de aanslag

Ik had twee luchtbuksen en een luchtdruk pistool. Drie van ons zouden hem onder schot houden terwijl Wim en René hem verder onder druk zouden zetten.

De inval

Zo gezegd, zo gedaan. Met zijn zessen gingen we naar de tweede verdieping. René klopte aan en schoof de schuifdeur met een klap open. Met onze buksen in de aanslag stonden we voor Peter, die op zijn bed zat. Hij schrok zich werkelijk rot en wilde wegrennen. Maar René en Wim gingen op hem zitten. De ondervraging begon en Peter ontkende natuurlijk alles. Wim en René hadden een elektriciteitssnoer mee genomen en hielden ieder een stuk tussen hun stompjes vast. Wim deed net of hij de uiteinden in het stopcontact had gestopt en René hield de uiteinden van het elektriciteitsdraad  tegen Peter aan. Het angstzweet  stond op zijn gezicht en je zag de angst in zijn ogen. Hij was echt bang voor elektrocutie. Onder deze grote druk bekende hij alles. Onze spullen lagen verborgen in een kast in de kelder. Natuurlijk had hij de sleutel gestolen. Hij gaf ons de sleutel en wij spurten naar de kelder. Inderdaad daar lagen al onze spullen en van vele anderen. In de kast lagen verbandmiddelen, stripboeken, vorken, radio’s, lege flessen en vele andere spullen. Wij hebben er toen voor gezorgd dat iedereen alles terug kreeg. Maar de groepsleiding was woest.  Op deze wijze mochten we het recht niet in eigen hand nemen. We kregen dan ook straf, twee weekenden geen avondpermissie. Natuurlijk hadden we dit niet mogen doen! Maar we hadden wel onze spullen terug!

Zuster A. en de Reuma afdeling.

Wat hadden wij de pest aan Zuster A. Nog steeds mochten we niet bij onze broeders en zusters op de Reuma afdeling komen, ondanks dat ik daar inmiddels wel een vriendinnetje had. De enigste manier om haar te ontmoeten, was in de doka op het souterrain.

De reumaafdeling
De reuma afdeling achter in de gang de doka!

Dit was een soort van niemandsland omdat dit de enigste ruimte was waar zowel de reuma afdeling, als wel de revalidatie gebruik van maakte. Pikant detail, de doka (donkere kamer, foto’s waren nog niet digitaal en moesten door middel van chemicaliën zichtbaar gemaakt worden) was ook de enigste ruimte met een slot op de deur. Dit om te voorkomen dat er iemand binnen kwam bij het “ontwikkelen” van foto’s. Hier mocht natuurlijk geen licht binnen dringen!

Boontje komt om zijn loontje.

Op een bepaald moment dachten we: “nu gaan we wraak nemen!”. We woonden in de Flat en de slaapkamer van mijn vriendin was eigenlijk de oude wasruimte. Deze was verbonden met de metalen waskoker, die door alle verdiepingen heen liep. Met een paar van mijn vriendjes had we bedacht dat we “de Zuster” echt een keer terug  wilden pakken. We besloten steentjes in de waskoker te gooien. Op het moment dat ze dan het luik zou openmaken, zouden we een fles met 2 liter ouderwetse inkt die we van school hadden meegenomen van drie hoog naar beneden laten vallen.

Fles schoolinkt
Fles schoolinkt

Zo gezegd, zo gedaan. Het plan lukte en dat we nooit gepakt zijn was een wonder. Dat Zuster A. niet gewond is geraakt was het tweede wonder, maar dat ze wat blauw was na deze aanval hoef ik jullie niet te vertellen. Later zouden we haar een keer in de kelder betrappen, waar ze een fles sterke drank dronk. Je begrijpt dat we het daarna niet meer goed konden doen!

Over Jan Troost

Ik ben al 41 jaar betrokken bij de emancipatiebeweging van mensen met een handicap. Ik geloof in het leven, en dat humor een belangrijk wapen is om uiteindelijk iedereen zijn weg te laten vinden in onze samenleving. Creativiteit en vernieuwing zijn mijn credo, soms met een kritisch ondertoon, maar altijd met open vizier en gebruik makend van ieders kwaliteiten.

Eén reactie op “Sint Maartenskliniek 1971-1977. Baldadigheid, kameraadschap en kattenkwaad. Deel 13

  1. Hoi Jan, je verhalen openen een fontein bij me; ik lag van ’73-’78 op de reuma afdeling v/d maartenskliniek. Nav blog 13 ben ik wel heel nieuwsgierig wie je vriendinnetje was.

Laat hier je reactie achter:

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.