Carnaval 1980 uit de woonvorm gezet!

Al vele jaren vier ik carnaval bij mijn oude internaat vriendje, Jos. Eerst bij zijn ouders in Sittard en later in Landgraaf  in de woonvorm waar hij toen woonde. Tijdens één van de vele kroegavonden met mijn vrienden in Nijmegen kwamen we op het idee om met de hele club carnaval te gaan vieren in Maastricht. Joyce en Mick  kende ik van de Maartenskliniek en voor de rest onze vrienden van de havo. Met tien vrienden/vriendinnen zouden we afreizen naar de woonvorm in Landgraaf. Dit moest ik nog wel even doorgeven aan Jos, maar die vond alles prima. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd niet waar. Eén probleempje was er nog wel te overwinnen, twee meiden moesten nog toestemming hebben van thuis. Ik heb toen maar de stoute schoenen aangetrokken en de ouders gebeld of ze mee mochten. Aan de telefoon stelde ik me voor als: Jan Troost Maatschappelijk Werker (dat was ik inmiddels) . Ik zei: “wij organiseren een reisje voor een groepje gehandicapten mag uw dochter mee  als begeleiding. De ouders vonden dit een nobel doel en gaven meteen toestemming. Ik geef nu achteraf wel toe, dat ik een beetje “misbruik” heb gemaakt van mijn functie.

Schoolfeestje

Op de vrijdag voor carnaval was er een groot schoolfeest op de Nijmeegse scholengemeenschap. Cordick de  organisator van het schoolfeest  had geregeld dat we allemaal te gast waren.

Samen met Ron en Jean

Samen met Ron en Jean

Het bier vloeide rijkelijk en tot diep in de nacht hebben we daar gefeest. Rond zes in de ochtend gingen we naar het station in Nijmegen waar we de trein naar Landgraaf namen.

Met de trein naar Landgraaf

Ons gezelschap reist in de bagage afdeling van de passagierstrein, want in de normale passagierstrein konden rolstoelgebruikers niet in.  Mick, Joyce en ik zelf en één reserve rolstoel moeten mee en onze 7 lopende vrienden Cordick, Ron, Jeanne, Joris, Frank, blond en bruin en natuurlijk al onze bagage. Dat je niet in de coupe kon was gebruikelijk, zeker richting Limburg. We hadden de hele nacht niet geslapen dus zo goed en kwaad als het ging sliepen we wat in de bagageruimte. De bagageruimte zat  precies achter de machinist. Hij had de deur opengedaan om ons wat warm te houden want hier zat geen verwarming. Uiteindelijk komen we aan in Landgraaf en met vereende krachten worden we uit de wagon getild. Daarna zijn we eerst maar drank en eten gaan halen in de supermarkt. De kratten bier hadden we opgestapeld in de reserve rolstoel en zo lopen we in optocht naar de woonvorm. Jos staat al klaar om ons te ontvangen. Via de hoofdingang lopen we in optocht door  de gemeenschappelijke ruimte naar de kamer van Jos. Alle spullen worden daar neer gezet en we drinken eerst maar een goed bakje koffie. We maken een grote pot waar we al het geld bij elkaar leggen om de Carnaval te vieren. De slaapzakken worden neergelegd en de luchtbedden worden opgeblazen. Natuurlijk eerst Jos  bedankt voor zijn gastvrijheid. Die avond zouden we met een  taxibusjes naar Maastricht gaan. Op het Vrijthof hebben we friet gegeten en daarna ons gelaafd aan al het goede wat Maastricht te bieden heeft. De sfeer is geweldig ondanks dat het heel koud was. Ron had wat te veel gedronken en op een bepaald moment liepen we over de Servaasbrug. Hij sprong met zijn zatte kop op de reling van de brug en wilde laten zien dat hij nog makkelijk er over heen kon lopen.

foto brug over de maas

Servaasbrug

Ik moet je zeggen dan ben je in eens weer helemaal nuchter. Gelukkig kregen we hem er heelhuids vanaf. Aan het einde van de avond rijden we met de taxi terug naar de woonvorm. Daar aangekomen bleek de hoofdingang dicht te zitten. Hier waren we wel enigszins verbaasd over want het was pas drie uur en dan zou je verwachten dat in Limburg alles nog open is. Zo stil als mogelijk met een gezelschap van 11 wat enigszins aangeschoten personen lopen we naar de nooduitgang. De nooduitgang was een enorme helling die naar de eerste verdieping ging. Gelukkig konden we daar wel in komen. Uiteindelijk kwamen we aan bij de kamer van Jos. Na nog een flesje bier besluiten we te gaan slapen. De kamer van Jos is best wel klein 22 vierkante meter ongeveer. Dus het was allemaal inschikken een aantal van ons sliepen ook in zijn badkamer. Ik sliep bij de voordeur en rond vier uur vielen we in slaap. De nacht ervoor hadden we ook niet geslapen dus dat ging snel. Tot dat er hard op de deur  werd geklopt, heel hard en meteen stond er een man voor mijn slaapzak. Hij begint meteen te schreeuwen. Jos schrikt zich helemaal rot,  want hij kende de figuur met zijn driedelig pak. Al snel bleek dat hij in alle vroegte op de hoogte was gebracht van ons bezoek en aankomst midden in de nacht. Het was de directeur van woonvorm Schaesberg en hij was not amused. Zonder veel omhaal begon hij te dreigen met de politie en  als we niet onmiddellijk zouden vertrekken dit grote gevolgen zou hebben voor Jos. Ik probeer het nog te sussen met alle kennis die ik als maatschappelijk werker heb opgedaan , maar niets helpt. Het werkte eerder als een rode  lap op een stier. De directeur was in alle vroegte uit België vertrokken om aan deze wantoestand (vond hij) een einde te maken. Voor twee uur vanmiddag moesten we weg zijn anders werd alsnog de politie gebeld. Snel overleggen we wat te doen, want we willen Jos niet in de problemen brengen. We besluiten om rond 14.00 uur onze biezen te pakken. Na deze toezegging en de belofte dat we de boel schoon zullen achter laten verlaat het “pak” nog steeds briesend de ruimte. Achter hem slaat de deur met een klap dicht. Ons in verbazing achter latend.  Daarna wordt er een lachsalvo gestart door Mick, met zijn aanstekelijke lach. Hij zag er de lol wel van in. In eerste instantie kon ik het ook niet laten om in proesten uit te barsten. Maar wat nu? Kort daarop wordt er voor de tweede keer op deur geklopt.

Toch een dak boven ons hoofd

Het is dit keer een vriend van Jos. Peter hoorde al in de gemeenschappelijke woonvorm dat we er uit gezet waren. Maar hij had de oplossing, want hij had nog een huis in Rimburgen en dat mochten we gebruiken. Rimburgen ligt vlak bij Maastricht en dus een ideale uitval basis voor de Carnaval. Jos wilde geen minuut langer hier blijven en we pakten ook zijn spullen in. Gelukkig kon hij naar de Carnaval weer terug naar de woonvorm. Maar het is voor Jos wel de reden geweest om later echt “zelfstandig ” te gaan wonen in een Focus project in Maastricht. Bepakt en bezakt vertrekken we met het taxibusje naar het Vrijthof. Als een nomade volk met volle bepakking komen we aan in het centrum van Maastricht. Hier vieren we met volle overgave mee met al die geweldig verkleedde Carnavalsvierders. Het mooie is wel dat als je er vaker komt je altijd weer bekenden tegenkomt. Die avond kom ik in contact met een meisje uit Tilburg. Ze heeft mijn lengte ook 1 1/2 meter en al gauw komen we aan de praat en voor ik het weet zit ze op mijn schoot en kussen we uitbundig met elkaar.  Cordick hoorde ik nog wel zeggen dat hij er helemaal niets van snapte. Waarom hij wel en ik niet stamelde hij. Ik  zou het niet weten? Eerlijk gezegd ik weet niet eens haar naam,  laat staan waarom ze deze gezellige avond met mij heeft doorgebracht! Rond twee uur besluiten we om met de taxi naar Rimburgen af te reizen. ik neem afscheid van mijn Tilburgse vriendinnetje die ik daarna nooit meer heb ontmoet. Inmiddels begint het te sneeuwen en we zijn blij dat de taxi op tijd is. Het mooie is dat je in Maastricht nog het echte straat carnaval hebt. Voor ons wel prettig want de kroegen zijn echt stampvol. Moe sukkelen we achter in de bus die heerlijk warm is in slaap. Ineens stopt de bus en zijn we  er! Het straatnummer klopt, maar wat we zien is verontrustend. De chauffeur helpt ons uit de bus en vraagt nog: “hier moeten jullie slapen”?? Ik snap zijn twijfel want voor ons doemt wel een huis op,  maar de ramen zijn dichtgetimmerd.

Het bordje op de muur

Het bordje op de muur

Op de buitenmuur hangt een groot bord  “onbewoonbaar verklaarde woning”.  We kijken of de sleutel die Jos heeft gekregen past,  dat deed hij, maar hij ging niet open. Inmiddels komt de sneeuw gestaag naar beneden en krijgen we het steeds kouder. De taxichauffeur wenst ons veel succes en rijdt weg ons achter latend bij “ons ” huis.

Je moet je voorstellen drie rolstoelgebruikers, een rolstoel volgeladen met slaapzakken en bagage en zeven jongeren. Midden in de nacht op een besneeuwde verlaten weg in een klein dorpje. Al die commotie heeft zelfs de buurman uit zijn slaap gehaald. Hij komt naar buiten en verteld dat de eigenaar al weer enige tijd geleden uit het huis is gezet en op bevel van de Gemeente en dat de woning onbewoonbaar is verklaard. We beschrijven hoe Peter de vriend van Jos er uit ziet en de buurman herkende hem als zijn oude buurman. Inmiddels begon het behoorlijk door te sneeuwen. De vriendelijk buurman haalde een fles jonge jenever en zei: “Zo worden jullie weer een beetje warm”! Dankbaar voor zijn hulp en gastvrijheid gaat de fles van mond tot mond. Inmiddels is ook de politie gearriveerd die door iemand anders geattendeerd is op deze bijzondere groep die op straat stond. De agenten vragen wat we hier kwamen doen en we legde ze het hele verhaal uit. Dat we uit de woonvorm in Landgraaf waren gezet. Dat we van de  hulpvaardige Peter de sleutel hadden gekregen van “zijn huis”. om hier tijdens de carnaval te kunnen bivakkeren. Inmiddels kregen we het behoorlijk koud en ook de vriendelijke agenten zagen niet zo gauw een oplossing voor ons huisvestingsprobleem. Tot Cordick onze regelaar voorstelt om gewoon naar binnen te gaan en de nacht in het onbewoonbaar verklaarde huis door te brengen. De agent knikte en Cordick zag daar een verklaring van goedkeuring in. Hij pakt de zij-leuning van mijn rolstoel en slaat daarmee de ruit van de voordeur in. Met wat gewrik krijgt hij de deur open. De agenten verbaasd achterlatend gaan we naar binnen. Maar ook onze agenten zagen geen andere oplossing en we waren in ieder geval van de straat. Met vereende krachten werden we naar binnen gesleept. De elektrische rolstoel gaf het nodige licht. Gelukkig hadden we ook wat zaklampen bij ons. Het huis was echt heel koud en vochtig. In de kleine huiskamer legden we onze luchtbedden en slaapzakken neer. Het huis was bijna spookachtig, Cordick en Ron gaan op verkenning eerst naar de keuken waar overal condooms lagen en gipsen beeldjes bijna allemaal boeddha’s. In de pannen in de keuken hadden zich enorme schimmelculturen genesteld op de etenswaren die er al enige tijd stonden. Natuurlijk was het licht en het water afgesloten en in het schijnsel van de zaklampen was het allemaal behoorlijk spookachtig. Cordick loopt naar de kelder om te kijken hoe het er daar uit zag. Uit de kelder hoorden we een schreeuw Cordick roept: “gadverdamme”. Wat blijkt, hij dacht op de vloer van de kelder te belanden maar het bleek een laag poep te zijn die in de kelder was gelopen. Later bleek dat alle rioleringsbuizen waren weggehaald. Zo goed als het ging  zijn we daarna gaan slapen. We lagen dicht bij elkaar om warm te blijven. Jos, Mick, Joyce en ik waren door onze lopende vrienden op de grond gelegd en zo goed als het ging hebben we de nacht doorgebracht. De volgende morgen word ik wakker door een kleine zonnestraal die door de met hout afgezette ramen binnendrong. We besluiten om nog een nacht te blijven en met het busje weer naar Maastricht te gaan. De spullen laten we hier liggen. De buurman komt al vroeg langs met koffie en wat broodjes. Wat een Limburgse gastvrijheid. We vertellen hem dat we vanavond weer terugkomen. Hij vertelde dat hij wel een oogje in het zeil hield. Wenste ons nog een leuke dag in Maastricht. We waren blij met de buurman, want zonder gas, water en elektriciteit konden we helemaal niks. De buurman belde voor ons een taxibus en we reisden weer af naar Maastricht. Cordick sloot “ons “huis af met de sleutel van Peter. Je begrijpt dat we behoorlijk pissig waren op de vriend van Jos. Maar Jos was  altijd goed van vertrouwen. We worden weer afgezet op het Vrijthof en vieren de hele dag Carnaval zonder grote problemen. Helaas is er geen aangepaste toilet dus doen we onze behoefte maar achter de Servaas Kerk. We halen gegrilde kip om te eten want ons geld raakte op. Bij de poelier leek het wel een kerkhof overal lagen botten en skeletten van de kippen in de straat. Een beeld wat me zelfs nu nog op het netvlies gegrift staat. In de reserve rolstoel hadden we onze laatste twee bierkratten neergezet en langzaam maar zeker raakten we door de voorraad heen. Bier heeft echt het nadeel dat je naar de toilet moet en Cordick loopt met mij  aan de arm naar het toilet in een café op het Amor plein. Hier krijgt hij nog ruzie met een jonge feministe doordat hij zei: “hé meisje even aan de kant”. Ze slaat hem met sambaballen op zijn kop voor deze opmerking. Even dreigde het uit de hand te lopen maar door tussenkomst van Jeanne en Ron loopt het met een sisser af. We besluiten om terug naar Rimburgen te gaan. De meesten van ons zijn behoorlijk aangeschoten en Jos ligt  te slapen in zijn rolstoel. De taxi brengt ons weer terug naar Rimburgen waar we opnieuw de nacht doorbrengen. De avonturen van deze carnaval zullen nog lang niet  vergeten zijn. Onze Peter blijkt laten een koppelbaas te zijn die er soms wat rare praktijken op na hield maar over de doden niets dan goeds want enige tijd later verongelukt hij.  Zittend achter op een motor waar hij vanaf gegleden is en tegen de wand van een tunnel is aangevlogen. Wat al die condooms en Boeddha ’s in het huis deden blijft voor altijd een vraagteken. Als herinnering heeft Jos nog de sleutel van het huis en ik een van de vele Boeddha ‘s. Jos gaat met de taxi terug naar de woonvorm en wij worden afgezet bij het station in Landgraaf.

foto hondekop trein

Onze trein met bagagewagon

De reis naar Nijmegen verloopt verder goed en we nemen afscheid van elkaar en spreken de volgende avond af in café Du Commerce om te evalueren. Als dank krijg ik daar van blond en bruin een olielampje voor het avontuur wat we samen hebben meegemaakt. Ik denk niet dat de ouders dit verhaal kennen maar alsnog sorry dat ik een smoesje heb gebruik om ze mee te krijgen. Om ze niet alsnog in de problemen te brengen hebben ze de  schuilnamen blond en bruin gekregen in dit boek.

Over Jan Troost

Ik ben al 41 jaar betrokken bij de emancipatiebeweging van mensen met een handicap. Ik geloof in het leven, en dat humor een belangrijk wapen is om uiteindelijk iedereen zijn weg te laten vinden in onze samenleving. Creativiteit en vernieuwing zijn mijn credo, soms met een kritisch ondertoon, maar altijd met open vizier en gebruik makend van ieders kwaliteiten.

Laat hier je reactie achter:

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.