Vandaag met Koningsdag werd ik getriggerd door een Twitter bericht van Corine van Dijk (van Omroep Gelderland). Zij vertelde dat ze voor haar vader, bij de slager in Tilburg, zure zult kocht. Soms komen er bij het lezen van een woord oude herinneringen boven. Mijn oma was heel erg Koningsgezind en ze had enorme plakboeken vol met foto’s en geschreven teksten van het koningshuis.
Op de één of andere manier deed ze me altijd denken aan Koningin Juliana. Koningin Juliana heb ik overigens later nog mogen spreken toen ik Voorzitter bij de Gehandicaptenraad werd en zij afscheid kwam nemen van mijn voorganger Ab Friedhoff. Wat zou oma trots zijn geweest!
Feest
Voor mij was het altijd een feest om naar mijn oma te gaan. Ze woonde op een klein boerderijtje in Babyloniënbroek. Als ik door mijn ouders door het grind was geduwd harkte mijn opa, waar ik naar vernoemd was, het grind achter me weer keurig glad. Mijn opa was jager en ze hadden een grote tuin waar groente verbouwd werd. Ik kan me nog goed herinneren dat we na de jacht mee mochten helpen om de eenden en fazanten te plukken. Gezamenlijk plukkend rondom de grote wasteil waar alle veren in gingen. De hazen en konijnen hingen aan de waslijn buiten om te besterven voordat ze werden ingemaakt in weckpotten. Mijn oma had een keldertje waar al die weckpotten werden neergezet om later te nuttigen. We kregen daar beschuit met bramensap, zure zult, bloed worst met appel en meer van dat soort zaken bij. Natuurlijk stond er vaak wild op het menu en groente uit eigen tuin. Omdat het moeilijk was om in de rolstoel buiten te spelen kreeg ik altijd klusjes om te doen. Ik heb daar heel wat koper gepoetst; van oud koperen kogels uit de tweede wereldoorlog tot een asbak. Natuurlijk mocht ik ook helpen met het doppen van de boontjes, aardbeien in bakjes doen en meer van dat soort klusjes.
Ziekenhuis
In die periode brak ik heel vaak mijn armen en benen door mijn aangeboren Osteogenesis Imperfecta (inmiddels staat de teller op 50). Mijn oma kwam dan op bezoek in het ziekenhuis met het zogenaamde ’troosteten’. Iedere keer nam ze iets lekkers voor me mee. Ik kan me nog goed herinneren dat ze een keer binnen kwam met onder haar jas een weckpot met een eend erin. Ze fluisterde me toe dat ik de weckpot moest verstoppen onder de dekenboog die mijn gebroken been moest beschermen. Het ziekenhuis eten was in die tijd niet om over naar huis te schrijven. Mijn opa bracht daarin tegen jarenlang de Donald Duck voor me mee.
Toen ik eind jaren 60 bijna negen maanden in het ziekenhuis lag heeft oma een bericht in de Donald Duck geplaatst. In het bericht stond dat ik lange tijd in het ziekenhuis lag en dat ik heel blij zou zijn met een kaartje, speltjes, sleutelhangers, suikerzakjes, sigarenbandjes en suikerzakjes. Nou… dat heb ik geweten! Uiteindelijk is zij de aanstichtster geweest van mijn verzamelaars woede; iets waar mijn vrouw en kinderen haar nog dankbaar voor zijn!?
Iedereen moet mee kunnen doen. Ook op internet. Met toegankelijke websites zorgen we dat iedereen gebruik kan maken van de mooie dingen die internet biedt. Maar wanneer is een website toegankelijk? En wanneer is een website drempelvrij? Twee termen die nogal eens door elkaar worden gebruikt.
Alle Drempelvrije websites zijn toegankelijk
Een website is drempelvrij als deze de toetsing van Stichting Waarmerk Drempelvrij.nl heeft doorstaan. Dit is het Nederlandse keurmerk voor toegankelijke websites.
Pas na een uitgebreide inspectie kan je het Waarmerk Drempelvrij in ontvangst nemen. Je hebt dan een website die je ook echt drempelvrij mag noemen.
Een drempelvrije website is dus ook volledig toegankelijk. Dat weten we zeker, want hij is getest door een officiële (en onafhankelijke) instantie zoals Stichting Accessibility. De keuring vind plaats op drie verschillende niveaus (A, AA en AAA). Deze niveaus zeggen iets over hoe goed je website voldoet aan de WCAG 2.0 richtlijnen. Dit zijn internationale regels die vier principes hanteren:
Waarneembaar
Bedienbaar
Begrijpelijk
Robuust
Ieder principe is verdeeld in succescriteria. Al deze criteria bepalen hoe toegankelijk een website is.
Niet alle toegankelijke websites zijn drempelvrij
Niet alle toegankelijke websites zijn 100% drempelvrij. De keuring voor het Waarmerk Drempelvrij is vrij zwaar (en prijzig). Het is in Nederland alleen voor de overheid verplicht om het Waarmerk Drempelvrij te hebben. Gelukkig zijn er steeds meer organisaties die ook een drempelvrij-inspectie doen. Zij vinden de digitale toegankelijkheid net zo belangrijk als de offline toegankelijkheid.
Hoe herken ik websites met het Waarmerk Drempelvrij?
Een website met het Waarmerk Drempelvrij herken je aan een groen logo met een mannetje. Als je Level AA van de WCAG 2.0 richtlijnen hebt behaald dan krijg je het logo met twee groene sterren. Op de website van het Waarmerk Drempelvrij.nl staat een overzicht van alle drempelvrije websites. Hier kan je ook zien door wie de website is gebouwd.
Niet iedere Drempelvrije website is herkenbaar aan het groene logo. Zo heeft de website van mijn bedrijf Geev vorm geen logo geplaatst, maar wel het Waarmerk Drempelvrij behaald. Zo waren wij lange tijd de enige webdesigner in Nederland die het inspectie-traject helemaal heeft doorlopen en met succes heeft behaald.
Wat is nou beter? Toegankelijk of drempelvrij?
Ik zou het liefst zien dat via de wet verplicht wordt gesteld dat iedere website toegankelijk moet zijn. Alleen dan kunnen we er voor zorgen dat iedereen gebruik kan maken van alle mooie dingen die het internet te bieden heeft. Het VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap zet al een stap in de juiste richting, maar we zijn er nog niet.
Ik weet echter ook dat 100% toegankelijk niet voor ieder bedrijf of organisatie kan. Een mooie start zou zijn als alle websites van organisaties en bedrijven met een maatschappelijke of sociale functie toegankelijk zijn. Ik vind dat dit de websites zijn die volledig aan de WCAG 2.0 richtlijnen zouden moeten voldoen. Ik denk dan vooral aan zorgverleners, het onderwijs, bibliotheken en de politiek.
En moeten alle websites dan ook Drempelvrij zijn? Nee hoor, Drempelvrij is niet meteen beter dan 100% toegankelijk. Ik vind het belangrijker dat het besef er is bij bedrijven en organisaties dat een inclusieve samenleving verder gaat dan alleen de offline wereld. Het Waarmerk Drempelvrij kan daarbij helpen.
Bart Pluijms is expert digitale toegankelijkheid bij Geev vorm. Op persoonlijke titel blogt hij op onlinetoegankelijk.nl. Zijn wens: “Een betere website voor iedereen”.
Cadeau voor een Kamerlid worden, wat zou je daarvan vinden. Die vraag werd mij een paar weken geleden gesteld door iemand van de Patiënten Federatie Nederland. Eerst wist ik niet met welke instantie ik aan de telefoon hing. Patiënten Federatie? Nooit van gehoord. Bleek het de nieuwe naam te zijn van de NPCF.
Cadeau voor een Kamerlid worden, wat zou je daarvan vinden. Die vraag werd mij een paar weken geleden gesteld door iemand van de Patiënten Federatie Nederland. Eerst wist ik niet met welke instantie ik aan de telefoon hing. Patiënten Federatie?
Nooit van gehoord. Bleek het de nieuwe naam te zijn van de NPCF.
Handig?!
Mij ontgaat meestal het nut en de noodzaak van dit soort naamsveranderingen. Ik denk dat aantal pr- bureautjes dat beter kunnen uitleggen. Die leven daarvan. Maar dat terzijde.
Cadeau voor een Kamerlid.
Het is de bedoeling, zo werd mij verteld, dat je aan het Kamerlid duidelijk maakt wat het effect in de praktijk is van beslissingen die in de blauwe vergaderzaal in Den Haag worden genomen. Tja, dat is natuurlijk wel een goeie. Vertellen wat er mis is tegen de persoon die daar wat over te zeggen heeft is natuurlijk heel erg verleidelijk. En mij niet geheel vreemd. Dat heb ik eerder, met tamelijk succes, samen met anderen, gedaan. Wel al een hele tijd geleden. Ben eigenlijk een beetje dat wereldje uit. Muziek maken is nu het belangrijkste, maar ach.
Fietsen (totaal geen ervaring mee) schijn je ook niet te verleren dus gaan met die banaan.
Ik heb dus Ja gezegd.
Alleen het woordje patiënt, dat blijft bij mij wel wringen. Zeker als je aangekondigd wordt door Jeroen Pauw als de patiënt met de chronische ziekte. Maar ja, wiens brood men eet wiens taal men spreekt zullen we maar zeggen.
Niet dat ik betaald word, nee ervaringsdeskundigheid brengt nog steeds niets op, maar ja die club stuurt me op pad dus hoppa: patiënt.
Het resultaat telt.
Lilian Marijnissen en ik gaan een tijdje met elkaar optrekken.
Ik ga het met Lilian, hoe kan het ook anders, hebben over het PGB en al die onzinnige schotten tussen al die zorg wetten. En natuurlijk over hoe de angst voor fraude is veranderd in de paranoia van de papierwinkel. Liefst tot achter de komma. En pakt het fraude aan? Natuurlijk niet. Wel jaagt het mensen de gordijnen in als zij een ‘vinkje’ hier en daar zijn vergeten. Maar ja dat ‘bekt’ niet.
Corina Heijstek,
Mijn maatje van Per Saldo, doet ook mee. Corina gaat met name met haar in de slag over hulpmiddelen. Daar heeft Corina bedroevende ervaringen mee. Haar rolstoel vloog in brand en was total loss. Ze moest maar liefst 8 maanden op een nieuwe wachten. Al die tijd lag ze op bed! Ga er maar aan staan. Ik ga het met Lilian, hoe kan het ook anders, hebben over het PGB en al die onzinnige schotten tussen al die zorg wetten. En natuurlijk over hoe de angst voor fraude is veranderd in de paranoia van de papierwinkel. Liefst tot achter de komma. En pakt het fraude aan? Natuurlijk niet. Wel jaagt het mensen de gordijnen in als zij een ‘vinkje’ hier en daar zijn vergeten. Maar ja dat ‘bekt’ niet.
Ik werk in de gehandicaptenzorg. Kort geleden zijn wij overgegaan op een nieuw merk incontinentiemateriaal. Volgens de vertegenwoordiger hoef je de cliënten niet meer bij ieder plasje te verschonen. Dit scheelt tijd en geld was de motivatie. Ook zijn de cliënten er bij gebaad.
Waarom? Minder gehannes door het verschonen.
Ik kreeg de kriebels, ‘dus ik laat ze zitten met een natte broek?’ vroeg ik. Omdat dat kan… Verschonen we de cliënten helemaal niet meer??!
Omdat het kan… volgens de vertegenwoordiger.
Dat wil ik wel eens voelen en meemaken riep ik uit!
Vandaag ben ik een dagje vrij. Ik heb een nacht-inco maatje M mee genomen. Hier laten we cliënten met gemak 12 uur in ‘slapen’. Hoe lang hou ik het vol?!
11.55 Inco gaat aan.
Dat is nog verdomd lastig om bij jezelf te doen. Grappig aangezien ik het al ruim 19 jaar bij andere aan doe. Wat is hij dik tussen bij mijn benen. Het is een onprettig gevoel. Ik kan niet normaal lopen. Mijn broek gaat nog maar net dicht. Ik heb een pot thee gezet zodat ik mijn luier kan gaan vullen.
12.10 Warme billen.
Ik ben mij er erg bewust ervan dat ik hem aan heb. Zeker ook tussen mijn benen. Tijd voor wat afleiding.
12.53 Rondlopen erin is niet prettig.
Ik waggel. Nu snap ik die grappige waggelende baby’s ook. Het zit erg strak bij mijn liezen. Dat was dan ook het advies van de verkoper. Zorgen dat het goed strak zit daar, want dan blijft het goed zitten. Het liefst zou ik hem losser doen, aangezien mijn cliënten hiertoe niet in staat zijn, laat ik hem maar zitten zoals hij zit. Als ik erin zit heb ik echt het gevoel dat er een kussen onder mijn billen zit, niet zo’n lekkere zachte, hij bedekt ook niet mijn hele kont. Aan dat kussen tussen mijn benen raak ik ook nog niet echt aan gewend. Het is een onprettig gevoel. Zitten met je benen over elkaar kan niet echt dus zit ik wat wijdbeens, how lady like. Ik denk dat ik wel een plasje heb in mijn blaas maar durf het eigenlijk nog niet te doen. Tijd voor nog een kopje thee!
13.24 De plas is gedaan!!
Ik moest mijzelf wel even foppen door op de wc te gaan zitten en het kwam er niet uit zoals normaal omdat je het zachtjes in je inco voelt lopen, dat is natuurlijk raar voor mij. Mijn blaas is echter opgelucht. Wat is dat warm, je plas. Ik heb nu al twee keer bij de spiegel gekeken of mijn broek niet ondertussen nat is, maar het zit nog in de inco. Mijn billen voelen nu echt helemaal nat aan. Het liefst trek ik hem nu ook uit. Voelt vies namelijk.
Grote humor om in je eentje nu ook te ontdekken hoeveel verzadigde blokjes ik heb op mijn inco, 2! Hiervoor moest ik atletisch mezelf in de spiegel bekijken. De inco heeft speciale streepjes die verkleuren als je in de inco plast. De streepjes zijn weer onderverdeeld in blokjes en dan kan je zien hoe nat die is. Ik heb natte billen, en een droge broek dus ik ga verder met mijn bezigheidstherapie.
13.40 De thee is ondertussen op.
Ik twijfel of ik een nieuwe moet zetten of gewoon een fles wijn om het vol te houden. Het voelt alsof ik in een natte badpak zit. De warmte is er ondertussen wel van af. Het begint wat te jeuken en kriebelen. Nu al vind ik eigenlijk dat iedereen die cliënten verzorgd en hen inco’s aandoet dit een keer moet doen en voelen. Zeker als je werkt met mensen die vroeger zelf naar de wc konden en nu inco’s aan hebben. Ervaar het maar, plassen in zo’n ding. Mijn cliënten hebben er altijd een aangehad (EMVB). Zij hebben vast niet zo’n ‘gevoelig’ huidje als ik heb die nu al SCHREEUWD om een droge broek, of wel?!
Volhouden Tas!
Denk voortaan aan dit moment als je moe bent en geen zin hebt om ze weeeeeer te verschonen. Het zachte warme kussen onder mijn kont voelt ondertussen aan als een natte met proppen gevuld kussen. Het zit niet meer lekker!
14.15 Daar kwam de tweede plas.
Het werd helemaal warm bij mijn liezen. Mijn spijkerbroek is nog steeds droog. Dus het werkt wel goed dat het in de inco blijft. Ondertussen zijn 3 ½ blokjes verzadigd. Dus ik hou hem nog even om. Het jeukt, het kriebelt en begint weer af te koelen. Dat afkoelen vind ik eigenlijk nog wel het meest vervelend. Kan me voorstellen dat het in de winter nog kouder aan voelt. De inco lijkt ook hard te worden. Het kussen onder mijn billen is niet prettig. Hard en nat. Stil zitten is niet prettig. Zwaarder wordt hij zeker! De tweede pot thee is gezet en ik hou vol op naar plas drie!
15.15 Bij iedere beweging die ik maak voel ik koude natte billen.
Zolang ik stil zit is het geheel alleen nat. Zoals ik al eerder schreef is het nu hard om erop te zitten, en ik voel mijn huid kriebelen.
15.30 Plas drie!!!
Tijdens het plassen voelde ik me broek nat worden, gelijk naar de badkamer gewaggeld! De inco was verzadigd. Uiteindelijk waren er maar 6 blokjes waren gekleurd van de 9. De inco woog 1 kilo en 200 gram. Behoorlijke plas dus. De inco kan behoorlijke hoeveelheid aan!!
De reacties die ik kreeg van familie en vrienden was dat ze respect voor me hadden, het knap vonden en natuurlijk dat het gestoord was.
Alleen ik doe zulke rare dingen.
Hoe raar is het om een inco aan te hebben. Sommige van mijn cliënten hebben die al 56 jaar aan. Dan zullen wij waarschijnlijk denken; ‘zij weten niet beter’. Dus voelen ze het ongemak van een nat, warm, koud, vol, hard, zware inco dan niet?! Vertellen wij ze wel eens dat we het knap vinden dat ze 12 tot 14 uur zo’n ding aan hebben en hun behoefte erin doen? Moeten ik vanaf nu cliënten ’s nachts extra gaan verschonen als ze slapen? Zelf denk ik zolang ze slapen ik dit niet hoef te doen, maar zodra ze wakker zijn moet ik er wel zijn om ze zo snel mogelijk van dat vieze ding af te helpen. Ik heb meer gedronken dan dat ik mijn cliënten geef als ze slapen ’s nachts. Zelf plas ik ook wel wat minder in de nacht dan dat ik nu heb gedaan.
Zal ik overdag mijn cliënten minder gaan verschonen nu omdat ze ‘maar’ 2 blokjes nat zijn en de inco nog wel een blokje meer nat kan worden?!
Nee. Het is geen prettig gevoel om een natte broek aan te hebben. Hij wordt zwaar, hard en koud. Als je dan moet lopen, bewegen of zitten is dit niet prettig.
Waarschijnlijk ga ik mijn cliënten na deze ervaring vaker verschonen.
#challangeaccepted #incochallenge
Tasnim Ridderhof
Noot van de redactie: Misschien goed idee om dit experiment ook door vertegenwoordigers van inco te laten doen. Daarnaast is het de moeite waard om ook Minister Schippers uit te dagen!
Wij Staan Op! vraagt in open brief om vier kerndoelen van belang voor de participatie van mensen met een handicap mee te nemen in het regeerakkoord.
Toegankelijkheid wordt de regel, ontoegankelijkheid de uitzondering. 5 april 2017, te Leiden
Geachte mevrouw Schippers,
Wij benaderen u in uw huidige rol van informateur van het mogelijk toekomstige kabinet,
Op 14 juli 2016 trad het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap in werking in Nederland. Bij de formatie van een nieuwe regering behoeft deze erkenning van de ongelijke positie van deze mensen expliciete aandacht te krijgen. Nú kunnen keuzes worden gemaakt die actief en effectief bijdragen aan een samenleving waarin mensen met een beperking op gelijke voet kunnen mee doen. Net als vele anderen heeft Wij Staan Op!, een beweging van jongvolwassen ervaringsdeskundigen, ook vorig jaar al aandacht gevraagd voor de ratificatie van het VN-Verdrag. We doen nu opnieuw een beroep op de beleidsmakers om verschil makende stappen te zetten.
Op veel kerndoelen is nadere invulling noodzakelijk om mensen met een levenslange en levens brede beperking of chronische ziekte autonoom en op voet van gelijkheid te kunnen laten participeren. Wij Staan op! doet hierbij concrete voorstellen op vier van deze doelen.
Dit zijn: 1. Reduceren van regeldruk. 2. Bescherming van de financiële positie; 3.Betere toegankelijkheid treinen 4. Beschikbaarheid van betaalbare toegankelijke woningen en keuzevrijheid van woongemeente.
1.Regeldruk voor mensen met een beperking sterk reduceren.
Het autonoom leven staat onder druk. Mensen met een handicap die zelfstandig wonen, moeten bijvoorbeeld, elk jaar opnieuw, invullen hoe hun zorg er van minuut tot minuut uit ziet. Terwijl het volstrekt duidelijk is, dat hun handicap nooit zal verminderen of verdwijnen. Dit gaat tot op het detailniveau van tandenpoetsen. Iemand krijgt alleen hulp daarbij als dat op papier staat en als een arts opnieuw heeft verklaard dat zij die hulp nodig hebben. Voor iedere (verlenging van) voorziening(en) zijn steeds nieuwe medische verklaringen nodig. Met verschillende maatregelen willen wij hier een einde aan maken:
A. Stel één allesomvattende menselijke medische verklaring beschikbaar, die toegang geeft tot de verschillende voorzieningen op alle levensterreinen. Een simpel voorstel met een grote directe besparing. Een rekenvoorbeeld: uitgaande van 10.000 mensen, 10 verklaringen per jaar à €37, levert een besparing op van €3.700.000.Bevorder maatwerk door gemeenten. Laat de vraag van de cliënt (gesteund door deskundigen) bepalen wat nodig is.
B. Ontmoedig het standaard, vaak niet passend aanbod van een gemeente. Dit bespaart veel overlegtijd en veel loze procedures. En nog erger, wat nu gebeurt: verspilling omdat de geboden, ook nog steeds dure, standaardvoorziening niet werkt. Persoon is niet geholpen, voorziening wordt niet benut. Geld is weggegooid.
C. Ontschot de financiering van de voorzieningen (bijvoorbeeld met een participatiebudget). Ook dit bespaart geld omdat er geen dubbelingen en/of overlap ontstaan of schrijnender nog: ingewikkeld getouwtrek over wat waar thuis hoort met als gevolg geen toekenning. Goede voorbeelden zijn: Integraal PGB in de gemeenten Woerden en Delft. Dit geeft enorme voordelen voor de zorgvrager en levert tegelijk een besparing op.
Resultaat van de voorgestelde maatregelen:
Een drastische vermindering van de bureaucratie en passende en levens brede verstrekking van voorzieningen. Met als gevolg: kostenbesparing voor de verstrekkers en kwaliteit plus meer tijd van leven voor personen, die zelfs mèt maatwerkvoorzieningen, nog steeds al hun creativiteit nodig hebben om een beetje normaal te leven.
2.Bescherming van de financiële positie van mensen met een levenslange en levensbrede beperkingen/of chronische ziekte.
Deze groep mag geen hogere kosten hebben dan andere Nederlanders. Wij Staan Op! vraagt uw aandacht voor de financiële positie van mensen met een levenslange en levensbrede handicap. Geschat wordt dat een kwart tot een derde van de mensen met een beperking in armoede leeft. Bovendien heeft het Nibud (zorguitgaven chronisch zieken en mensen met een beperking september 2016) gerapporteerd dat mensen met een beperking substantieel extra (zorg)kosten hebben als gevolg van hun handicap. Het is volgens ons noodzakelijk dat gericht, consistent en fijnmazig beleid ontwikkeld wordt dat een financieel gelijkwaardige positie waarborgt ten opzichte van de financiële positie van mensen zonder beperking of chronische ziekte. Een breed onderzoek naar de (onbedoelde) effecten van wet- en regelgeving op de inkomenspositie en de specifieke kosten van deze mensen is hiervoor nodig. De arbeidsmarktpositie moet worden versterkt zodat zij ook hun inkomenspositie kunnen verbeteren en een pensioen kunnen opbouwen. Negatieve financiële effecten van keuzes om samen te wonen moeten worden vermeden. Wij Staan Op! vraagt om te laten onderzoeken wat er nodig is om verbetering in de huidige extra ongelijke situatie te brengen en om, beginnend met de nieuwe belastingwetgeving, expliciet rekening te houden met al deze mensen.
3.Betere toegankelijkheid treinen
Mobiliteit wordt ook als een van de rechten in het VN verdrag omschreven. De toegankelijkheid van het OV en dus ook van de treinen maakt hier een belangrijk deel van uit.
De NS heeft een planning voor het toegankelijk maken van het OV. De belangrijkste items zijn:
Een uitbreiding van de in- en uitstaphulp met 45 stations binnen 10 jaar.
Op hoogte brengen van de perrons voor 2030.
Die planning biedt voor de korte termijn dus nauwelijks soelaas. En over 10 jaar kunnen rolstoel- of scootmobiel-gebonden passagiers met deze planning nog steeds 250 stations in Nederland niet gebruiken. Het op hoogte brengen van de perrons is alleen effectief als de treinen aangepast zijn en dat is maar beperkt het geval. Dus, als er verder niets gebeurt is er in 2030 (over 13 jaar) nog steeds zeer beperkt in- en uit stap hulp en zijn er nog steeds maar beperkt treinen zelfstandig toegankelijk.
Wij Staan Op! dringt er bij de regering op aan om nú passende maatregelen te nemen die toegang tot vervoer breder mogelijk maken en die waarborgen dat NS, als private partij zich rekenschap geeft van de noodzaak om te blijven investeren in toegankelijkheid en, naast het uitrollen van grote projecten, betrokken en actief zoekt en blijft zoeken naar creatieve oplossingen.
In dat kader, en vanuit het besef dat niet alles in één keer kan worden gerealiseerd stelt Wij Staan Op! een minimale aanpassing van het beleid voor die slechts een minimale investering vergt. Een kleine stap die echter wel al op korte termijn tot significant grotere toegankelijkheid van treinen kan leiden.
Er is een drietal typen toegankelijke treinen (Sprinters/lightrail) in gebruik bij de NS en bij andere vervoerders zoals Arriva. Dit betreffen bij NS de SLT (131) en de Flirt treinen (58) en de aankomende SNG (118). Deze gelijkvloerse instaptreinen doen tezamen veel stations aan. Veelal stations waar nu geen in- en uitstaphulp is. En stations waar de perrons niet op hoogte zijn. Met gevolg dat de toegankelijkheid van deze treinen niet benut kan worden, ook niet straks, na realisatie van bovengenoemde plannen van NS.
Wij stellen voor:
A.Deze gelijkvloerse instaptreinen uit te rusten met een losse lichtgewicht loopplank, (zoals Arriva dit met succes ook doet waar zij rijden met de toegankelijke lightrail treinen) en de conducteur de verantwoordelijkheid te geven voor het in- en uit stappen van de rolstoel- of scootmobiel-gebonden reiziger op stations waar geen assistentie is. Voor de conducteur vrijwel geen meerwerk, omdat deze nu ook al meestal betrokken is bij het in- en uit stappen. Zij checken altijd bij hun passagiers waar ze eruit moeten. En vergeleken met de vaak lange intercity’s heeft de conducteur van een sprinter overzicht over zijn hele trein. Dit vergt een eenmalige investering van : €153.500 (€500 (loopplank) x 307 (aantal toegankelijke treinen bij NS). En deze treinen te vermelden in de reisplanner.
B.Prioriteit te geven aan aanpassing van de perronhoogte bij die perrons waar de toegankelijke treinen al rijden. Dit vergt geen extra investering, alleen een andere prioriteitstelling.
C. In drie jaar tijd de in- en uitstaphulp uitrollen op die stations waar geen toegankelijke trein rijdt.
D. Wij Staan Op! als ervaringsdeskundige en creatieve gesprekspartner te betrekken bij verdere ontwikkeling van het toegankelijkheidsbeleid.
4.Beschikbaarheid betaalbare toegankelijke woningen en keuzevrijheid van woongemeente.
Voor alle starters op de woningmarkt is er op dit moment een enorme schaarste. De wachtlijsten voor een betaalbare huurwoning zijn lang en kopen is onmogelijk. Voor mensen met een beperking die zijn aangewezen op een aangepaste woning met een lage huurprijs zijn de problemen nog groter. Voor hen zijn er vaak ook geen alternatieven omdat een studentenkamer voor hen in bijna alle gevallen ongeschikt is, of wordt als zij afstuderen.
De problemen zijn door de regelgeving rond passend toewijzen in de Woningwet 2015 sterk toegenomen en met name de druk op de goedkope woningvoorraad, waarop mensen met een laag inkomen zijn aangewezen. Aangepaste woningen hebben vaak hogere huren omdat ze meestal groter zijn en ze ook anderszins hogere stichtingskosten hebben. Veel aangepaste woningen hebben daardoor dus een te hoge huur voor de doelgroep. En er zijn er simpelweg véél te weinig.
Wij vragen u.
A. Om in de Woningwet 2015 voor mensen met een indicatie voor een aangepaste woning een voorziening te treffen bij de thans bestaande regels voor passend toewijzen.
Om in het nieuwe Bouwbesluit toegankelijkheid en bruikbaarheid voor mensen met een beperking als standaard op te nemen. Al eerder is helaas vaak gebleken dat marktpartijen hier zonder regelgeving geen rekening mee houden en dat zij de vrijheid nemen om van standaarden uit te gaan, die al bij de planvorming, onbedoeld mensen met een beperking buiten sluiten met alle negatieve gevolgen van dien voor deze groep mensen.
Wij Staan Op! zet liever één stap echt, dan dat we praten over grote stappen en we vragen u met deze brief om datzelfde te doen.
Nu het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap is geratificeerd zet Wij Staan Op! zich verder in om een verandering in Nederland te bewerkstelligen in mentaliteit en in werken aan oplossingen. We willen dat mensen met een handicap niet worden gezien als een aparte groep voor wie van alles in aparte wetten en regelingen moet worden geregeld, maar dat er met ons in plaats van over ons wordt gepraat. Inclusiever denken en doen, zien we als één van de manieren om dat te bereiken. Op deze manier, met de kennis van ervaringsdeskundigen, zorgen wij ervoor dat de uitvoering van het VN-verdrag in het land wordt gedaan.
Om de mensen met een handicap een gelijkwaardige positie te geven als burger van de samenleving blijven we steeds opnieuw investeren in de constructieve dialoog met de politiek en de samenleving. Maar ook blijven we organisaties, en individuele personen, bewust maken van de gemaakte keuze voor toegankelijkheid als de norm (door het aannemen van het VN-Verdrag), wat er nu moet gebeuren en wat ieder daar zelf aan gaat bijdragen.