Vandaag hebben Rob en ik een “geheime ontmoeting” met vader Pavel Adelgeim, aartspriester uit Pskov. Onze ontmoeting is midden op het kerkhof s’ morgens vroeg om 6.00 uur. Zelfs een bezoek uit Nederland kan hem al in de problemen brengen. Rob en ik hebben ook onze andere delegatieleden niet op de hoogte gebracht van ons bezoek. We verlaten het hotel via de nooduitgang in alle vroegte. Op verzoek van de Stedenband, de werkgroep Kerken, brengen we hem een brief uit Nijmegen. Hij is blij met het bericht. Ik geef nu wel toe, dat om zes uur s’ morgens een geheime ontmoeting te hebben op een kerkhof, wel een beetje luguber en eigenlijk ook wel eng is.
We worden opgewacht door de Aartsbisschop bij een kleine Kapel midden op het kerkhof.
We geven hem de brief, die hij meteen door leest. Hierna nodigt hij ons uit in het kleine kapelletje. Omdat hij uitstekend Duits spreekt, wisselen we onze eerste ervaringen uit. Ik geef aan dat we graag meer willen weten over de situatie van mensen met een handicap in Pskov. Hij verteld ons dat de positie van jongeren met een aangeboren handicap slecht is en adviseert ons te vragen of we bij deze mensen thuis kunnen gaan kijken. Zeker omdat we een aantal rolstoelen bij ons hebben die we goed willen afleveren. Na afscheid te hebben genomen, lopen we over het kerkhof terug naar ons hotel .
“In augustus 2013 kwam het vreselijke bericht dat de inmiddels 75-jarige priester is doodgestoken, hij werd op maandagochtend aangetroffen in de kerk. De verdachte is een man uit Moskou. Pater Pavel Adelgeim had als dissident veel kritiek op de Russisch orthodoxe kerk en vond het als één van de weinige geestelijken maar niets, dat de vrouwen van punkband Pussy Riot naar de strafkampen gestuurd werden voor hun verzet.”
Wat ik wel heel bijzonder vind is dat tijdens Allerzielen, de Russen hun nabestaanden eren door naar het graf te gaan. Om daar gezamenlijk te eten en te drinken bij hun dierbare overledenen. Ook wordt voor de overledenen een glas Wodka op de grafsteen gezet. Bij ieder graf staat ook een bankje voor de nabestaanden. Als het glas de volgende dag leeg is (verdampt volgens mij) is men weer geheel gerust gesteld. Na nog wat gefilmd te hebben op het kerkhof en nog wat foto’s te hebben gemaakt voor ons verslag, lopen we door de volledig verlaten straten terug naar het hotel. Rob en ik maken nu gebruik van de hoofdingang want die is inmiddels open. Na het ontbijt met onze andere delegatieleden, die overigens wel boos waren dat zij niets wisten van ons uitstapje naar het kerkhof, gaan we met ons busje op pad.
De Blindenfabriek
Om 10.00 uur komen we aan bij de fabriek van de Blinden. We worden ontvangen door Alexander Gregorev de directeur, en Alexander Jacolev, de vertegenwoordiger van de Blindenbond. De heer Jacolev vertelde ons dat er in 70 rayons van Rusland 235.000 blinden en slechtzienden leven. Hiervan hebben er 54.000 een baan.
In de regio PSKOV werken er 2000 zowel in fabrieken, als thuis. Er zijn ook blinden die werken als masseur, musicus, onderwijzer of programmeur. Ook niet werkende blinden krijgen een aanvulling van de bond op hun schamele staatspensioen. De blindenbond zorgt er ook voor dat er apparatuur en brailleboeken ter beschikking gesteld worden. Men kan gratis gebruik maken van het openbaar vervoer en men hoeft geen kijk en luistergeld te betalen, telefoonkosten worden volledig vergoed. De bond bezoekt al haar leden, minimaal één keer per jaar om eventuele problemen op het spoor te komen. Er is totaal geen samenwerking tussen blinden en doven organisaties. Dit wordt sinds 1989 door de centrale blindenorganisatie (Moskou) niet meer toegestaan. Men is bang dat dit ten koste gaat van het budget voor blinden. In de fabriek werken 500 blinden en zeer slechtzienden. De directeur is zelf ook bijna blind en zeer enthousiast over zijn fabriek. Men werkt per dag zeven uur en ze maken diverse onderdelen voor elektrische apparaten, auto’s en telefooncentrales. Van de winst gaat 30% naar de centrale blindenorganisatie in Moskou. De sfeer in de fabriek is vriendelijk en ontspannen, overal staan tv ’s aan. Na een bezoek aan het toilet dat ik samen maakte met Alexander Gregorev realiseerde ik me dat onze toiletten er in Nederland wel heel erg mooi uit zien. Hier werd ik geconfronteerd met een doorgesneden regenpijp, die als urinoir werd gebruikt. Deze lekte dusdanig dat je je kon afvragen of we niet beter gewoon tegen de muur aan moesten plassen. Maar ja, een rolstoeltoilet hadden ze niet en je moet wat.
Tijdens de vergadering en de lunch wordt onze vriendschap meerdere malen met wodka bekrachtigd. natuurlijk moest er op vader, moeder, opa, ons bezoek en vele anderen geproost worden. Als voorzitter en gast kun je niet weigeren! Dus vanaf 10.00 uur waren we al behoorlijk aan de Russische gewoonte gewent. Onder het uiten van nasdrofja (proost) heffen we menigmaal het glas.
Bijna diplomatieke rel
Enigszins overmoedig door de wodka begon ik mijn toespraak met: “Gehandicapten aller landen verenigd u”, even was ik de politieke gevolgen van deze uitspraak hiervan vergeten. Mijn delegatieleden fronste hun voorhoofd en Gerard, onze tolk twijfelde of hij het zo moest vertalen. De directeur keek me aan, gaf een glimlach van oor tot oor en begon te vertellen dat ik op Lenin leek. Vol enthousiasme liep hij naar de kast toe en overhandigde me een rode vlag met hamer en sikkel en de beeltenis van Lenin in gouddraad geweven. Hij vroeg of ik niet wilde blijven want leiders als ik had zijn land nu hard nodig. Enigszins verrast door deze vraag, gaf ik aan dat ik veel vertrouwen had in onze Russische kameraden. Als we iets voor hun konden betekenen dan zouden we dat zeker doen. Ik gaf aan dat wij als delegatie, ook onder de indruk waren van de werkwijze in de fabriek. En van de Blindenbond, die zelf hun eigen infrastructuur en voorzieningen hadden geregeld. Na de nodige cadeau ’s te hebben uitgewisseld, nuttigen we samen een heerlijke lunch met de nodige alcoholische drankjes. Vrolijk verlaten we de fabriek en nemen uitbundig afscheid . Op het grote eindfeest zullen we elkaar weer tegen komen vertelde Alexander me.
Blindenbibliotheek
Op ons verzoek gaan we daarna met de bus naar de blindenbibliotheek waar we ontvangen worden door Svetlana Petrovna die ons vol trots verteld dat de blindenbibliotheek valt onder het Ministerie van Cultuur. Net als bij ons zijn er drie vormen van literatuur: braille, gesproken vorm (band en cassette) en groot letterboeken. Als voorzitter van onze delegatie krijg ik het Russisch braille-alfabet aangeboden. Na een korte bezichtiging van de bibliotheek staan ook hier weer veel lekkernijen klaar ! Omdat dit bezoek korter is dan gepland en er nog wat tijd over is krijgen we nog een korte rondleiding door het Nirozjki klooster. Op deze manier krijgen we ook de schoonheid van Pskov te zien.
De “Optimist”.
Om 17.30 uur komen we uiteindelijk aan bij de sportclub de “Optimist” voor gehandicapten. Na de nodige trappen te zijn opgedragen worden we ontvangen door de voorzitter, mevrouw Galina Sorkina. Na weer wat trapjes komen we in een kleine ruimte. Daar schuiven we aan tafel bij 20 jonge mensen, met een lichamelijke handicap. Op de één of andere manier was ik opgelucht, dat ik hier in contact kwam met mensen die spastisch waren, een dwarslaesie hadden en andere lichamelijke handicaps. De hele club bestaat uit 70 leden waarvan er velen al vanaf de geboorte gehandicapt zijn. Er wordt gezwommen, rolstoeltennis gespeeld en marathon gereden. Het is bijna niet mogelijk om aan sport rolstoelen te komen, anders dan tegen harde valuta. De voorzitter geeft aan dat er behoefte is aan fitnessapparatuur omdat fysiotherapie voor jongeren bijna onmogelijk is. Met deze apparatuur hebben ze de mogelijkheid om zelf te trainen. Maar de ontmoeting staat hier centraal. Pskov is slecht toegankelijk, dat had ik zelf ook al ondervonden! Daarnaast is er in Rusland voor oorlogsinvaliden meer geregeld dan voor jongeren die vanaf de geboorte een handicap hebben. Eigenlijk moeten die het zelf maar uit zoeken. Na dit bijzondere bezoek rijden we terug naar ons hotel waar we gezamenlijk met onze delegatie het dineren. Later die avond zouden we onze gastheren weer ontmoeten in het theater. Na het eten worden we door Valentin snel weer in de bus geholpen. Om 20.00 uur worden we ontvangen door de Doven organisatie die een professionele dansgroep uit Sint-Petersburg heeft uitgenodigd om in een klein theater, eigendom van de Dovenorganisatie, voor ons te dansen.
De voorstelling.
Deze voorstelling was echt geweldig, wat een rijkdom aan cultuur heeft dit volk. Ook hier waren we de enigste gasten samen met onze gastheren en de sponsors. Kort na de voorstelling, word ik door Gerard gevraagd om mee te gaan, de sponsoren wilden graag even met mij alleen spreken. Ik word naar een aparte ruimte gebracht, waar de vier mannen, die ik al eerder ontmoet had op de draagvleugelboot, zaten. Meteen haalden ze een stoel voor me weg en Gerard (mijn tolk) en ik namen plaats aan een lange tafel. Na ook hier weer gezamenlijk een glas wodka te hebben gedronken neemt een van de sponsoren het woord. Na wat vriendelijke woorden over het belang van ons bezoek, kwam eindelijk de werkelijke reden van dit overleg op tafel. Hij legde uit dat ze zaken met ons wilden doen en een joint venture wilde voorstellen( een samenwerking tussen mij en hun). Enigszins verrast maar ook op mijn hoede, besloot ik na overleg met Gerard ze te vragen waar ze aan zaten te denken. De baas van het gezelschap wees naar buiten en zei: “willen jullie die eikenbomen hebben?” Naast het theater stond een groot eikenbos waar hij naar wees. Zij zouden er dan voor zorgen dat ze in Nijmegen terecht kwamen. Maar ook goud, kobalt, uranium, drank, alles was mogelijk. Natuurlijk wel tegen Amerikaanse Dollars. Gevoelsmatig voelde ik wel aan dat ik geen grappen moest maken. Ze waren, naar nu ook bleek, de sponsors van ons bezoek. Al snel werd duidelijk dat we nu met leden van de Russische Maffia aan tafel zaten. Nu wil het toeval, dat ik uniformen verzamel en dacht misschien kan ik aangeven dat ik met mijn superieur wil spreken. Van Gerard (onze tolk) wist ik, dat dit in Rusland niet ongebruikelijk was. Nu was ik wel blij met de kennis van onze tolk. Ik vroeg ze dan ook of ze aan uniformen en petten konden komen, omdat ik dacht dat daar in Nederland wel een markt voor was. Geen enkel probleem morgenochtend om 8 uur voor Hotel RIGA. Het hotel waar we verbleven, spraken we af. Die afspraak werd weer beklonken maar nu met een Russisch drankje dat zelf gebrouwen was. Daarna liepen we terug naar de zaal waar de rest van ons gezelschap was. Door de sponsoren werd ons gezelschap uitgenodigd om (nog meer) wodka te drinken en een hapje te eten. De gebruikelijke hartelijke toespraken en uitwisseling van cadeaus maken dat de avond snel om is. In de bus vertel ik onze delegatie over het avontuur van Gerard en mij.
Wel fluisterend, want onze chauffeur Valentin is waarschijnlijk ook iemand die ons in de gaten moet houden. Af en toe verdenk ik hem er van dat hij Nederlands verstaat!