Het laatste jaar op de Sint Maartenskliniek was ter voorbereiding op onze terugkeer in de “echte “ maatschappij. Maar er speelde ook intern heel veel. Er ging al langer het gerucht dat er veranderingen in de leefgroepen zouden komen. Chris Zaad onze Orthopedagoog had een plan ingediend bij de staf van het internaat en we werden uitgenodigd om in de grote aula bijeen te komen. Hier werd ons verteld dat ze met onze wilden praten over de grote verandering.
Verticalisering!
In de grote aula werd ons verteld dat we niet meer met leeftijdsgenoten bij elkaar zouden wonen (horizontale groepen), maar naar een gewone gezinssituatie zouden overgaan dit werd ook wel verticalisering genoemd.
Op deze manier met elkaar wonen zou een enorme positieve ontwikkeling hebben op onze sociale ontwikkeling. Onze orthopedagoog was hier een warm voorstander van. Halverwege zijn betoog kookte het bloed al in mijn aderen, wat denkt die baardaap wel met zijn pijp. Het was voor mij wel duidelijk dit zouden we niet laten gebeuren. Mijn kamergenoten voelden het zelfde. Wat moesten wij met die kleintjes! Gezinssituatie nabootsen ze lijken wel gek, een gezin met 12 kinderen en drie moeders en één vader. Behoorlijk opgefokt verlieten we de aula.
Vive la Révolution
Ik nodigde twee van mijn vrienden uit op mijn kamer om een strategie te bedenken om dit onzalige plan te dwarsbomen. Om helder te maken dat we hier absoluut niet aan mee zouden werken hadden we op mijn slaapkamerdeur de kreet Vive La Révolution geplakt. Om maar meteen helder te maken dat we dit niet zouden pikken. In mijn grote spiekerbox had ik onze geheime voorraad Whiskey verstopt en dit was wel een moment om de Whiskey open te maken. Ik verzamel helmen uit de Tweede wereld oorlog en die deden we op, luchtbuksen werden in gereedheid gebracht. Op deze wijze zaten we onder het genot van een glas whiskey op mijn slaapkamer acties voor te bereiden. We maakten posters want we moesten mensen motiveren om tegen het voorstel te stemmen. We dachten toen nog echt dat we het konden tegenhouden. Dan komt er zonder kloppen, dit gebeurde wel vaker, een stagiaire binnen. Die schrok zich helemaal het apelazarus. Achteraf snap ik het wel drie rolstoelgebruikers met een geweer in de hand en Britse en Amerikaanse helmen op. Het verhaal dat er een aantal internaat bewoners zich er niet bij zouden neerleggen deed snel de ronde. Ook in de leefgroepen werden de onzalige plannen besproken. Een aantal personen van de groepsleiding waren voor dit nieuwe systeem maar die waren door de opleiding van de Kopse Hof vast gebrainwasht met hun idiote theorieën. Te vuur en te zwart wilden we vast houden aan onze oude vertrouwde groepsindeling. Zeker nu ik eindelijk in Kamer 1 zat, de poort naar de buitenwereld. Als je het geluk had om in Kamer 1 terecht te komen, ging de poort naar de wereld buiten open. Kort daarop was het herfstvakantie en gingen we naar huis op bezoek bij onze ouders.
De slag verloren
In januari 1977 na onze Kerstvakantie ging ik vol strijdlust in de Mercedes van mijn vader terug naar de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Pa en ma droegen mijn koffers naar Kamer 1. Ik rij de hoek om en zie voor onze kamer 1 allemaal kleine fietsjes staan. Ik voelde het bloed uit mijn hoofd wegtrekken. Het zal toch niet waar zijn?! Ja hoor, in de vakantie was het allemaal keurig geregeld. De grote verhuizing had plaats gevonden en de “gezinssituatie” was een feit. Ik was boos en teleurgesteld hoe zo meepraten? Over democratie hadden we vaak gesproken tijdens de geschiedenisles, hoezo democratie en meepraten ik had er even de buik vol van. Steeds minder kwam ik in de groep en ging in de andere Kamers mijn oude kamergenoten opzoeken. Geef nu wel toe dat het soms aandoenlijk was als Gerardje en Conny aan de broek trokken om je aandacht te vragen.