Als je net als ik geïnterviewd bent als “oudere gehandicapte” in het boek Verder is alles goed van Joke Visser krijg je daarna last van mijmeringen over het verleden. Mijn verleden speelde zich af op de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Het terrein was ommuurd. De bewoners hadden allemaal een lichamelijke handicap en we woonde in leefgroep van 12 jongeren.
Zes meisjes en zes jongens samen met 4 moeders (de groepsleiding). De nacht bracht je door met twee jongeren van je eigen sekse. Er waren strikte leefregels. Bewoners mochten het terrein niet verlaten. Een maal in de maand mocht (moest) je naar je ouders. Voor de rest hadden we een minimaatschappij op de berg waar we woonde. We hadden een eigen school, donkere kamer, carnavalsvereniging, soos, boogschietbaan, kinderboerderij, basketbalveld, arbeidstherapie etc. Deze regels waren bepaald en bedacht en werden bewaakt door onze gezamenlijke vijand de nonnen en niet te vergeten de artsen- in de wandelgangen ook wel “de slagers” genoemd. De medische afdeling speelde een voorname rol in het internaat. Regelmatig werden de bewoners opgeroepen om op woensdag (gehaktdag) zich te vervoegen bij de afdeling waar de “slagers” spreekuur hielden. Wie op die dag een oproep kreeg voor de dokter moest onder het mes, daar was geen ontkomen aan. De ingrepen diende een hoger doel : betrokkene zo gewoon mogelijk maken. In mijn geval was dat onbegonnen werk. Dokter X. die mij zag binnen komen constateerde meteen dat er geen eer aan mij te behalen was, waarna hij zijn mes ter zijde legde.
Onze droom!
Iedereen die toen in het internaat woonde koesterde maar een ideaal: weg uit die ommuurde pseudo-gevangenis, de samenleving in. Wij geloofden in “die revolutie” hier is de Aparticipatie beweging begonnen Wij wilde integreren in de maatschappij, meedoen, actief worden.
Volwaardig participeren in de valide samenleving.
Nu ruim veertig jaar later kijk ik terug op 40 jaar belangenbehartiging. Zeker na het Kabinet Rutte 1 waar heel veel zaken die door onze belangenbehartigers van het eerste uur zijn bereikt worden afgebroken in een moordend tempo wat ook bijna niet bij te benen is. Net als de Indische, Molukse en Marokkaanse gemeenschap verlang ik soms terug naar mijn verleden. Samen met de oud strijders van de emancipatiebeweging van mensen met een handicap wil ik weer naar de bossen van Nederland. Belgie mag ook.
Ik ben op zoek naar een oud klooster van de nonnen van toen, om ons terug te trekken uit de samenleving. Achter de beschermde muren van het klooster samen met onze dierbare. Want we hebben ons inmiddels wel gemengd met de valide medemens. Om samen met onze medestrijders voor de emancipatie van mensen met een handicap, te genieten van onze oude dag. Een eigen donkere kamer voor het ontwikkelen van foto ’s , toegankelijke bar, bibliotheek, gezamenlijk eten, koken en tuinieren. Een groot hek er om heen om de overheid buiten te sluiten.
Jongeren
Natuurlijk willen we ook jongeren ontvangen in onze eigen vormingscentrum waar we samen met de jongere generatie gezamenlijk uitwisselen en van elkaar leren.
Natuurlijk een klein kerkhofje om onze broeders en zuster die ons langzaam aan zullen ontvallen eervol te begraven en te eren. Genieten van de natuur die ons al op jonge leeftijd bewust heeft gemaakt van de natuur en haar bewoners. Volgens mij past dit in het tijdsbeeld waar rechten, vraagsturing, eigen regie en compensatie voor je handicap, zijn vervangen door charitas, eigen verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar.
Met andere woorden zoek het maar uit!
De rollende Hollander.