Sint Maartenskliniek 1971-1979, Traangas deel 11

Taboe, Tuftuf  en Juicy Lucie waren de vaste discotheken in Nijmegen waar ik naar toe ging met  Juny en Francis (twee nieuwe jongens van Curaçao die hier kwamen revalideren) en natuurlijk Andreas .

Het nachtleven tot 24.00 uur

Het nachtleven tot 24.00 uur

Bijna alle weekenden, als ik niet naar mijn ouders moest, gingen we stappen. Andreas nam zijn stokken mee, Juny kon lopen en Francis en ik hadden een rolstoel. Omdat Andreas zijn rolstoel thuis liet en ik inmiddels een taxivergoeding van het GAK had, konden we met de Nijmeegse taxicentrale naar de disco. Twee rolstoelen konden achterin de taxi. Zo reden we bijna ieder weekend naar de stad. Mijn kameraden hadden alleen één vreselijke gewoonte. Eigenlijk twee:  op tijd komen was  zeer relatief en  een vreselijke groene fles Patjoelie, een soort groene parfum, die mijn vrienden rijkelijk sproeiden over kleding en kroeshaar. De stank was ongelofelijk en in de taxi gingen de ramen dan ook snel open, ook ’s winters. De groepsleiding hoopte dat ik een goede invloed had op mijn temperamentvolle vrienden. Dit laatste heb ik later in mijn medisch dossier terug gelezen. De avonden die we hebben door gebracht in onze discotheken waren talrijk. Hier werd ik ook voor het eerst buiten de Maartenskliniek  geconfronteerd met drugs, weed en coke. Hier werd gerookt en gesnoven, mijn kameraden voelden zich hier helemaal thuis.Ik hield het maar op vieux, cola, bier of wijn.

Huilend uit Taboe.

Op een avond ging ik naar Taboe zonder mijn vrienden.  Dit keer met een vriendin van “buiten”.  Maaike, de zus van Janneke, was een leuke blonde meid waar je wel mee aan kon komen in een discotheek als Taboe. De uitsmijter die mij altijd naar binnen hielp, gaf me nog een knipoog , omdat ik zo’n mooie meid bij me had. Ik had me heilig voor genomen om er een leuke avond van te maken. Ik stelde aan Maaike voor om een tafeltje achter in de zaak te nemen  daar kon ik gewoon op de bank zitten. Dat ik haar eigenlijk wilde versieren en mij dat wel een mooi plekje leek, heb ik haar maar niet verteld. Een rolstoel is toch een soort van harnas om je heen, daar wilde ik vanavond geen last van hebben. Met de muziek van Ike en Tina Turner luid schallend door de luidsprekers moesten we dicht naast elkaar zitten om elkaar te verstaan. Maaike had mijn rolstoel bij de ingang van Taboe gezet onder toeziend oog van onze vriend de uitsmijter. Ad mijn Fysiotherapeut had me geleerd enkele passen te doen aan de armen van iemand, daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Zeker in dit soort situaties is dat toch wel handig. Nu kon ik ook rustig wat drinken. Maaike had al  aangeven dat wel ze met mij mee zou lopen naar het toilet. Het bier was op en Maaike liep naar de bar om nieuwe voorraad te halen. Ineens zag ik Maaike naar buiten rennen, met in in haar kielzog alle andere gasten, de barkeeper en de diskjockey. Enigszins verbaasd en ook wel ongerust bleef ik alleen, op mijn bankje achter in de discotheek. Maar lang duurde het niet, want mijn ogen begonnen enorm te tranen en had het gevoel dat ik stikte.

traangas granaat

Traangas granaat

Mijn redder

De ruimte vulde zich met een verstikkende rook en uit die rook kwam mijn redder. De uitsmijter die me optilde van mijn bankje en zo snel als mogelijk, met mij in zijn armen naar buiten liep. Door de deur naar buiten werd ik door de vele omstanders omringd en door mijn redder op de grond van de Vlaamse Gas gelegd. Maaike was dolblij me te zien en knielde naast me op de grond. Ik had het gevoel dat ik mijn longen uit hoestte en gaf van het hoesten een beetje bloed op. Maaike had de uitsmijter gewaarschuwd dat ik nog in de zaak was. Achteraf bleek dat militairen van de Limos Kazerne traangasgranaten naar binnen hadden gegooid. Deze “grap” had wel eens slecht kunnen aflopen, maar zoals ik wel vaker zeg: ik ben voor het geluk geboren. Na op adem te zijn gekomen werd ik weer in mijn rolstoel getild.

Vanaf dat moment heb ik me heilig voorgenomen mijn rolstoel niet meer af te geven. Want wie geeft zijn benen nu vrijwillig af? Ik niet meer na deze ervaring.

Maaike bracht me lopend terug naar de Maartenskliniek. De enige die echt  verbaasd keek, was de portier, die had nog nooit meegemaakt dat ik om 22.30 uur al terug was van een avond permissie. Ik heb maar geen verslag gedaan van ons avontuur, want ik wilde voorkomen dat we nooit meer naar toe Taboe mochten!

Over Jan Troost

Ik ben al 41 jaar betrokken bij de emancipatiebeweging van mensen met een handicap. Ik geloof in het leven, en dat humor een belangrijk wapen is om uiteindelijk iedereen zijn weg te laten vinden in onze samenleving. Creativiteit en vernieuwing zijn mijn credo, soms met een kritisch ondertoon, maar altijd met open vizier en gebruik makend van ieders kwaliteiten.

2 gedachten over “Sint Maartenskliniek 1971-1979, Traangas deel 11

Laat een reactie achter bij BoetReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.