Tagarchief: vierdaagse

De Rosamars 1973: voor de ongelukkigen van de Sint Maartenskliniek!

Na de demonstratie bij de officiële opening van Cultureel centrum De Lindenberg, op 29 maart 1972, werd onze  actiegroep integratie gehandicapten al spoedig tot Werkgroep Integratie Gehandicapten gedoopt.

Binnen of buiten?

In deze vergadering werd besloten om onze actiegroep in tweeën te splitsen. Eén groep zou zich in de ” buitenwereld ” gaan roeren. De tweede groep. die de naam AIG nog een aantal jaren zou voeren, zou binnen de muren actie gaan voeren, om ook intern de boel op te schudden. Gezien mijn lichamelijk gesteldheid besloot ik om intern actief te worden.

foto leden AIG 1972 Een vergadering van de Actiegroep Integratie Gehandicapten. Helemaal rechts vooraan Gerard te Wierik, Frans Huijsman, Jan Troost, Margareth Underwood, Frans Suitela, Donald Willemsen, Ton de Ley en Cees Laurijsen

Nijmegen is altijd de stad van de Vierdaagse geweest, al vanaf 1909 is dit steeds grotere wandelevenement het hoogte punt van het jaar voor Nijmegen! In de aanloop naar dit grote wandelfestijn worden er wandelmarsen georganiseerd. De nobele wandelaars die soms wel tussen de 40 of 50 km afleggen, lopen heel vaak voor het goede doel!

Rosamars!

Ja, je raad het al het “goede doel”, waren de ongelukkigen van de Sint Maartenskliniek. Op een vaak zonnige dag, verzamelden de wandelaars zich bij de Limos kazerne in Nijmegen. Normaal was onze luchtmacht hier de baas, maar twee dagen per jaar nam de organisatie van de Rosamars het roer over en honderden wandelaars maakte zich klaar voor dit grote wandelfestijn. Niet alleen zij moesten zich voorbereiden maar ook de bewoners van de flat. Zo ook in 1973. De eerste keer dat ik dit mocht meemaken.

Reuma afdeling

Zelfs de kinderen van de Reuma afdeling werden klaargestoomd voor het defilé. Alle kinderen werden geknipt en soms geschoren. De witte lakens op de bedden, die stijf stonden van de stijfsel werden ingestopt en iedereen werd naar buiten gereden. Niet alleen mijn rollende kameraden maar ook zij op krukken mochten naar buiten voor de flat, op de voor hun klaar gezette stoelen plaats nemen.

foto rosamars

De wandelaars worden verwelkomt

In een bonte parade kwamen de ziekenhuis bedden met de reumapatiëntjes aan rijden. Zij werden door de zusters in witte uniformen vanuit het souterrain de helling naast de flat opgeduwd. Moe en bezweet kwamen de verpleegsters aan bij de hoofdingang van de flat. Voor onze vrienden van de reuma afdeling was het een van de enige keren per jaar dat ze buiten kwamen. Dus ze werden goed afgedekt zodat hun tere huidjes, niet door de zon zouden worden verbrand. De bedden werden in slagorde naast elkaar geplaatst en één van de nonnen begon al zenuwachtig heen al weer te lopen want de eerste wandelaars zouden nu zeer spoedig verschijnen.

In 1973 heb ik voor de eerste keer meegemaakt dat de wandelaars van de Rosamars over het terrein van de Sint Maartenskliniek liepen.

Het goede doel!

In alle vroegte werden we samen met alle andere revalidanten naar buiten gedreven om de wandelaars toe te zwaaien. Natuurlijk was dit “geheel vrijwillig”, maar iedereen moest er wel zitten! De directie en de witte jassen kwamen net op tijd voor het defilé van de Rosamars. Het was de eerste keer zijn dat ik dit tafereel mee zou maken. Op het moment dat de eerste wandelaar in zicht kwamen, werd ons duidelijk gemaakt dat we hard moesten klappen.

foto ergotherapie

Kom naar buiten allemaal!

De wandelaars liepen voor het goede doel en het inschrijfgeld werd grotendeels geschonken aan de Sint Maartenskliniek. Als beloning kregen de wandelaars dit defilé aangeboden. Op commando begonnen we te klappen, als dank voor zoveel spontaniteit werden we toegezwaaid door het gehele wandelpeloton. Na bijna 3 uur was de laatste wandelaar gepasseerd, hij liep   moeilijker dan de krukken lopers bij ons. In omgekeerde volgorde vertrokken onze broeders en zusters van de kinderrevalidatie weer naar hun kamers. Hierna werden onze Reumajongeren in hun bedden weer naar hun souterrain gereden. Om een jaar later hier weer vandaan gehaald te worden. De directie nam nog een glaasje wijn en was benieuwd naar de opbrengst van de Rosamars. Kort daarop is tijdens een vergadering van de door ons opgerichte Actiegroep Integratie Gehandicapten besloten dat we ons actief moest inzetten om een einde te maken aan het aapjes kijken en dat we als goede doel werden ingezet!

Ontsnapt

In de gang op de terugreis van het defilé reed ik bijna tegen mijn vriend (soms vijand) Andreas aan.  Andreas was geboren in Suriname en heeft polio. Je moet iemand in een rolstoel, zeker mijn temperament volle vriend, Andreas, niet tegen zijn rolstoel rijden! Tijdens het rolstoelbasketbal heb ik hem ooit met bal en al uit zijn rolstoel gereden. Hij kroop terug in zijn rolstoel pakte zijn zakmes uit zijn zak, stopte hem tussen zijn tanden en heeft me het hele terrein achterna gezeten. Gelukkig was ik sneller met mijn roadmaster. Andreas had niet net als ik een roadmaster( een robuuste E en J met cross banden).

foto andreas

Andreas in zijn Meyra

Andreas reed in een Meyra die had wel dezelfde bediening, maar in mijn ogen had ik een Mercedes en hij een DAF. Status had ik niet echt, maar ik was  trots op mijn tank. Die dag namen Andreas en ik het voornemen om het jaar daarop zelf mee te rijden met de Rosamars.

Zo gezegd, zo gedaan

Het jaar daarop zijn we vroeg opgestaan. De nachtzuster  heeft me, voordat de groepsleiding kwam, in mijn rolstoel geholpen. Ik had tegen haar gezegd dat ik een verrassing had voor de groepsleiding. Andreas  stond bij de deur van de flat te wachten. We moesten wachten tot 8.00 uur want dan zou de elektrische deur open gaan. De portier van het ziekenhuis kwam de deur dan open maken. De groepsleiding, die vroege dienst hadden, moest naar binnen kunnen. Andreas en ik stonden gespannen te wachten, tot we de klik hoorden van de automatische deur. Dit was het teken dat de deuren van het slot gingen. Nog even wachten, want de portier moest de tijd krijgen om terug te lopen naar het ziekenhuis. In de verte hoorden we de groepsleiding al kletsend aankomen.  Ik fluisterde:  “Andreas kom laten we gaan!” Met volle vaart reden we de flat uit. Achter ons hoorden we nog iemand roepen:   waar gaan jullie naartoe?”  We deden net of we niets hoorden en reden met volle vaart langs de portier, even zwaaien en nu de berg af. Het terrein van de Maartenskliniek is zeer heuvelachtig en het kost dan ook heel wat kracht, om met onze peddelwagens de eerste heuvel te beklimmen. Maar we wisten dat de heuvel, om op de Berg en Dalseweg te komen voor ons lag. Met ware doodsverachting stortten we ons naar beneden. Maar we wisten waar we aan begonnen want in 1972 tijdens de eerste demonstratie naar Cultureel Centrum de Lindenberg , waren we de berg ook afgereden. Onderweg moesten we aan omstanders vragen waar de Limos Kazerne was, zij wezen ons de weg. Gelukkig wisten de weinige automobilisten die er reden, dat ze gehandicapten voorrang moesten verlenen. Zonder problemen komen we aan bij de Kazerne. Hier was het inmiddels al behoorlijk druk. Er was muziek en in marktkramen stonden de vrijwilligers van de organisatie van de Rosamars klaar om alle wandelaars in te schrijven.
Andreas en ik stonden keurig in de rij. Maar voordat we het in de gaten hadden stonden we ineens vooraan. Iedereen liet ons voor. Op dat moment realiseerden we ons hoe je een handicap kunt gebruiken om tijd te winnen. Eenmaal bij de kraam beland keek de  mevrouw van de organisatie ons vreemd aan. Ze vroeg me: ” kan ik U helpen?” Graag mevrouw en ik gaf haar het inschrijfgeld en legde uit dat we mee zouden doen aan de 40 km. Eigenlijk wilde we mee doen aan de 50 km, maar dan hadden we eerder moeten starten. Ja, en dat was niet mogelijk want de deur ging pas om 8.00 uur open. Nadat ze wat overlegd had met één van haar superieuren, kregen we de felbegeerde startkaart. Ze legde uit dat als we de gele bordjes en de andere wandelaars zouden volgen we uiteindelijk weer bij de kazerne terug zouden komen. Als we ook morgen weer op tijd waren bij de start en hem helemaal zouden uitlopen, kregen we een medaille.

Vandaag doen we als eerste rolstoelgebruikers mee aan de Rosa mars (1973).

Andreas en ik volgde de gele bordjes en reden door de straten van Nijmegen. Iets waar we absoluut niet over nagedacht hadden was dat wandelaars de rare neiging hebben om van de gebaande paden af te wijken. De organisatie had hier dan ook rekening mee gehouden! Voor we het wisten reden we niet meer op de mooi verharde weg, maar over bospaden in de mooie bossen van Nijmegen. De bospaden gingen nog wel, maar de zandpaden waren een ramp. Onze mede wandelaars baggerde door het zand alsof ze niets liever deden.

foto bos

Bomen en zandpaden, daar zijn wandelaars dol op.

Voor onze roadmaster was dit echt een beproeving. Met regelmaat liepen onze wielen vast in het rulle zand. Soms werden we geholpen door een vriendelijke mede wandelaar. Andreas en ik hadden touw en bandplakspullen mee genomen. Dat touw hebben we nog dankbaar gebruikt van gemaakt om dat er een helling was die te steil was om omhoog te komen. Andreas kroop uit zijn rolstoel en maakte het touw vast aan een boom. Zo konden we ons zelf om hoog trekken. Wel tien mensen vroegen of ze konden helpen. Nee, was niet nodig: zeiden we, kunnen het zelf wel. Lekke banden zouden we niet krijgen. Maar goed ook. Want de fietspomp was ik vergeten. We voelden ons echte helden die bezig waren met de eerste grote overlevingstocht in de wereld, van recht opstaande en zich op twee benen voortbewegende mensen van buiten.Onze handen waren inmiddels bezaaid met blaren. Aan het einde van de dag zouden we de eerste zijn, die ooit tijdens een wandelmars aan bloedblaren in de handen door de medewerkers van het rode Kruis behandeld zouden worden.

foto Knoertje

Het café Knoertje

Vlak voor ons zagen we het café van Knoertje. Dit was het teken dat we weer bij de Sint Maartenskliniek waren aangekomen. Op het terras namen we even pauze. We realiseerde ons dat nu het moment van de waarheid was aangebroken en bestelde een pilsje. Maar waar we niet op gerekend waren was de waard. Knoertje, de eigenaar, kwam op ons af lopen en we bestelde een pilsje. Enigszins bits vroeg hij of we een briefje hadden van de dokter. Verbaasd dat je buiten het terrein een briefje van de dokter nodig had als je een pilsje bestelde, stamelde ik beduusd;  “Nee die hebben we niet.” “Helaas dan mag ik jullie geen bier schenken, limonade kan wel.” Zei de waard. Uiteindelijk namen we maar Sisi, deze zeer oranje limonade in een kartonnen piramide werd ons met een rietje voorgezet. Van mijn zakgeld betaalde ik hem en nu we toch geen bier kregen begonnen we aan de beklimming van de berg. Andreas en ik hadden van te voren afgesproken dat we ons niet zouden laten duwen, trekken of andere wijze hulp zouden aanvaarden. Ons imago zou hier door geschaad kunnen worden. De wandelaars van de Ros Mars hadden hun eigen Rosa Mars lied. Andreas en ik zongen het natuurlijk wel mee met schaamrood op onze wangen.

Het Rosa Marslied

Wij wandelen vol vreugde , het leven is fijn!
Zijn jong en gezond, daarom willen we zijn
Een steun voor het zwakke gebrekkige kind,
Want dat is toch het doel, dat ons samen verbindt!

De Rosa op mars, ja, dat is een begrip!
Vooral voor scholieren een machtige trip!
En vraag je ‘waarom”, dan is onze repliek:
Wij wandelen vandaag, wij wandelen vandaag,

Voor de Maartenskliniek, voor de Maartenskliniek!’

De tekst over het zwakke gebrekkig kind paste absoluut niet bij het beeld wat we van ons zelf hadden. We waren niet gebrekkig en al helemaal niet ziek. We waren helden die de gevangenis ontvlucht waren om te laten zien dat we het zelfde konden als de mensen van buiten. In dit geval wandelen. Weer opgeladen door de tekst van de Rosa Mars, wat helder aangaf hoe onze mede wandelaars tegen ons aan keken, was ik nog meer als van te voren overtuigd van het nut van onze expeditie. We zouden de wereld laten zien dat mensen met een handicap net zulke mensen waren als de andere inwoners van Nijmegen. Maar eerst maar de leiding van de kliniek er van overtuigen dat integratie van gehandicapten noodzakelijk was om ons echt te laten emanciperen in de samenleving. Doelen moet je hoog in zetten, niet waar?

Niet duwen!

Andreas en ik maakte ons klaar om de berg te beklimmen. De mede wandelaars liepen de berg in alle rust op. Wij moesten al de spieren die we hadden gebruiken om de berg op te rijden. Niet alleen ons gewicht maar ook het gewicht van de rolstoel moesten we met onze armen naar boven zien te duwen. Het zweet liep ons van het gezicht maar uiteindelijk lukte het ons om, zonder hulp, de top van de berg te bereiken. Die hulp moesten we wel voortdurend afwijzen dus de volgende dag maakte ik een bord achter op de rolstoel met de tekst;  ‘niet duwen a.u.b.’

Moe maar tevreden over onze prestatie wuifde we nog even naar onze portier die voor de hoofdingang van het ziekenhuis de wandelaars gade sloeg. Langs de kant stonden de verpleegsters en een aantal witte jassen die de snijkamers even hadden verlaten.
De omstanders wuifde naar alle wandelaars die inmiddels al weer door liepen. Op naar de kinderrevalidatie, waar het defilé zou beginnen. Helaas voor ons zouden onze broeders en zusters van de reuma afdeling vandaag niet aanwezig zijn. De hoofdnon van de Afdeling, zuster Gertrude had verordineerd dat ze niet naar het defilé mochten want dat was niet goed voor de reuma. Dit  zou de absolute bedrust alleen maar verstoren. Nadat we de berg bij de Flat hadden beklommen hoorde we onze mede flatbewoners al klappen. De directie had zich inmiddels van hun stoel losgemaakt om al de wandelaars met een staande ovatie te belonen. Al zwaaiend met één hand, want dat kun je met een roadmaster. Met een gewone hand bewogen rolstoel kun je dat wel vergeten. Een trots gevoel maakte zich van ons meester we hadden het gered en een ovatie was ons deel. Bij het zien van onze rolstoelen met Andreas en mij werd het even heel stil bij het vak van de directie en de groepsleiding. Geschokt realiseerde een aantal van hun dat het goede doel nu echt mee liep en ook nog van het terrein waren af geweest.

Vermist?

Onze groepsleiding was achteraf blij ons te zien, want we waren inmiddels als vermist gemeld. De kameraden van het internaat die weer verplicht voor de flat zaten, om deel te nemen aan het defilé, klapten nog harder voor ons. Zeker nu ze door kregen dat we echt hadden mee gelopen. We werden als helden ontvangen en onze ontsnapping ging al snel als een lopend vuurtje door de menigte. Andreas en ik genoten van dit moment en met een Pauselijk knikje namen we weer afscheid om snel via de poort aan de achterkant van ons reservaat in de bossen van Berg en Dal te verdwijnen. Aan het einde van de middag konden we onze wandelkaart aftekenen bij de Kazerne. Toen we terug kwamen in ‘de Flat’ werden we enthousiast ontvangen door mijn kamer genoten. De groepsleiding was eerst boos, want als er iets gebeurd was buiten het terrein waren we niet verzekerd. Maar de prestatie vonden ze geweldig en we kregen officieel toestemming om de volgende dag het terrein te verlaten. De volgende morgen zouden we de laatste 40 km af leggen en ons welverdiende medaille opgespeld krijgen.

Onze welverdiende medaille

Onze welverdiende medaillie

Trots als een pauw namen we hem in ontvangst. Mede naar aanleiding van onze ervaring en de gesprekken die we als actiegroep hadden met de marsleider de heer Rutten en onze directie zou 2 jaar later in 1976 besloten worden om het defilé van de gebrekkige kinderen te stoppen. De tijd van aapjes kijken was voorbij, melde de directie. De mars leider trok hieruit zijn conclusies en ook de opbrengst zou vanaf dit moment niet meer voor de gebrekkige kinderen zijn. Hij stond nu voor de opgave een nieuwe route uit te zetten en een nieuw goed doel uit te zoeken. De roerige jaren zeventig waren uiteindelijk ook doorgedrongen binnen de muren van de Maartenskliniek.

 

Videoverslag van rolstoelen in de vierdaagse 1995

De Vierdaagse van Nijmegen historische beelden

De geschiedenis van de rolstoelen in de Vierdaagse 1995 De dag van Groesbeek Deel 5

De Zevenheuvelenweg

Vandaag om drie uur opgestaan, Marco is al wakker en ik heb Ashwin ook maar wakker gemaakt. Hierna gauw koffie gezet en brood klaar gemaakt voor onze stoer rollende 50 km wandelaars. Om half 4 uur staat onze bus klaar om ze naar de start te brengen. Na onze “lopers” uitgezwaaid te hebben  ben ik als rolstoel marsleider nog even op bed gaan  liggen. Om 07.00 uur heb ik Rashid wakker gemaakt en zijn we na het ontbijt naar het centrum van Groesbeek naar onze verzorgingspost gereden.

Lydia en Annemarie onze verzorgingspost.

Lydia en Annemarie onze verzorgingspost.

Lydia, John en Annemarie hebben zich inmiddels al geïnstalleerd. De WIG vlag is opgehangen, maar helaas het café is nog niet open. De slaap overvalt me en ik ben toen maar even een uurtje op een Perzisch tapijt  met een stapeltje WIG T-shirts als kussen in mijn Ford bus gaan slapen.

Café is open

Als ik weer wakker word van de muziek  merk ik dat het café open is en de koffie  al klaarstaat. Rond 09.30 uur komen de eerste snelwandelaars langs. Ik ben zo flauw als een prei en neem maar snel een paar bierworstjes. Je kunt je niet voorstellen dat ik dat vroeger lekker vond, bah wat smerig. Maar ja, het is warm en mijn zoutgehalte moet weer snel op peil zijn. Na een broodje kaas  gegeten te hebben wil ik toch wel gauw aan de laatste grote expeditie beginnen.

Even koffie

Even koffie

Guus, Henk, Gabriël en Alfred onze rollende 50 km lopers zijn al langs geweest. Na alle overbodige bepakkingen, inclusief de 3 kilo wegende autotelefoon over boord te hebben gegooid, ga ik op weg. Twintig jaar later loopt iedereen met een mobieltje de Vierdaagse.

mobiele telefoon 1995

mobiele telefoon 1995

Na 100 meter loopt het water al van mijn hoofd, de bidon met slang werkt goed. Achter mijn rug hoor ik iemand roepen: ” Jouw soort hoort niet in een wandelmars!” Ik draai me resoluut om en ga naar de wandelaar toe en vraag of hij het tegen mij heeft. Ja dus, hij is van mening dat wij er niet thuis horen want de marsleider heeft dat gezegd. Na een korte discussie besluit ik maar verder te gaan. In het centrum van Groesbeek heb ik afgesproken met Radio Unique, maar de interviewer is net bezig met de marsleider. Ondanks dat ik voor hem sta ziet Marsleider Bos me niet “staan”. Maar ja, kleintjes zie je wel vaker over het hoofd. Nadat het interview is afgelopen gaat de marsleider in marstempo verder. Zelfs mijn vriendelijke glimlach mist hij. Maar neem het hem niet echt kwalijk, hij heeft het natuurlijk ook erg druk.

De uitdaging de Zevenheuvelenweg

vierdaag Aswin onder weg naar de Zevenheuvelenweg

Aschwin onder weg naar de Zevenheuvelenweg

Mac van de Volkskrant rijdt mee

Na het interview moet ik opschieten want Mac van de Volkskrant staat te wachten. Onder applaus rijd ik Groesbeek door: Wat een sfeer, te gek zeg. Bij De Oude Molen staat Guus met zijn vader, kort daarvoor zijn ze me al voorbij gegaan. Na een glas Spa gedronken te hebben en wat ervaringen te hebben uitgewisseld gaan vader en zoon verder. Inmiddels is ook Mac (de journalist van de Volkskrant) aangekomen en na wat gekletst te hebben lopen we het restaurant binnen. In een hoekje zie ik de rolstoel staan (die Toine van Rolstoel Service Nijmegen heeft gebracht) en via de achteruitgang gaan we naar buiten. Op de parkeerplaats oefen ik samen met Mac, al snel heeft hij het onder de knie. De warmte is inmiddels op zijn hoogste punt. Voor de vierde keer rij ik nu de Zevenheuvelenweg op. Dit was voor ons een belangrijk trainingsparcours. Na de eerste en langste helling te zijn op en afgereden zijn voel ik een onstuitbare drang om even te genieten van het landschap. Tot mijn verbazing zie ik Mac langszij komen, nu kan ik niet achterblijven en ga dus weer verder. Onder aan de heuvel gekomen krijgen Mac en ik koffie aangeboden van een vriendelijk echtpaar. We maken een praatje over de Vierdaagse het echtpaar begrijpt het probleem van de Vierdaagseleiding niet , jullie horen er toch gewoon bij? Ze wenst ons veel plezier en een goede reis, op naar de volgende heuvel.

Steil

Deze is behoorlijk steil maar relatief kort. Boven aangekomen voel ik me net een spons die overwerkt is. Net op dat moment staat er een tv-ploeg van het journaal en vraagt hoe het gaat. Het enigste wat ik nog kan uitbrengen is dat ik zin in een pilsje heb en dat ik die in Nijmegen ga halen. Nog maar één heuvel, halverwege krijg ik een stuk meloen aangeboden, met veel enthousiasme eet ik die op. Met alle kracht die ik in mijn armen heb rij ik de helling op. Op dat moment loopt een groep militairen achter me en roepen in koor: “Push, push, push” en glimlachen me vriendelijk toe. Samen zwoegen we verder, wat een hobby!

1 volkskrant klein

Volkskrant 17 juli 1995 artikel Mac van Dinther

Mac staat me een eindje verder me op te wachten. Dat had ik van zo’n nieuwkomer niet verwacht, maar mijn respect heeft hij. Na een korte helling blijkt het parcours te zijn verlegd en moeten we opeens de stoep op (er ligt geen oprit). Even denk ik dat de K.N.B.L.O. een extra versperring heeft neergelegd, maar dat zal wel een kwade gedachte zijn! Gelukkig stond op dat punt Twan met de servicewagen en via zijn telefoon heb ik de WIG laten weten dat ik nog steeds leef en op weg naar De Vereniging ben. Mac journalist van de Volkskrant wilde eigenlijk wel verder naar Nijmegen, dat deden we dan ook. Na nog wat water te hebben gedronken wat met een temperatuur van wel 33 graden noodzakelijk was . Op de Berg en Dalseweg kom ik in gesprek met Jos uit Beek, een echte Gouden Kruisdrager. Hij was er mordicus op tegen, dat we “mochten” mee doen en vond het de grootste fout die de marsleider ooit had gemaakt. Ik gaf Mac een wenk, probeer jij maar met hem in gesprek te komen. Dat is misschien wel leuk voor je artikel in De Volkskrant. Na de beklimming van de Zevenheuvelenweg was de rest een peulenschil en zo rond 14.00 uur waren we dan ook weer terug Nijmegen. Chicken Skin onze videoploeg wilde dat we ons verzamelen bij de speeltuin.

Door naar persconferentie

Na afscheid van Mac genomen ben ik naar De Vereniging gereden voor de persconferentie, Rashid is inmiddels ook gearriveerd. Vlak voor de persconferentie word ik gebeld door De Gelderlander, ze hebben een foto gemaakt van een rolstoeler die de Zevenheuvelenweg is opgeduwd.
Ik voel even het bloed uit mijn hoofd wegtrekken, want ik was er zeker van dat niemand zich omhoog zou laten duwen. Maar ja, als zij een foto hebben?  Ik vroeg meteen verder  hoe ziet er dan uit? Volgens haar was het een buitenlandse jongen en hij draagt een oorbel.

 

Rashid met oorbel

Rashid met oorbel

Ik draaide me om en zie dat Rashid een oorbel draagt en hij is ook van Marokkaanse afkomst. De hand op de hoorn houdend vraag ik hem  enigszins kwaad: ” Rashid, ben jij de Zevenheuvelenweg opgereden”? Rashid antwoordde :”Ja het is waar, ik wilde het graag proberen maar mijn arm gaf het op weer op  en toen ben ik verder  geduwd.”

Vriendelijk vertelde ik de journaliste dat het inderdaad één van onze lopers is, maar dat het om Rashid gaat die de eerste dag al uitgevallen is i.v.m. een spierontsteking. Verder vertel ik haar dat hij een comeback wilde maken. Ze begreep het hele verhaal en ik gaf aan dat ik blij was dat ze me gebeld had. Inmiddels was er wel een foto van Rashid gemaakt door een alerte fotograaf van de Gelderlander en zonder deze uitleg had dit ons experiment in gevaar gebracht. Nadat ik Rashid even “vriendelijk” heb toegesproken besluiten we dat hij terug naar Werkenrode gaat en ik alleen naar de persconferentie ga.

Tijdens de persconferentie gaf marsleider Bos aan dat hij zich grote zorgen maken over de hitte tijdens de intocht. Zelf melde ik aan de aanwezige journalisten dat al onze ” lopers ” binnen zijn en op tijd! Twee hebben overigens wel last gekregen van hun polsen.

Guus zijn laatste dag

Jeroen zijn laatste dag

Helaas zou Jeroen niet bij de intocht zijn omdat hij naar de Nederlandse selectie van rolstoel tafeltennis moest i.v.m. de voorbereiding voor de Europese kampioenschappen. Na de persconferentie is er gezellige persborrel die weer gezellig was. daarna nog even doorgepraat met de voorlichters van de K.N.B.L.O. waar ik heel plezierig mee heb samen gewerkt. Overigens ook de contacten met de andere journalisten waren heel plezierig geweest. De afgelopen week hebben we als rolstoelvierdaagse team bijna 70 interviews gegeven. Na de borrel ben ik met Rashid wat gaan eten in de stationsrestauratie. Toen we naar het rolstoeltoilet wilde bleek die weer vol met dozen te staan. Soms baal ik echt van mijn werk en het lijkt wel of er nooit iets veranderd. Na het eten snel terug naar Werkenrode waar het aangepaste toilet wel bruikbaar is. Nog even koffie en dan naar bed.

Verrassing:  geen kruisje maar een Vierdaagserolstoel!

Maar jammer dan , Twan van RSN belde me om 21.00 uur hij vroeg of hij me nog even kon spreken. Ik spreek met hem af dat hij me op haalt en rijden samen naar Groesbeek  waar mijn bus staat. Na mijn bus te hebben gehaald rijden we naar café de Oude Molen in Malden om nog een kop koffie te gaan drinken. Hier kwam Toine met een geweldig aanbod de vertegenwoordiger van Scandinavian Mobility ism met Rolstoel Service Nijmegen wilde al onze wandelaars een Vierdaagse rolstoel aanbieden.

Toine onze sponsor en onderhoudsteam van Rolstoel Service Nijmegen

Twan onze sponsor en onderhoudsteam van Rolstoel Service Nijmegen

Deze nieuwe rolstoel krijgt de naam De Vierdaagse rolstoel met een speciale wandel uitrusting. De ervaringen van onze “lopers” zullen worden gebruikt om de rolstoel verder te ontwikkelen. Toine wilde nog even onderhandeld over de WIG T-shirts. Kon ik die niet inruilen voor een shirt van Scandinavian Mobility?  Maar hier was ik heel helder over tijdens de intocht dragen we gewoon onze eigen felgele WIG shirts. Maar we spreken af dat we petten opzetten van Scandinavian Mobility  voor wat, hoort wat niet waar. Toine zou het voor de rest regelen en belde meteen met de importeur. Die was dolenthousiast en ging akkoord met onze tegenprestatie. Vanaf het begin heb ik tegen onze “lopers” verteld dat ze ondanks hun grote prestatie geen kruisje zouden krijgen. Nu kon ik ze gaan vertellen dat ze een Vierdaagse rolstoel tegemoet kunnen zien.

 

De geschiedenis van: Rolstoelen in de Vierdaagse Dag van Wijchen 1995 Deel 4

De dag van Wijchen.

De tweede dag van de Vierdaagse, de dag van Wijchen. Vannacht heb ik thuis geslapen en ben rond 23.30 uur in bed gerold en meteen als een blok in slaap gevallen. Met Gabriel heb ik afgesproken dat als de groep bij de Hatertse Vennen is gearriveerd, hij me zou bellen. Om 5.45 uur gaat de telefoon met een slaap dronken kop neem ik op, Gabriel zegt we zijn net de vennen gepasseerd. Paula zet snel koffie, mijn schoonvader Jannus is door de consternatie ook wakker geworden. Kortom het hele huis staat op stelten. Nu maar hopen dat Ivar mijn zoon van 2  niet wakker wordt, gelukkig blijft hij rustig slapen. Binnen een half uur heb ik gegeten en me aangekleed. Vervolgens ben ik als een idioot met de rolstoel naar Alverna gereden. De eerste drie kilometer  heb ik er op zitten. Ik heb afgesproken op de T splitsing, enigszins buiten adem vraag ik aan een dame die hier al enige tijd staat: “Heeft u onze “lopers” al voorbij zien komen”?  Nee zei ze:  “Ik sta hier al vanaf half 6”. Tien minuten later zie ik in de verte de fel gele T-shirts op ons afrijden.

foto Alfred en Leo

Alfred samen met zijn wandelmaatje

Alfred met zijn “lopende vriend” voorop. Alfred heeft echt een mooi “wandeltempo” maar het is ook een echte sporter. Verbazingwekkend hoe iemand na zo vroeg te zijn opgestaan zo vrolijk kan zijn. Ik wens ze een goede wandeling toe en wacht op Gabriel. Verder lezen

De geschiedenis van: Rolstoelen in de Vierdaagse van Nijmegen 1995! Deel 1

In januari 1995 werd ik benaderd als coördinator van de WIG (Werkgroep integratie gehandicapten) door Rob de Jong Directeur Werkenrode in Groesbeek. Een aantal rolstoel gebruikende bewoners van Werkenrode wilden graag meedoen aan de Nijmeegse Vierdaagse. Of wij hier niet het voortouw in wilden nemen. Ik vertelde Rob dat het overleg daaromtrent muurvast zat. De Marsleiding van de Vierdaagse was al vanaf 1979 tegen deelname van rolstoelgebruikers aan de Vierdaagse. Een Deen in een rolstoel reed in 1976 mee, maar werd gediskwalificeerd. Vanaf toen is er met diverse partijen overleg geweest.

foto persbericht

Het persbericht van de WIG

Ook middels de pers hadden we al met enige regelmaat onze visie gedeeld. Maar de K.N.B.L.O gaf geen krimp, Iedere keer dezelfde mantra: ” volgens de statuten moet je het ene been voor het andere zetten en het gewicht van het ene been op het andere overbrengen”. Verder lezen