Categorie archieven: Gastblog

Gastblog Truus Jonker: KNGF geleidehonden: liefdadigheid of keiharde business.

  1. Het alom geprezen Koninklijk Nederlands Geleidehondenfonds  (KNGF) te Amstelveen maakt bij zijn fondswerving schaamteloos gebruik van sentimenten. Dit artikel biedt een blik achter de coulissen.
zijaanzicht Truus Jonker
Truus Jonker

KNGF Geleidehonden

De organisatie die nu bekend staat als KNGF Geleidehonden, stamt uit 1935. Hoewel de kwaliteit van de mobiliteitsvoorziening van het KNGF inmiddels sterk is teruggelopen, is de regenteske houding van weleer eerder versterkt dan verminderd. Omwille van de acquisitie is het zaak het publiek te doen geloven in zijn altruïsme en zeer specialistische expertise: het africhten van Blindengeleidehonden. Het KNGF stelt zich daarbij op als intermediair tussen de ‘hulpeloze’ blinde en het goedgeefse publiek.

Maar dat het africhten van een geleidehond geen huzarenstukje is, werd al bewezen door Koen de Boer, die als blinde in de jaren ‘50 van de vorige eeuw zelf geleidehonden africhtte, ook voor anderen. Als bewijs liep hij met zijn eigen hond het traject van Groningen naar Maastricht, het huidige Pieterpad. Overigens is hij niet de enige blinde die zijn eigen hond tot geleidehond heeft opgeleid.

Protest

In 1980 hebben geleidehondgebruikers van het KNGF protestacties gehouden. Het KNGF, dat destijds nog een monopoliepositie bekleedde, rekruteerde tot dan toe veel honden uit asiels, met als gevolg een hoog percentage voortijdige uitval vanwege medische of sociale problemen. Deze protestacties, destijds ondersteund door VARA-ombudsman Frits Bom, leidden tot een onderzoek door de door toenmalig minister Gardeniers ingestelde commissie-Toxopeus. In dit onderzoek werd ook de mate van betrokkenheid van de cliënten bij het beleid van het KNGF meegenomen.

Liefdadigheid nog nodig?

In de loop van de jaren ’80 en ’90 zijn meer opleiders van geleidehonden op de markt verschenen en is geleidelijk de financiering van de opleiding minder afhankelijk geworden van liefdadigheid. De geleidehond wordt thans door de zorgverzekeraar als mobiliteitshulpmiddel vanuit de basisvoorziening verstrekt.

Het KNGF heeft trouwens wel moeite gehad met het verliezen van zijn monopoliepositie. De rechter heeft het nog op de vingers moeten tikken omdat het de prijs van een hond had gehalveerd om de opkomende concurrentie de kop in te drukken.

De Zorgverzekeraar betaald

De zorgverzekeraar betaalt voor de aflevering van een geleidehond een vergoeding,   op voorwaarde dat de hond minimaal zes jaar als geleidehond zal functioneren. Wordt die termijn niet gehaald, dan moet de leverancier van de hond (de school dus) de vergoeding naar rato terugbetalen.

Afkeuring van een hond kan de leverancier dus geld kosten zolang de garantieperiode niet verstreken is. Het ligt daarom voor de hand dat een leverancier dit zo lang mogelijk zal uitstellen, wat vaak niet in het belang van de cliënt is.

Ook in ander opzicht is de cliënt afhankelijk van de leverancier, in ieder geval als het om het KNGF gaat: De hond blijft tot de afkeuring eigendom van de opleider. De andere scholen hebben dit recht ook, maar maken daar alleen in overleg met de cliënt gebruik van.

Bruikleencontract.

Het KNGF hecht aan het bruikleencontract, omdat het de hond wil kunnen terugvorderen zodra men het vermoeden dan wel de zekerheid heeft dat hij niet goed wordt verzorgd. De indruk bestaat dat het bruikleencontract ook in de hand werkt dat na het verstrijken van de garantieperiode, afkeuring van de hond lichtvaardig plaatsvindt, zodat er ruimte ontstaat voor de verstrekking van een vervangende hond. Het heeft er de schijn van dat het KNGF daarvoor een draaiboek hanteert. Zo maakte een cliënt mee dat het KNGF zijn zorgverzekeraar opdracht gaf de kwartaalbijdrage voor onderhoud en verzorging van zijn hond te beëindigen nog vóór het jaarlijkse controlebezoek, terwijl zijn hond op achtjarige leeftijd nog goed en met plezier functioneerde en baas en hond aan elkaar verknocht waren.

Voor de leverancier heeft de labrador het voordeel dat hij als allemansvriend makkelijk aan zijn nieuwe baas went, maar ook makkelijk herplaatsbaar is wanneer de cliënt er niets mee kan, en zo kan het gebeuren dat zogeheten kneusjes net zo lang van baas rouleren totdat de garantietermijn verstreken is en de school van het ontvangen bedrag niets meer hoeft terug te betalen. De gevolgen van deze handelwijze voor de cliënten lijkt het KNGF minder te interesseren. Hun klachten worden simpelweg afgedaan als onzin.

Een cliënte die meldde dat haar hond op straat vaak zo schrikachtig reageerde, kreeg simpelweg te horen: “onze honden schrikken niet.”

Na de basisopvoeding bij een puppywalker of puppypleeggezin verblijft de hond tijdens zijn training veelal in een kennel. Daardoor is er onvoldoende zicht op sociaal aangepast gedrag en gebeurt het regelmatig dat honden na aflevering niet zindelijk zijn en hun behoefte in huis doen, wat des te vervelender is wanneer je geen ziende huisgenoten hebt. Dit overkwam niet alleen mijn man en mij met de twee eerste honden, afkomstig van het KNGF, maar ook een aantal andere cliënten van het KNGF.

Zindelijkheidsproblematiek

Het zindelijkheidsprobleem kan beheersbaar worden door de hond ’s nachts aan de lijn te leggen, maar hiervan wil het KNGF niet horen. Daarmee wordt het belang van de blinde ondergeschikt gemaakt aan dat van de hond.

Ook wordt honden tegenwoordig niet meer geleerd hun behoefte te doen in de goot, maar wordt geëist dat je ze daarvoor loslaat. Maar wat te doen als hij dan niet meer terugkomt, zoals bij de labrador nog weleens het geval is, of als je geen veilige losloop plaatsen in de buurt hebt? En wat te doen als je hond graag in het water springt of zich graag te goed doet aan smerigheid waar zijn maag of darmen niet tegen kunnen? Ik hoorde van iemand die dat wel deed. Toen hij aan vervanging van zijn hond toe was, werd hem geen nieuwe hond verstrekt. Het argument was dat hij zijn hond niet regelmatig kamde. Betrokken cliënt was het daar niet mee eens. Hij riep zijn dierenarts te hulp. Deze schreef het KNGF dat hij zijn hond altijd goed verzorgd had, maar men verwaardigde zich hierop verder niet te reageren. Dat het KNGF hogere prioriteit geeft aan effectieve bedrijfsvoering dan aan het welzijn van de hond, zoals het suggereert, bleek nadat het een oude, zieke hond bij een cliënte was opgehaald voor euthanasie. Toen zij een week later bij het KNGF moest zijn voor besprekingen over een vervangende hond, werd haar gevraagd gedempt te praten omdat haar hond in de kennel nog steeds op de dierenarts moest wachten.

Een andere cliënte meldde dat het KNGF haar hond meenam omdat zijn dieet niet snel genoeg resultaat had, hoewel haar dierenarts stelde dat hij nu niet meer te dik was. Het KNGF: ‘Dat maakt hij niet uit, dat maken wij uit.’`Overigens was hij niet de enige dierenarts die zo bejegend werd. Toen ze de hond na vier weken huisarrest eindelijk terugkreeg, had hij een forse kaakontsteking en kwijlde hij bloed; van heimwee had hij geprobeerd de tralies van zijn kennel door te knagen.

Vermogende instelling

Het KNGF, een zeer vermogende instelling toch, is alom bekend vanwege zijn bedelacties, waarbij het de beeldvorming over de blinde schaamteloos manipuleert. Zo kun je bij de apotheek nog steeds collectebusjes aantreffen. Schoolkinderen die voor een spreekbeurt over geleidehonden bij het KNGF een infopakket aanvragen, ontvangen daarbij standaard een bedelbrief ‘voor je ouders’. En KNGF-ambassadeurs die belangeloos lezingen of andere activiteiten verzorgen, worden gemaand eventueel ontvangen  cadeaubonnen èn CD’s bij het KNGF in te leveren.

Het KNGF mag zijn zogenaamde expertise graag promoten over de rug van de cliënt. Denk aan acquisitieslogans als: Toen mijn hond doodging, werd ik opnieuw blind.’

Een cliënte: ‘Toen ik de indruk kreeg dat mijn hond steeds slechter ging zien, heb ik wel drie dierenartsen moeten consulteren voordat eindelijk geloofd werd dat ik gelijk had. Ik werd doorgestuurd naar de Faculteit  voor diergeneeskunde in Utrecht. Daar liep ik een trainer van het KNGF tegen het lijf met nog vijf honden van de tien uit het nest waaruit mijn hond afkomstig was; zij bleken allemaal te lijden aan Retinitis Pigmentosa (RP), waardoor in toenemende mate kokerzicht ontstaat.’ Zo kende zij ook een doofblinde die elke dag dezelfde route liep met zijn inmiddels blinde geleidehond.

Vermogende instelling exploiteert

Of het KNGF als leverancier  een hond toewijst, hangt niet alleen af  van je geschiktheid als cliënt, maar vooral van je houding. Deze dient onderworpen te zijn. Een assertieve houding, en al zeker het publiceren van kritische artikelen, wordt afgestraft. Wens je als volwassen gesprekspartner bejegend te worden en waag je het zelfs om je voorkeur kenbaar te maken, dan rijzen er allerlei bezwaren of worden er zelfs grove onwaarheden gedebiteerd. Zo stelde Peter van der Heijden (Hoofd opleidingen, instructeurs en cliënten) die momenteel de ontslagen directeur vervangt, dat ik niet geschikt zou zijn voor een hond vanwege mijn slechte mobiliteit. En dat terwijl ik toch al ruim tien jaar ervaring heb met het lopen met een geleidehond. De ergotherapeut van Koninklijke Visio met wie het KNGF toch het liefst samenwerkt, had voor de zorgverzekeraar bovendien een zeer positief indicatieadvies afgegeven. De tweede onwaarheid was dat ik mij tijdens de intake onheus zou hebben gedragen, maar het klikte juist heel goed met de medewerkster die de telefonische intake deed.

Verder zou volgens Van der Heijden de huidige hond van mijn man ernstig vermagerd zijn en een doffe vacht hebben, terwijl tezelfdertijd zowel onze dierenarts als de school van Serge Gaus (zoon van Martin Gaus) te Lemmer hadden opgemerkt dat de hond er voor zijn leeftijd nog patent uitzag en een goede gezondheid had.

Tijdens het voorzorgbezoek had de KNGF-medewerkster blijkbaar de opdracht   meegekregen tot een ontmoedigingsbeleid. Zo stelde ze mij allerlei onzinnige vragen zoals: hoe zou u reageren als de hond vijfmaal per dag drijfnat en onder de blubber thuiskwam? Want ja, hun honden moesten vijfmaal per dag worden uitgelaten om dan steeds een half uur lang los te kunnen rennen, in een omheinde uitlaatplaats zodat ze niet konden ontsnappen. En als er in de buurt geen uitlaatplaats was, wel, dan moest je er met het openbaar vervoer heen. Zo hoorde ik dat twee cliënten met verstandelijke beperking in de binnenstad van Amsterdam die opdracht nog serieus namen ook en daarmee dan zeker de hele dag zoet waren.

Verder stelde de medewerkster dat een geleidehond alleen getraind wordt om je om obstakels heen te leiden, zelf moet je de route kennen en ook aangeven wanneer hij mag oversteken, want uitkijken kan een geleidehond niet. Welnu, dat wist ik zelf ook wel; zo niet het publiek dat je BLINDENgeleidehond maar al te graag bovennatuurlijke prestaties toedicht.

 Toen ik als dierenkenner de brutaliteit had haar erop te wijzen dat een hond van nature een roedeldier is en je bij de training daarop moet inspelen, bestond ze het te beweren dat dat weliswaar zou gelden voor de wolf, maar dat de hond solitair zou leven.

Bevoogding nog van deze tijd?

Het KNGF denkt nog steeds ons als cliënten te kunnen bevoogden.

Een voormalig universiteitsmedewerker die als geleidehond gebruiker een lange staat van dienst had, vertelde:

“Vroeger ging je naar het KNGF waar dan werd gekeken of je in staat was met een hond te lopen. Sinds het trainingsbeleid ‘gemoderniseerd’ is, moet men verplicht lopen met de dogsim, een simulatiehond, een metalen frame op zwenkwieltjes en voorzien van een beugel. De ergotherapeut die dan achter je loopt, duwt de dogsim aan een stang voort. Dat werkt vernederend; je voelt je dan behandeld als een kleuter. De meeste cliënten voelen dat ook als zinloze betutteling, maar durven zich hierover niet te uiten uit angst hun hond te verliezen of geen nieuwe hond meer te krijgen.” 

Zo ook meldde een aantal geleidehondgebruikers dat het KNGF hen verplichtte om de hond dat voedermerk voor te zetten waarvan de fabrikant het KNGF sponsort, wat nogal eens kan variëren.

Een oudere dame die een hond aanvroeg voor het onderhouden van haar sociale contacten, kreeg van het KNGF te horen dat een geleidehond daar niet voor bedoeld was. Daarentegen zijn er tegenwoordig veel meer slechtzienden dan voorheen die wel een hond krijgen. Want wanneer die zich daarmee vlot voortbewegen in winkels, ziekenhuis e.d. versterkt dat bij het publiek het geloof dat het KNGF professioneel africht.

Maar moet je als blinde je hond corrigeren, hetzij met woorden, hetzij met andere gepaste middelen, dan kan dat door hartstochtelijke maar onwetende dierenvriendinnen worden doorgegeven aan het KNGF of zelfs aan de dierenpolitie en heb je de grootste moeite om uit te leggen dat je echt geen dierenbeul bent. En in plaats van het voor je op te nemen via hoor en wederhoor, doet het KNGF er dan graag nog een schepje bovenop, want het publiek moet je te vriend houden, toch?Het KNGF kan zich deze houding uiteraard slechts veroorloven dankzij zijn vermogen. De vele giften die door niet wetende goed bedoelende mensen aan het KNGF worden gedoneerd in de veronderstelling goed werk te steunen, werken in feite als verstorende factor. Want door die giften blijft de levering van geleidehonden onnodig in de gunstensfeer hangen, met des te meer ruimte voor de bevoogdingsmentaliteit van het KNGF, en mogelijk ook wel van de andere scholen.  

Onderzoek gewenst

Het wordt de hoogste tijd de bedrijfsvoering van het KNGF eens grondig te onderzoeken. Het geloof in het altruïsme van het KNGF heeft al een forse knauw gekregen sinds de Volkskrant op 15 juli 2016  publiceerde dat zijn directeur Ellen Greve in 2015 een jaarinkomen scoorde van maar liefst € 154.000,–, dankzij een bonus van € 18.500,–. Voor een ideële instelling is dit ontoelaatbaar; de Raad van Toezicht, bestaande uit bobo’s, had blijkbaar een oogje dichtgeknepen.

Navrant is wel dat daarentegen het jaarsalaris van de trainers die toch het eigenlijke werk moeten doen, nauwelijks hoger is dan het minimumloon, zoals ik van de vriend van een trainster hoorde.

Tot slot.

Op 14 juni 2016 heeft Nederland, als een van de laatste landen, het VN-gehandicaptenverdrag geratificeerd. In 2017 zou worden begonnen met de implementatie daarvan. Mag het dan zo zijn dat het KNGF als uitvoerder van het verstrekkingenbeleid de dienst uitmaakt door het belang van de cliënt ondergeschikt te maken aan zijn eigen acquisitie en dubieuze bedrijfspolitiek? Zo’n regenteske houding is toch niet meer van deze tijd? Dit artikel heb ik samengesteld met de input van andere geleidehondgebruikers uit ons uitgebreide netwerk, onder wie de oud-directeur van de Nederlandse Vereniging van blinden en slechtzienden.

Truus Jonker ervaringsdeskundige

033-2453705

E-mail: truus.jonker2000@gmail.com

Gastblog Charlie Loos: Uitgeschakeld door Connexion!

Oh, oh, Den Haag…

Stapeling achter de Duinen…

En nee, deze keer gaat het niet om de stapeling van zorgkosten. Ik erger me dood aan alles rond de taxibus. Een stapeling van ergernissen dus. Meestal erger ik me aan de ontzettend slechte planning sinds Connexxion de aanbesteding  gewonnen heeft. Zij waren het goedkoopste. Ik was erbij in de gemeenteraad toen er allerlei beloftes werden gedaan door een topman van Connexion. Zoals op tijd rijden, 4 ritten per uur, een app om de taxibus te bestellen… Toevallig zag ik later die man van Connexion en zei: “Alles wat u beloofde, gaat niet lukken!”. Natuurlijk beweerde hij het tegenovergestelde met ook nog de mededeling: “Ik heb uw mail gelezen”. En ik dacht verbaasd: “Oh?…”

Dan nu de stapeling van ergernissen.

Het begon er mee dat ik wel op tijd opgehaald werd, maar zelden op tijd aankwam. Vaak een half uur en soms ook drie kwartier te laat. En dat is niet leuk als je hydrotherapie hebt of op tijd in de Tweede Kamer wilt zijn voor een debat.

Dus wat deed ik? Ik vervroegde al mijn ritten met een kwartier. En nu is het dus hollen of stilstaan. Ik ben er veel te vroeg of net op tijd.

Tweede punt: Diverse chauffeurs stappen helemaal niet uit als ze je op komen halen. Er is er zelfs een, die het presteert om te toeteren als hij voor de deur staat.

Met instappen zeg ik niks. Maar met uitstappen vraag ik dan: “Wilt u uitstappen?” Ik ben nu echter gestopt met uitleggen waarom. Want dat vroeg een chauffeur afgelopen zaterdag weer. “Omdat ik het vraag, en toen hij nog bleef staan: “Omdat het uw plicht is en ik een steuntje nodig heb”. Hij zette 1 voet op de 1e tree en reikte mij een hand. Ik ben maar uitgestapt, maar het voelde nog niet echt veilig.

 

Dan het vastzetten van rolstoelen en rollators.

Een paar maanden nadat Connexion de Taxibus overgenomen had van de HTM begonnen ze met combinatievervoer. Dus samen met regiovervoer, dagbesteding en zorgvervoer, zaken, school, Schiphol en dergelijke. Het gevolg is dat je chauffeurs krijgt, die totaal ongeschikt zijn.

bordje met teksten
De regels bij school vervoer

In het begin had ik bijvoorbeeld een Schipholchauffeur. Die wist niet hoe je een stoel inklapte, zette een rolstoel niet goed vast en mijn rollator al helemaal niet. Dus alles reed doodeng heen en weer in de Taxibus.

Dat rollator vastzetten is HET PROBLEEM!

Ze zetten hem heel vaak gewoon los neer. Achter in de bus bonkt hij steeds tegen de achterdeur, waardoor de stang breekt. Mijn eerste rollator kon ik weggooien, de tweede heeft een vriend van Aad gelast.

rollator in de prak
de rollator gelast

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook zetten ze hem in de deuropening met als gevolg dat de beugels van het mandje steeds schuiner gaan staan en tenslotte afbreken. Dit is al mijn derde  mandje. Soms zet een chauffeur op mijn verzoek het mandje op de bank.

Maar het ergste komt nog: DE SCHOOLBUS. Daar is helemaal geen plek voor een rollator, dus worden ze los ingeklapt tegen de wand van de bus gezet.

Dat is niet erg als ik naast het raam kan gaan zitten.

Dat wilde ik afgelopen donderdag ook doen, dus ik begon met de stoelverhogingen op die stoel naast de chauffeur te leggen. Dat mocht niet en ze deed met een noodgang mijn veiligheidsriem vast en reed weg. Ook met een rotgang en ze scheurde door de bocht. Wat ik niet gezien had, was dat er een rollator met een kruk in de standaard schuin achter me tegen de wand stond.

Toen ze dus door die bocht scheurde knalde het handvat van die stok met rollator en al tegen mij aan. Het handvat tegen mijn hoofd, wat mij een keihard: “Shit!!!” ontlokte, want dat deed pijn en ik smeet het van me af, waardoor alles opzij naast mijn stoel viel.

Als je nu denkt dat de chauffeur stopte, dan heb je het mis. Ze reed door tot de volgende persoon, die opgehaald moest worden. Daarom moest ze die rollator er weer uithalen, dus ik zei: “Ik accepteer het echt niet, dat u die rollator daar weer neerzet, want ik heb ontzettende pijn”. 

Zegt dat mens: “Dat gaat snel weer over!”. Ze zette de rollator voor de bijrijdersplaats. Dat had ze dus beter gelijk kunnen doen.

Vanmorgen had ik nog steeds pijn en was ik misselijk, dus dokter gebeld. Ik moest komen.

Ik heb dus een hersenschudding, moet rust houden en ’s middags minimaal 2 uur slapen. Moet rekenen op tenminste 2 weken.

Dat wil dus zeggen:

Niet zwemmen, geen hydrotherapie, al mijn afspraken afzeggen, niet naar de Tweede Kamer, niet aan de computer werken, geen musea bezoek en wat ik nog vergeten ben.

Rolluiken dicht!

Ik verdraag geen licht, dus ook geen TV. Mijn rolgordijnen zijn dicht.

Dus samen met de optelsom van 2 kapotte rollators en 3 kapotte mandjes, waar ik ondanks aanvraag nooit vergoeding voor kreeg, heb ik nu lichamelijke schade, waardoor ik mijn werk niet kan doen.

Want vrijwillig is niet vrijblijvend!

Charlie Loos

p.s. met dank aan Margreet de Broekert voor het uittypen van de tekst. Zelfs het werken op de computer is voor mij nu niet mogelijk!

 

 

 

Gastblog Zarah Bootsman: VN Verdrag juridisch verklaard.

Het IVBPR, het EVRM; bekende namen voor de rechtenstudent. Toch ontbreekt in dat rijtje een ander belangrijk, maar wellicht minder bekend mensenrechtenverdrag. Het is redelijk nieuw en in studieboeken is er (nog) niet veel over geschreven: het IVRPH.

Gastartikel door Zarah Bootsman, eerstejaars rechtsgeleerdheid aan de Open Universiteit en kernteamlid van Wij Staan Op

 Zarah Bootsman

Het IVRPH

Het IVRPH, ofwel VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, kwam in 2006 tot stand in New York. De opbouw van het verdrag, bestaande uit vijftig artikelen, is redelijk standaard te noemen. Na een aantal algemene bepalingen en verplichtingen voor de staten die partij zijn, volgen de losse artikelen. Deze hebben betrekking op onder andere gelijke behandeling, recht op onderwijs, toegankelijkheid en de bevordering van bewustwording in de samenleving.

2016: ratificatiejaar

De toenmalige Nederlandse regering zette al in 2007 zijn handtekening onder het verdrag, maar toch duurde het tot dit jaar om tot ratificatie over te gaan en daarmee is Nederland een van de laatste landen om deze stap te zetten. Waarom heeft dit zolang geduurd? Het antwoord op deze vraag is dat het verdrag bijna alleen maar verplichtingen voor de overheid met zich meebrengt en niet voor individuele personen of organisaties.  De regering wilde eerst uitzoeken wat ratificatie zou betekenen voor de Nederlandse overheid, alvorens hiertoe over te gaan.

Wat betekent dat nou precies, ratificatie? De VN omschrijft het als volgt: een staat die een verdrag ratificeert is “consent to be bound” en wil dus partij worden bij het betreffende verdrag. Hoe ratificatie in zijn werk gaat, verschilt per geval. In het geval van het IVRPH verliep het proces als volgt. De Tweede Kamer moest instemmen met de ratificatie, samen met een aantal ingediende moties om invulling te geven aan het IVRPH. Dit gebeurde uiteindelijk op 21 januari jongstleden. Gezien het tweekamerstelsel dat Nederland hanteert, had echter ook de Eerste Kamer een stem.

Eerste Kamer

Zij stemde bijna drie maanden later, op 12 april, ook in met de ratificatie. Op 20 mei werd in de goedkeuringswet gepubliceerd in het Staatsblad, waarna het IVRPH op 14 juli 2016 in Nederland werking trad.

Gevolgen voor de burger

Houdt de overheid zich niet aan het verdrag, dan kan je als burger stappen ondernemen. In eerste instantie bij de rechter, maar in een later stadium ook naar het College van de Rechten van de Mens ingeval een verdragsbepaling is geschonden. Tevens heeft de VN een speciaal comité opgericht dat toezicht houdt op de landen die zich hebben gebonden aan het IVRPH.

Het verdrag moet er in principe voor zorgen dat mensen met een handicap dezelfde mensenrechten krijgen als mensen zonder handicap. Inclusie moet geen uitzondering meer zijn, maar het moet de norm worden. Kinderen die thuis zitten omdat ze vanwege hun handicap niet naar school kunnen? Not done volgens artikel 24 IVRPH. Discriminatie op gebied van handicap? Idem, volgens artikel 5.

We zijn er nog niet!

Is het wetgevingsproces omtrent het IVRPH dan nu klaar? Zeer zeker niet! Na de ratificatie van een verdrag begint het echte werk pas. Zo is recentelijk het Besluit toegankelijkheid verworpen door de Tweede Kamer. De Kamer vond dat deze AMvB te weinig voorwaarden schiep voor echte toegankelijkheid en ligt dus weer op de tekentafel. Bij het maken van  nieuwe wetgeving moet er nu wel rekening worden gehouden met het IVRPH. Anders kunnen burgers, zoals eerder gezegd, hiertegen in verzet komen  bij het College van de Rechten van de Mens en de rechter. Deze mag dan wel niet toetsen aan de Grondwet, maar wel aan een verdragsbepaling.

——————————————————————————-

Gastartikel door Zarah Bootsman, eerstejaars rechtsgeleerdheid aan de Open Universiteit en kernteamlid van Wij Staan Op

Eerder verschenen in het Het Rechtenstudentje?  6 december 2016

 

Gastblog Hans Blom: Apartheid in Nederland!

ONZE MISSIE IN DETAIL

Mensen met een beperking betalen heel hun leven de TOL voor de tekortschietende wijze waarop de samenleving omgaat met én is ingericht voor een gelijkwaardige levenswijze voor elke burger; ook wel aangeduid als ‘aparticipatie’.

RIP geboden toegang.

Mandela

De vergelijking met de naweeën van de afschaffing van de apartheid in 1994 in Zuid-Afrika gaat hier moeiteloos op: de afschaffing en daarmee de gelijkstelling van alle mensen heeft niet zomaar geleid tot een brede maatschappelijke integratie van kleurlingen, hun gelijkwaardigheid en volwaardige deelname aan alle aspecten van de Zuid-Afrikaanse samenleving. Jonge politieke leiders van dit deel van de bevolking gaven op de TILT-conferentie in December 2016 in Johannesburg duidelijk aan dat de onderlinge raciale discriminatie niet meer manifest is, maar dat het doel van Mandela ‘one people’ (Nelson Mandela, Long Walk to Freedom; 1994) nog lang niet bereikt is.

Wat dit volgens hen vooral moeilijk maakt en wat zij ook verwijtbaar vinden, is dat het blanke deel van de bevolking overwegend bezig geweest om zichzelf fysiek en financieel veilig te stellen in de post-apartheidsperiode. Een bevolkingsdeel dat nog steeds niet beseft, of dat te weinig laat blijken, wat de sociale, emotionele en economische uitwerking van dertig jaar apartheidsregime is op de huidige sociale en sociaaleconomische verhoudingen.

De handdruk onder de woorden: jullie strijd is onze strijd! Mandela ontmoet Jan Troost tijdens de  Four Freedoms Award Middelburg 2002

Men heeft van meet af ook geen handreikingen heeft gedaan om daarin verbetering te brengen en heeft de strijd voor gelijkwaardigheid en integratie aan het andere bevolkingsdeel overgelaten.

Aparticipatie

Dit laatste komt sterk overeen met hoe mensen met een beperking zich voelen na de ratificatie van VN-verdrag over de rechten van mensen met een Handicap zich nog steeds weg gezet voelen in Nederland: zij alleen lijken zich sterk te willen maken voor hun acceptatie, inclusie, integratie en participatie: Aparticipatie. Dat wordt hen als hun expertise min of meer opgedrongen en als zij zelf de handschoen niet oppakken, zal de samenleving – lokale en landelijke overheden, bedrijfsleven en instellingen – alleen lippendienst aan inclusie belijden. En belangenbehartiging (levenslang en levensbreed) wordt op gemeentelijk niveau ingeperkt tot cliëntenparticipatie in de zorg en de begeleiding.

Ervaringsdeskundigheid

Op lokaal niveau is er geen beleidsterrein, waar mensen met een handicap of chronische ziekte niet mee te maken hebben. Het uitgangspunt is dat het benutten van hun uitgebreide ervaringsdeskundigheid in combinatie met professionele expertise een grote meerwaarde heeft voor de verwerkelijking van inclusie, integratie en participatie in de samenleving van medemensen en medewerkers met een beperking. Hierbij is ook de lokale belangenbehartiging is aan een nieuwe impuls toe.

Het is tegen deze achtergronden dat door ons wordt voorgesteld om aan de slag te gaan met een revitaliseringsoperatie, waarbij landelijke en lokale politiek samen met belangenorganisaties en maatschappelijke organisaties op een oplossingsgerichte wijze problemen op het vlak van inclusie, integratie en participatie van mensen met een beperking individueel en collectief gaan aanpakken en oplossen.

Inclusie Verenigt is een bedrijf waar plaats is voor iedereen die zich hiervoor daadkrachtig wil inzetten en met elkaar hiervoor een effectieve taskforce vormen: de Mobiele Inclusie Brigade

Hans Blom

mede-inspirator en netwerkpartner

Inclusie Verenigt

Blom Management Consultancy BV

 

Gastblog Frans Timmermans: “Houd Hannie en Frans op de weg”

Laten we beginnen om ons voor te stellen.

Frans en Hannie onze eerste ontmoeting met Jan Troost

Wij zijn Hannie (chauffeur en partner) en Frans Timmermans en we wonen in Wijk en Aalburg. Een klein plaatsje in de driehoek Den Bosch, Waalwijk en Gorkum. We hebben alle twee een handicap. Hannie heeft Spina bifida en ik  zit in een elektrische rolstoel en heb SMA type 2 en ben zeer zwaar gehandicapt en heb 24 uur per dag ademhalingsondersteuning. Voor ons is het openbaar vervoer geen optie. Gelukkig betaald de Gemeente Waalwijk mee aan de aanpassingskosten van de nieuwe bus. 

Ondernemend stel

Wij hebben vanaf april 1992 tot oktober 2008 samen een CD-Shop annex postagentschap gerund. Helaas moesten we door de opkomst van het illegaal downloaden van muziek en films de tent sluiten. Einde van onze inkomsten. In de voor ons gouden tijden hebben wij een Mercedes-Vito gekocht en aangepast. Nu is deze auto 16 jaar oud en heeft reeds 480.000 Km. gereden. Hij is dringend aan vervanging toe.

Frans de bus in

We zagen dit al enkele jaren aankomen.

Aangezien wij nu van een uitkering moeten rondkomen beseffen we dat wij niet de enige Nederlanders zijn  die met hetzelfde probleem zitten. Geen geld maar  ook niet met de deeltaxi  of openbaar vervoer kunnen!

Stichting 4Wheels

Daarom is er de Stichting 4wheels opgericht. Deze stichting heeft het volgende als doelstelling:

De Stichting probeert zoveel mogelijk gehandicapten, die zelf geen voldoende middelen hebben en aangewezen zijn op een speciaal aangepast vervoermiddel, dat wat niet verstrekt wordt vanuit de overheid, aan aangepast vervoersmiddelen te helpen. Ook helpt de stichting zoveel mogelijk deze mensen met alle bijkomende zaken. Tevens geeft de stichting zoveel mogelijk ondersteuning om de vervoersbehoeften in kaart te brengen en advies hierover te geven. 

FINANCIËLE DONATIES ZIJN OVER TE MAKEN OP IBAN NL18 RABO 0300 3586 79 T.N.V. STICHTING4WHEELS.NL

De Stichting 4Wheels helpt ook  ons zoveel mogelijk om aan het geld voor de nieuwe bus te komen. Daarnaast hebben we een beroep gedaan op MEE PLUS Zij hebben diverse Fondsen benaderd om ons te helpen. ook hebben we Terug naar de bossen verzocht om juridische en mentale ondersteuning. 

De bus

Onze bus inclusief aanpassingen kost ongeveer € 67.000,00. Na een groot aantal bijdragen van fondsen en sponsoring is er nog een bedrag van € 13.500,00 nodig.

De Stichting 4Wheels organiseert daarom op zaterdag 6 mei a.s. een bloemen, planten, tuingoed en Hamburgermarkt onder het motto “Houd Hannie en Frans op de weg” op het marktplein in Wijk en Aalburg waarvan de gehele opbrengst ten goede komt aan onze nieuwe bus.

Ook heeft de stichting 4Wheels.nl een kraam gereserveerd op de jaarmarkt in juni in Wijk en Aalburg waarvan de opbrengst weer ten goede komt aan de actie “Houd Hannie en Frans op de weg”.

Daarnaast hebben wij 200 bedrijven in de regio een brief geschreven en gevraagd om een donatie maar dit heeft helaas nog maar zeven reactie opgeleverd. Gelukkig wel 4 sponsors voor de plantenmarkt.

Bijdrage kweker!

Ook heeft een van de sponsors 200 kwekers gemaild met ons verhaal en gevraagd om een kleine bijdrage voor onze bus. Hopelijk levert dit ook nog een mooi bedrag op zodat we spoedig onze nieuwe bus kunnen bestellen.

Pers benaderd!

Naast de Stichting 4Wheels.nl hebben we 26 regionale en nationale omroepen benaderd om aandacht voor ons probleem maar daar hebben we nog geen enkele reactie op gekregen.

Mocht u als lezer nog een belangrijke suggestie of tip hebben dan zijn we je daar bijzonder dankbaar voor.

Onze mail: franske@ziggo.nl

Facebook: Frans en Hannie Timmermans

Frans en Hannie Timmermans

 

Gastblog Bart Pluijms: “Een betere website voor iedereen”!

Iedereen moet mee kunnen doen. Ook op internet. Met toegankelijke websites zorgen we dat iedereen gebruik kan maken van de mooie dingen die internet biedt. Maar wanneer is een website toegankelijk? En wanneer is een website drempelvrij? Twee termen die nogal eens door elkaar worden gebruikt.

 

Alle Drempelvrije websites zijn toegankelijk

Drempelvrij voorzitter 2003 uitreiking SNS Bank.

Een website is drempelvrij als deze de toetsing van Stichting Waarmerk Drempelvrij.nl heeft doorstaan. Dit is het Nederlandse keurmerk voor toegankelijke websites.

Pas na een uitgebreide inspectie kan je het Waarmerk Drempelvrij in ontvangst nemen. Je hebt dan een website die je ook echt drempelvrij mag noemen.

Een drempelvrije website is dus ook volledig toegankelijk. Dat weten we zeker, want hij is getest door een officiële (en onafhankelijke) instantie zoals Stichting Accessibility. De keuring vind plaats op drie verschillende niveaus (A, AA en AAA). Deze niveaus zeggen iets over hoe goed je website voldoet aan de WCAG 2.0 richtlijnen. Dit zijn internationale regels die vier principes hanteren:

  1. Waarneembaar
  2. Bedienbaar
  3. Begrijpelijk
  4. Robuust

Ieder principe is verdeeld in succescriteria. Al deze criteria bepalen hoe toegankelijk een website is.

Niet alle toegankelijke websites zijn drempelvrij

Niet alle toegankelijke websites zijn 100% drempelvrij. De keuring voor het Waarmerk Drempelvrij is vrij zwaar (en prijzig). Het is in Nederland alleen voor de overheid verplicht om het Waarmerk Drempelvrij te hebben. Gelukkig zijn er steeds meer organisaties die ook een drempelvrij-inspectie doen. Zij vinden de digitale toegankelijkheid net zo belangrijk als de offline toegankelijkheid.

Hoe herken ik websites met het Waarmerk Drempelvrij?

Een website met het Waarmerk Drempelvrij herken je aan een groen logo met een mannetje. Als je Level AA van de WCAG 2.0 richtlijnen hebt behaald dan krijg je het logo met twee groene sterren. Op de website van het Waarmerk Drempelvrij.nl staat een overzicht van alle drempelvrije websites. Hier kan je ook zien door wie de website is gebouwd.

Niet iedere Drempelvrije website is herkenbaar aan het groene logo. Zo heeft de website van mijn bedrijf Geev vorm geen logo geplaatst, maar wel het Waarmerk Drempelvrij behaald. Zo waren wij lange tijd de enige webdesigner in Nederland die het inspectie-traject helemaal heeft doorlopen en met succes heeft behaald.

Wat is nou beter? Toegankelijk of drempelvrij?

Ik zou het liefst zien dat via de wet verplicht wordt gesteld dat iedere website toegankelijk moet zijn. Alleen dan kunnen we er voor zorgen dat iedereen gebruik kan maken van alle mooie dingen die het internet te bieden heeft. Het VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap zet al een stap in de juiste richting, maar we zijn er nog niet.

Broeder TUCK strijd voor een toegankelijk internet.

Ik weet echter ook dat 100% toegankelijk niet voor ieder bedrijf of organisatie kan. Een mooie start zou zijn als alle websites van organisaties en bedrijven met een maatschappelijke of sociale functie toegankelijk zijn. Ik vind dat dit de websites zijn die volledig aan de WCAG 2.0 richtlijnen zouden moeten voldoen. Ik denk dan vooral aan zorgverleners, het onderwijs, bibliotheken en de politiek.

En moeten alle websites dan ook Drempelvrij zijn? Nee hoor, Drempelvrij is niet meteen beter dan 100% toegankelijk. Ik vind het belangrijker dat het besef er is bij bedrijven en organisaties dat een inclusieve samenleving verder gaat dan alleen de offline wereld. Het Waarmerk Drempelvrij kan daarbij helpen.

Bart Pluijms is expert digitale toegankelijkheid bij Geev vorm. Op persoonlijke titel blogt hij op onlinetoegankelijk.nl. Zijn wens: “Een betere website voor iedereen”.

Gastblog Lies van de Loo: Cadeau voor een Kamerlid

Cadeau voor een Kamerlid worden, wat zou je daarvan vinden.  Die vraag werd mij een paar weken geleden gesteld door iemand van de Patiënten Federatie Nederland. Eerst wist ik niet met welke instantie ik aan de telefoon hing. Patiënten Federatie? Nooit van gehoord. Bleek het de nieuwe naam te zijn van de NPCF.

Den Haag , 6-2-2008 . foto Serge Ligtenberg , Erika Terpstra bij de VVD op bezoek voor de lancering van de website over het persoonsgebonden budget

En ik nu  bij Pauw!

https://pauw.vara.nl/media/372313

Cadeau voor een Kamerlid worden, wat zou je daarvan vinden.  Die vraag werd mij een paar weken geleden gesteld door iemand van de Patiënten Federatie Nederland. Eerst wist ik niet met welke instantie ik aan de telefoon hing. Patiënten Federatie?

Nooit van gehoord. Bleek het de nieuwe naam te zijn van de NPCF.

Handig?!

Mij ontgaat meestal het nut en de noodzaak van dit soort naamsveranderingen. Ik denk dat aantal pr- bureautjes dat beter kunnen uitleggen. Die leven daarvan. Maar dat terzijde.

Cadeau voor een Kamerlid.

Het is de bedoeling, zo werd mij verteld, dat je aan het Kamerlid duidelijk maakt wat het effect in de praktijk is van beslissingen die in de blauwe vergaderzaal in Den Haag worden genomen. Tja, dat is natuurlijk wel een goeie. Vertellen wat er mis is tegen de persoon die daar wat over te zeggen heeft is natuurlijk heel erg verleidelijk. En mij niet geheel vreemd. Dat heb ik eerder, met tamelijk succes, samen met anderen, gedaan. Wel al een hele tijd geleden. Ben eigenlijk een beetje dat wereldje uit. Muziek maken  is nu het belangrijkste, maar ach.

Sorry heb toch gefietst!

Fietsen (totaal geen ervaring mee) schijn je ook niet te verleren dus gaan met die banaan.

Ik heb dus Ja gezegd.

Alleen het woordje patiënt, dat blijft bij mij wel wringen. Zeker als je aangekondigd wordt door Jeroen Pauw als de patiënt met de chronische ziekte. Maar ja, wiens brood men eet wiens taal men spreekt zullen we maar zeggen.

Niet dat ik betaald word, nee ervaringsdeskundigheid brengt nog steeds niets op, maar ja die club stuurt me op pad dus hoppa: patiënt.

Het resultaat telt.

Lilian Marijnissen en ik gaan een tijdje met elkaar optrekken.

Lilian Marijnissen en Lies van de Loo (Pauw)

Ik ga het met Lilian, hoe kan het ook anders, hebben over het PGB en al die onzinnige schotten tussen al die zorg wetten. En natuurlijk over hoe de angst voor fraude is veranderd in de paranoia van de papierwinkel. Liefst tot achter de komma. En pakt het fraude aan? Natuurlijk niet. Wel jaagt het mensen de gordijnen in als zij een ‘vinkje’ hier en daar zijn vergeten. Maar ja dat ‘bekt’ niet.

Corina Heijstek,

Mijn maatje van Per Saldo, doet ook mee. Corina gaat met name met haar in de slag over hulpmiddelen. Daar heeft Corina bedroevende ervaringen mee. Haar rolstoel vloog in brand en was total loss. Ze moest maar liefst 8 maanden op een nieuwe wachten. Al die tijd lag ze op bed! Ga er maar aan staan. Ik ga het met Lilian, hoe kan het ook anders, hebben over het PGB en al die onzinnige schotten tussen al die zorg wetten. En natuurlijk over hoe de angst voor fraude is veranderd in de paranoia van de papierwinkel. Liefst tot achter de komma. En pakt het fraude aan? Natuurlijk niet. Wel jaagt het mensen de gordijnen in als zij een ‘vinkje’ hier en daar zijn vergeten. Maar ja dat ‘bekt’ niet.

 

Werk zat dus.

Corina is gefilmd door Omroep Max

https://www.omroepmax.nl/hallonederland/uitzending/tv/hallo-nederland-woensdag-19-april-2017/

 

En TV Rijnmond

http://www.rijnmond.nl/nieuws/154069/Kamerleden-krijgen-patient-cadeau

Lies van de Loo

Gastblog Tasnim Ridderhof: Zo voelt een inco!

Ik werk in de gehandicaptenzorg. Kort geleden zijn wij overgegaan op een nieuw merk incontinentiemateriaal.  Volgens de vertegenwoordiger hoef je de cliënten niet meer bij ieder plasje te verschonen. Dit scheelt tijd en geld was de motivatie. Ook zijn de cliënten er bij gebaad.

Waarom? Minder gehannes door het verschonen. 

Ik kreeg de kriebels, ‘dus ik laat ze zitten met een natte broek?’ vroeg ik. Omdat dat kan… Verschonen we de cliënten helemaal niet meer??!

Omdat het kan… volgens de vertegenwoordiger.

Broeder Tuck met inco op hoofd, Tasnim gaat verder!

Dat wil ik wel eens voelen en meemaken riep ik uit!

Vandaag ben ik een dagje vrij. Ik heb een nacht-inco maatje M mee genomen. Hier laten we cliënten met gemak 12 uur in ‘slapen’. Hoe lang hou ik het vol?! 

11.55 Inco gaat aan.

Dat is nog verdomd lastig om bij jezelf te doen. Grappig aangezien ik het al ruim 19 jaar bij andere aan doe. Wat is hij dik tussen bij mijn benen. Het is een onprettig gevoel. Ik kan niet normaal lopen. Mijn broek gaat nog maar net dicht. Ik heb een pot thee gezet zodat ik mijn luier kan gaan vullen. 

12.10 Warme billen.

Ik ben mij er erg bewust ervan dat ik hem aan heb. Zeker ook tussen mijn benen. Tijd voor wat afleiding.

12.53 Rondlopen erin is niet prettig.

Ik waggel. Nu snap ik die grappige waggelende baby’s ook. Het zit erg strak bij mijn liezen. Dat was dan ook het advies van de verkoper. Zorgen dat het goed strak zit daar, want dan blijft het goed zitten.  Het liefst zou ik hem losser doen, aangezien mijn cliënten hiertoe niet in staat zijn, laat ik hem maar zitten zoals hij zit.  Als ik erin zit heb ik echt het gevoel dat er een kussen onder mijn billen zit, niet zo’n lekkere zachte, hij bedekt ook niet mijn hele kont.  Aan dat kussen tussen mijn benen raak ik ook nog niet echt aan gewend. Het is een onprettig gevoel. Zitten met je benen over elkaar kan niet echt dus zit ik wat wijdbeens, how lady like. Ik denk dat ik wel een plasje heb in mijn blaas  maar durf het eigenlijk nog niet te doen. Tijd voor nog een kopje thee! 
 
13.24 De plas is gedaan!!

Ik moest mijzelf wel even foppen door op de wc te gaan zitten en het kwam er niet uit zoals normaal omdat je het zachtjes in je inco voelt lopen, dat is natuurlijk raar voor mij. Mijn blaas is echter opgelucht.  Wat is dat warm, je plas. Ik heb nu al twee keer bij de spiegel gekeken of mijn broek niet ondertussen nat is, maar het zit nog in de inco. Mijn billen voelen nu echt helemaal nat aan. Het liefst trek ik hem nu ook uit. Voelt vies namelijk. 
Grote humor om in je eentje nu ook te ontdekken hoeveel verzadigde blokjes ik heb op mijn inco, 2!  Hiervoor moest ik atletisch mezelf in de spiegel bekijken. De inco heeft speciale streepjes die verkleuren als je in de inco plast. De streepjes zijn weer onderverdeeld in blokjes en dan kan je zien hoe nat die is. Ik heb natte billen, en een droge broek dus ik ga verder met mijn bezigheidstherapie. 

13.40 De thee is ondertussen op.

Ik twijfel of ik een nieuwe moet zetten of gewoon een fles wijn om het vol te houden. Het voelt alsof ik in een natte badpak zit. De warmte is er ondertussen wel van af. Het begint wat te jeuken en kriebelen. Nu al vind ik eigenlijk dat iedereen die cliënten verzorgd en hen inco’s aandoet dit een keer moet doen en voelen. Zeker als je werkt met mensen die vroeger zelf naar de wc konden en nu inco’s aan hebben. Ervaar het maar, plassen in zo’n ding. Mijn cliënten hebben er altijd een aangehad (EMVB). Zij hebben vast niet zo’n ‘gevoelig’ huidje als ik heb die nu al SCHREEUWD om een droge broek, of wel?! 

Volhouden Tas!

Denk voortaan aan dit moment als je moe bent en geen zin hebt om ze weeeeeer te verschonen. Het zachte warme kussen onder mijn kont voelt ondertussen aan als een natte met proppen gevuld kussen. Het zit niet meer lekker! 

14.15 Daar kwam de tweede plas.

Het werd helemaal warm bij mijn liezen. Mijn spijkerbroek is nog steeds droog. Dus het werkt wel goed dat het in de inco blijft. Ondertussen zijn 3 ½ blokjes verzadigd. Dus ik hou hem nog even om.  Het jeukt, het kriebelt en begint weer af te koelen. Dat afkoelen vind ik eigenlijk nog wel het meest vervelend. Kan me voorstellen dat het in de winter nog kouder aan voelt.  De inco lijkt ook hard te worden. Het kussen onder mijn billen is niet prettig. Hard en nat. Stil zitten is niet prettig. Zwaarder wordt hij zeker!  De tweede pot thee is gezet en ik hou vol op naar plas drie!

15.15 Bij iedere beweging die ik maak voel ik koude natte billen.

Zolang ik stil zit is het geheel alleen nat. Zoals ik al eerder schreef  is het nu hard om erop te zitten, en ik voel mijn huid kriebelen. 

15.30 Plas drie!!!

Tijdens het plassen voelde ik me broek nat worden, gelijk naar de badkamer gewaggeld! De inco was verzadigd. Uiteindelijk waren er maar 6 blokjes waren gekleurd van de 9. De inco woog 1 kilo en 200 gram. Behoorlijke plas dus. De inco kan behoorlijke hoeveelheid aan!! 

De reacties die ik kreeg van familie en vrienden was dat ze respect voor me hadden, het knap vonden en natuurlijk dat het gestoord was. 

Alleen ik doe zulke rare dingen. 

Hoe raar is het om een inco aan te hebben. Sommige van mijn cliënten hebben die al 56 jaar aan. Dan zullen wij waarschijnlijk denken; ‘zij weten niet beter’. Dus voelen ze het ongemak van een nat, warm, koud, vol, hard, zware inco dan niet?!  Vertellen wij ze wel eens dat we het knap vinden dat ze 12 tot 14 uur zo’n ding aan hebben en hun behoefte erin doen?  Moeten ik vanaf nu cliënten ’s nachts extra gaan verschonen als ze slapen? Zelf denk ik zolang ze slapen ik dit niet hoef te doen, maar zodra ze wakker zijn moet ik er wel zijn om ze zo snel mogelijk van dat vieze ding af te helpen.  Ik heb meer gedronken dan dat ik mijn cliënten geef als ze slapen ’s nachts. Zelf plas ik ook wel wat minder in de nacht dan dat ik nu heb gedaan. 

Zal ik overdag mijn cliënten minder gaan verschonen nu omdat ze ‘maar’ 2 blokjes nat zijn en de inco nog wel een blokje meer nat kan worden?! 
Nee. Het is geen prettig gevoel om een natte broek aan te hebben. Hij wordt zwaar, hard en koud. Als je dan moet lopen, bewegen of zitten is dit niet prettig.

 Waarschijnlijk ga ik mijn cliënten na deze ervaring vaker verschonen.

#challangeaccepted #incochallenge

Tasnim Ridderhof

Noot van de redactie: Misschien goed idee om dit experiment ook door vertegenwoordigers van inco te laten doen. Daarnaast is het de moeite waard om ook Minister Schippers uit te dagen!

Open brief Wij Staan Op, aan Informateur Schippers!

Wij Staan Op! vraagt in open brief om vier kerndoelen van belang voor de participatie van mensen met een handicap mee te nemen in het regeerakkoord.

logo wij staan op
Logo Wij Staan Op

Toegankelijkheid wordt de regel, ontoegankelijkheid de uitzondering. 5 april 2017, te Leiden

Geachte mevrouw Schippers,

 

Wij benaderen u in uw huidige rol van informateur van het mogelijk toekomstige kabinet,

Op 14 juli 2016 trad het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap in werking in Nederland. Bij de formatie van een nieuwe regering behoeft deze erkenning van de ongelijke positie van deze mensen expliciete aandacht te krijgen. Nú kunnen keuzes worden gemaakt die actief en effectief bijdragen aan een samenleving waarin mensen met een beperking op gelijke voet kunnen mee doen. Net als vele anderen heeft Wij Staan Op!, een beweging van jongvolwassen ervaringsdeskundigen, ook vorig jaar al aandacht gevraagd voor de ratificatie van het VN-Verdrag. We doen nu opnieuw een beroep op de beleidsmakers om verschil makende stappen te zetten.

VNgroepsfoto  Verdrag door Eerste Kamer
VN Verdrag door Eerste Kamer

Op veel kerndoelen is nadere invulling noodzakelijk om mensen met een levenslange en levens brede beperking of chronische ziekte autonoom en op voet van gelijkheid te kunnen laten participeren. Wij Staan op! doet hierbij concrete voorstellen op vier van deze doelen.

Dit zijn: 1. Reduceren van regeldruk. 2. Bescherming van de financiële positie; 3.Betere toegankelijkheid treinen 4. Beschikbaarheid van betaalbare toegankelijke woningen en keuzevrijheid van woongemeente.

1.Regeldruk voor mensen met een beperking sterk reduceren.

Het autonoom leven staat onder druk. Mensen met een handicap die zelfstandig wonen, moeten bijvoorbeeld, elk jaar opnieuw, invullen hoe hun zorg er van minuut tot minuut uit ziet. Terwijl het volstrekt duidelijk is, dat hun handicap nooit zal verminderen of verdwijnen. Dit gaat tot op het detailniveau van tandenpoetsen. Iemand krijgt alleen hulp daarbij als dat op papier staat en als een arts opnieuw heeft verklaard dat zij die hulp nodig hebben. Voor iedere (verlenging van) voorziening(en) zijn steeds nieuwe medische verklaringen nodig. Met verschillende maatregelen willen wij hier een einde aan maken:

A. Stel één allesomvattende menselijke medische verklaring beschikbaar, die toegang geeft tot de verschillende voorzieningen op alle levensterreinen. Een simpel voorstel met een grote directe besparing. Een rekenvoorbeeld: uitgaande van 10.000 mensen, 10 verklaringen per jaar à €37, levert een besparing op van €3.700.000.Bevorder maatwerk door gemeenten. Laat de vraag van de cliënt (gesteund door deskundigen) bepalen wat nodig is.

B. Ontmoedig het standaard, vaak niet passend aanbod van een gemeente. Dit bespaart veel overlegtijd en veel loze procedures. En nog erger, wat nu gebeurt: verspilling omdat de geboden, ook nog steeds dure, standaardvoorziening niet werkt. Persoon is niet geholpen, voorziening wordt niet benut. Geld is weggegooid.

C. Ontschot de financiering van de voorzieningen (bijvoorbeeld met een participatiebudget). Ook dit bespaart geld omdat er geen dubbelingen en/of overlap ontstaan of schrijnender nog: ingewikkeld getouwtrek over wat waar thuis hoort met als gevolg geen toekenning. Goede voorbeelden zijn: Integraal PGB in de gemeenten Woerden en Delft. Dit geeft enorme voordelen voor de zorgvrager en levert tegelijk een besparing op.

Resultaat van de voorgestelde maatregelen:

Een drastische vermindering van de bureaucratie en passende en levens  brede verstrekking van voorzieningen. Met als gevolg: kostenbesparing voor de verstrekkers en kwaliteit plus meer tijd van leven voor personen, die zelfs mèt maatwerkvoorzieningen, nog steeds al hun creativiteit nodig hebben om een beetje normaal te leven.

2.Bescherming van de financiële positie van mensen met een levenslange en levensbrede beperkingen/of chronische ziekte.

Deze groep mag geen hogere kosten hebben dan andere Nederlanders. Wij Staan Op! vraagt uw aandacht voor de financiële positie van mensen met een levenslange en levensbrede handicap. Geschat wordt dat een kwart tot een derde van de mensen met een beperking in armoede leeft. Bovendien heeft het Nibud (zorguitgaven chronisch zieken en mensen met een beperking september 2016) gerapporteerd dat mensen met een beperking substantieel extra (zorg)kosten hebben als gevolg van hun handicap. Het is volgens ons noodzakelijk dat gericht, consistent en fijnmazig beleid ontwikkeld wordt dat een financieel gelijkwaardige positie waarborgt ten opzichte van de financiële positie van mensen zonder beperking of chronische ziekte. Een breed onderzoek naar de (onbedoelde) effecten van wet- en regelgeving op de inkomenspositie en de specifieke kosten van deze mensen is hiervoor nodig. De arbeidsmarktpositie moet worden versterkt zodat zij ook hun inkomenspositie kunnen verbeteren en een pensioen kunnen opbouwen. Negatieve financiële effecten van keuzes om samen te wonen moeten worden vermeden. Wij Staan Op! vraagt om te laten onderzoeken wat er nodig is om verbetering in de huidige extra ongelijke situatie te brengen en om, beginnend met de nieuwe belastingwetgeving, expliciet rekening te houden met al deze mensen.

3.Betere toegankelijkheid treinen

Mobiliteit wordt ook als een van de rechten in het VN verdrag omschreven. De toegankelijkheid van het OV en dus ook van de treinen maakt hier een belangrijk deel van uit.

Perron op hoogte?

De NS heeft een planning voor het toegankelijk maken van het OV. De belangrijkste items zijn:

  • Een uitbreiding van de in- en uitstaphulp met 45 stations binnen 10 jaar.
  • Op hoogte brengen van de perrons voor 2030.

Die planning biedt voor de korte termijn dus nauwelijks soelaas. En over 10 jaar kunnen rolstoel- of scootmobiel-gebonden passagiers met deze planning nog steeds 250 stations in Nederland niet gebruiken. Het op hoogte brengen van de perrons is alleen effectief als de treinen aangepast zijn en dat is maar beperkt het geval. Dus, als er verder niets gebeurt is er in 2030 (over 13 jaar) nog steeds zeer beperkt in- en uit stap hulp en zijn er nog steeds maar beperkt treinen zelfstandig toegankelijk.

Wij Staan Op! dringt er bij de regering op aan om nú passende maatregelen te nemen die toegang tot vervoer breder mogelijk maken en die waarborgen dat NS, als private partij zich rekenschap geeft van de noodzaak om te blijven investeren in toegankelijkheid en, naast het uitrollen van grote projecten, betrokken en actief zoekt en blijft zoeken naar creatieve oplossingen.

In dat kader, en vanuit het besef dat niet alles in één keer kan worden gerealiseerd stelt Wij Staan Op! een minimale aanpassing van het beleid voor die slechts een minimale investering vergt. Een kleine stap die echter wel al op korte termijn tot significant grotere toegankelijkheid van treinen kan leiden.

Er is een drietal typen toegankelijke treinen (Sprinters/lightrail) in gebruik bij de NS en bij andere vervoerders zoals Arriva. Dit betreffen bij NS de SLT (131) en de Flirt treinen (58) en de aankomende SNG (118). Deze gelijkvloerse instaptreinen doen tezamen veel stations aan. Veelal stations waar nu geen in- en uitstaphulp is. En stations waar de perrons niet op hoogte zijn. Met gevolg dat de toegankelijkheid van deze treinen niet benut kan worden, ook niet straks, na realisatie van bovengenoemde plannen van NS.

Wij stellen voor:

A.Deze gelijkvloerse instaptreinen uit te rusten met een losse lichtgewicht loopplank, (zoals Arriva dit met succes ook doet waar zij rijden met de toegankelijke lightrail treinen) en de conducteur de verantwoordelijkheid te geven voor het in- en uit stappen van de rolstoel- of scootmobiel-gebonden reiziger op stations waar geen assistentie is. Voor de conducteur vrijwel geen meerwerk, omdat deze nu ook al meestal betrokken is bij het in- en uit stappen. Zij checken altijd bij hun passagiers waar ze eruit moeten. En vergeleken met de vaak lange intercity’s heeft de conducteur van een sprinter overzicht over zijn hele trein. Dit vergt een eenmalige investering van : €153.500 (€500 (loopplank) x 307 (aantal toegankelijke treinen bij NS). En deze treinen te vermelden in de reisplanner.

B.Prioriteit te geven aan aanpassing van de perronhoogte bij die perrons waar de toegankelijke treinen al rijden. Dit vergt geen extra investering, alleen een andere prioriteitstelling.

C. In drie jaar tijd de in- en uitstaphulp uitrollen op die stations waar geen toegankelijke trein rijdt.

D. Wij Staan Op! als ervaringsdeskundige en creatieve gesprekspartner te betrekken bij verdere ontwikkeling van het toegankelijkheidsbeleid. 

4.Beschikbaarheid betaalbare toegankelijke woningen en keuzevrijheid van woongemeente.

Voor alle starters op de woningmarkt is er op dit moment een enorme schaarste. De wachtlijsten voor een betaalbare huurwoning zijn lang en kopen is onmogelijk. Voor mensen met een beperking die zijn aangewezen op een aangepaste woning met een lage huurprijs zijn de problemen nog groter. Voor hen zijn er vaak ook geen alternatieven omdat een studentenkamer voor hen in bijna alle gevallen ongeschikt is, of wordt als zij afstuderen.

De problemen zijn door de regelgeving rond passend toewijzen in de Woningwet 2015 sterk toegenomen en met name de druk op de goedkope woningvoorraad, waarop mensen met een laag inkomen zijn aangewezen. Aangepaste woningen hebben vaak hogere huren omdat ze meestal groter zijn en ze ook anderszins hogere stichtingskosten hebben. Veel aangepaste woningen hebben daardoor dus een te hoge huur voor de doelgroep. En er zijn er simpelweg véél te weinig.

Wij vragen u.

A. Om in de Woningwet 2015 voor mensen met een indicatie voor een aangepaste woning een voorziening te treffen bij de thans bestaande regels voor passend toewijzen.

  1. Om in het nieuwe Bouwbesluit toegankelijkheid en bruikbaarheid voor mensen met een beperking als standaard op te nemen. Al eerder is helaas vaak gebleken dat marktpartijen hier zonder regelgeving geen rekening mee houden en dat zij de vrijheid nemen om van standaarden uit te gaan, die al bij de planvorming, onbedoeld mensen met een beperking buiten sluiten met alle negatieve gevolgen van dien voor deze groep mensen.

Wij Staan Op! zet liever één stap echt, dan dat we praten over grote stappen en we vragen u met deze brief om datzelfde te doen.

Nu het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap is geratificeerd zet Wij Staan Op! zich verder in om een verandering in Nederland te bewerkstelligen in mentaliteit en in werken aan oplossingen. We willen dat mensen met een handicap niet worden gezien als een aparte groep voor wie van alles in aparte wetten en regelingen moet worden geregeld, maar dat er met ons in plaats van over ons wordt gepraat. Inclusiever denken en doen, zien we als één van de manieren om dat te bereiken. Op deze manier, met de kennis van ervaringsdeskundigen, zorgen wij ervoor dat de uitvoering van het VN-verdrag in het land wordt gedaan.

 Om de mensen met een handicap een gelijkwaardige positie te geven als burger van de samenleving blijven we steeds opnieuw investeren in de constructieve dialoog met de politiek en de samenleving. Maar ook blijven we organisaties, en individuele personen, bewust maken van de gemaakte keuze voor toegankelijkheid als de norm (door het aannemen van het VN-Verdrag), wat er nu moet gebeuren en wat ieder daar zelf aan gaat bijdragen.

Met vriendelijke groet,

Namens Wij Staan Op!

Pauline Gransier.    

          

logo wij staan op
Logo Wij Staan Op

Natuurlijk steunen wij deze oproep: Terug naar de bossen en Inclusie Verenigt

foto logo
Logo Terug naar de bossen.
logo-inclusie-verenigt

Aanbeveling door: Stedelijk Gymnasium Nijmegen

Gastles Jan Troost:

les gymnasium nijmegen
Les maatschappijleer verzorgingsstaat

De Verzorgingsstaat

Jaarlijks behandelen wij op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen het thema Verzorgingsstaat in de lessen maatschappijleer. Ons boek geeft de leerlingen een beeld van wetten en werking, historie en problemen van onze verzorgingsstaat. Om een persoonlijk en indringend beeld te krijgen van binnenuit nodigen wij al enkele jaren de heer Jan Troost uit. Meer dan geboeid zit de klas een uur te luisteren naar wat het betekent om je hele leven afhankelijk te zijn van regelingen en voorzieningen en het ontbreken daarvan. Zaken als mantelzorg, opkomen voor jezelf, je leefsituatie en financiële situatie, je eigen leven vormgeven met een handicap krijgen een persoonlijk gezicht.

De leerlingen worden stil, denken na en stellen vragen.

Stedelijk Gymnasium Nijmegen

Eugène Kok

docent maatschappijleer

Stedelijk Gymnasium Nijmegen