Tagarchief: seks

Gastblog Maurits Huijbrechtse: Mari Sanders staat op tegen de onwetendheid

Filmmaker Mari Sanders (Eindhoven, 1988) laat in zijn nieuwe serie ‘Mari staat op’ de kijkers kennismaken met Nederland vanuit het gezichtspunt van mensen met een handicap. Het derde deel van deze serie wordt vanavond om 20.25 uur uitgezonden op NPO2. Hier spreken we Mari over zijn seksuele geaardheid en hoe je met een handicap ook uit de kast moet komen.

Tekst: Maurits Huijbrechtse

Kortgeleden was ik enkele weken zelf te gast bij de vlogserie Troost & Sanders van Mari en de nestor van de belangenbehartiging van mensen met een beperking, Jan Troost. In een reeks van drie afleveringen mocht ik vertellen over mijn eigen ervaringen op het kruispunt van homo en handicap. In dit nagesprek bij die reeks keren we de rollen om en bevraag ik Mari over zijn nieuwe serie.

Kun je iets over jezelf en je nieuwe serie vertellen?

Mijn naam is Mari Sanders ik ben al een aantal jaar fulltime aan de slag als filmmaker. Mijn werk bestaat zowel uit documentaires als uit fictie. In 2019 is mijn serie Rolstoel Roadmovie uitgezonden, een serie waarin ik door Europa reisde om mijn Nederlandse ervaring als persoon met een handicap in een Europees perspectief te plaatsen. De nieuwe serie was eigenlijk bedoeld om mijn reis door Europa te vervolgen. Toen kwam corona en moest ik samen met mijn team noodgedwongen de bakens verzetten naar ons eigen land.

Iedere aflevering gaat over een thema zo ga ik in op onderwijs, beeldvorming en seksualiteit. In de serie vertel ik naast mijn eigen verhaal ook het verhaal van anderen door in gesprek te gaan met veel mensen met een handicap. Allemaal om antwoord te geven op die ene vraag: ‘Hoe gaat Nederland om met mensen met een handicap?’

Mari Sanders

In onze gesprekken in de vlogs van Troost & Sanders vertelde je dat je als persoon met een handicap ook uit de kast moet komen, kun je dat uitleggen?

Het proces van zelfacceptatie is volgens mij vergelijkbaar. Bij uit de kast komen als persoon met een handicap zit ook een heel sterk element van rouw. In eerst instantie wordt het je aangeleerd dat bij een aangeboren handicap geen rouw hoort. Niks is echter minder waar. Die rouw is er wel degelijk hoewel ikzelf dat gevoel heel lang heb afgehouden.

Als puber ontkende ik, hoewel ik op speciaal onderwijs zat, mijn handicap en moest ik mij op alle fronten bewijzen, ik moest van mijzelf goede cijfers halen en veel uitgaan. Rond mijn eenentwintigste kwam deze ontkenning als een boemerang terug in mijn gezicht. Inmiddels zat ik op de Sociale Academie en was ik hard op zoek naar een stage. Een vriendin bood aan mijn motivatiebrieven eens samen te bekijken en was stomverbaasd.

In geen van de brieven had ik het nodig gevonden om melding te maken van mijn rolstoel. Ze zei toen de achteraf magische woorden: ‘Mari het is oké’, nadien ben ik letterlijk flauwgevallen en heeft zij mij naar de bank moeten slepen. Eenmaal bijgekomen wist ik dat ik mijn handicap helemaal niet had geaccepteerd. Gesprekken met een psycholoog volgden en zo werkte ik het rouwproces door.

Hoe was je eigen seksuele ontwikkeling?

In mijn pubertijd was er buiten de biologieles weinig seks in mijn leven. Los daarvan heb ik mijn seksualiteit open bevraagd en ben ik bij mezelf nagegaan of ik mij op seksueel vlak ook tot mannen voelde aangetrokken, dat bleek al snel niet het geval. Tijdens het uitgaan keek ik schuchter de kat uit de boom terwijl mijn vrienden wel succes hadden in de liefde.

Het was pas nadat ik het rouwproces had doorgemaakt, dat ik voor het eerst echt liefde kon delen met een vrouw. Daarna heb ik geleerd dat handicap en seksualiteit innig met elkaar verstrengeld zijn. Vooral omdat je als persoon met een handicap je lichaam per definitie moet verkennen. Daar kunnen zeker ook spannende kanten aan zitten.

Wanneer kwam je voor het eerst in aanraking met de LHBT+gemeenschap?

In Eindhoven waar ik woonde en veel uitging waren een aantal regenboogkroegen waar het gezellig was. Hier leerde ik voor het eerst de gemeenschap kennen. Er kwamen ook vrienden van mij uit de kast.
Eerder was er op school nooit iemand uit de kast gekomen. Er moeten natuurlijk leerlingen zijn geweest die tot de LHBT+gemeenschap horen maar het was geen onderwerp van gesprek.

Je gaf in ons eerdere gesprek toe dat de serie het onderwerp handicap heteronormatief benadert, hoe wil je jouw werk in de toekomst minder heteronormatief maken?

Ja, dat klopt. Achteraf had ik daar meer oog voor moeten hebben. Het was al moeilijk om het taboe op (hetero)seksualiteit en handicap te slechten. In mijn toekomstige werk wil ik mij zeker nog eens vastbijten in dat onderwerp. Zeker na onze reeks voor Troost & Sanders. Hoe weet ik nog niet precies, ik werk al langer aan een film, dus wie weet dat ik daarin iets kan met het thema LHBTI+.

De laatste aflevering van ‘Mari staat op’ wordt op 7 juni zondagavond om 20.25 uur op NPO2 uitgezonden.

De andere drie kun je op https://www.npostart.nl/mari-staat-op/VPWON_1321256 terug kijken.

Zie ook de vlogserie Troost & Sanders waarin ik te gast was op het youtubekanaal Aparticipatie TV.

Tekst: Maurits Huijbrechtse eerder verschenen in de Gaykrant

Mari Sanders staat op tegen de onwetendheid

Zorg voor seks.

 “Jongeren op zoek naar hun eerste ervaringen krijgen te maken met zelfacceptatie.”

In oktober werd ik gevraagd om als dagvoorzitter bij het symposium “Zorg voor seks” op te treden. Seksuoloog Jim Bender vroeg me voor dit bijzondere symposium georganiseerd door Sophia Revalidatie in Den Haag. Het symposium was bijzonder. 200 revalidatieartsen, een (intimiteits)verpleegkundige, en een hele boel maatschappelijk werkers en psychologen waren hier aanwezig. Uitleg geven over zo’n bijzonder onderwerp en dat ook nog voor een zaal met deskundige dokters was natuurlijk een kolfje naar mijn hand. Jim Bender mijn oude collega bij de CG Raad,  en ik hebben ook voor de jongeren van de Vereniging Osteogenesis Imperfecta VOI een workshop gegeven over seksualiteit.

Zij weten dat het altijd al een hobby van me is geweest!

Hobby

Hobby bedrijven, tijdens onze voorstelling van Theatergroep Aaibaarheidsfactor10.

 

Hebben jongeren met Osteogenesis Imperfecta seksuele gevoelens?

Natuurlijk hebben we dat. Het onderwerp of jongeren met een handicap seksuele gevoelens hebben is pas sinds begin jaren zeventig een item geworden. Ik heb zelf toen meegedaan aan een onderzoek waarin helder werd dat wij net als onze “gezonde” jongeren, dezelfde verlangens deelden. Voor die tijd dacht men: wat niet weet, wat niet deert! Dus voorlichting geven aan jongeren met een handicap doen we natuurlijk niet en we maken het al helemaal niet bespreekbaar.

 

Hoe bespreekbaar is het nu?

De seksuele ontwikkeling begint al in de wieg. De baby op de borst vasthouden is het begin van de seksuele ontwikkeling: aanraking en knuffelen is belangrijk. Maar wat nou als je snel iets breekt zoals bij Osteogenesis Imperfecta?  Voorzichtigheid en angst bij de ouders moet ook bespreekbaar gemaakt worden.

in de armen van mijn moeder

In de armen van mijn moeder

 

Jongeren op zoek naar hun eerste ervaringen krijgen te maken met zelfacceptatie. Ze zien in de voorlichtingsboekjes en films alleen maar rechtop lopende modellen met een fantastisch lijf in bijzondere standjes waar de gemiddelde OI-er alleen van kan dromen. Het aangaan van een relatie met een lichamelijke beperking is vaak niet simpel. Vooroordelen, handelingsverlegenheid en je eigen onzekerheid spelen allemaal mee. Op Facebook en datingsites kun je je handicap vaak nog even verbergen. Maar het moment van de ontmoeting is vaak de lakmoesproef.

Hoe is het nu?

Toch zien we binnen onze vereniging vaak dat onze leden vaak een relatie hebben of hebben gehad. In de literatuur heb ik er niets over kunnen vinden. Maar humor, doorzettingsvermogen, grenzen verleggen en vooral het bespreekbaar maken is van groot belang.

egeltjes heel voorzichtig

Ooit vroeg een goede vriendin van me: Hoe doen jullie HET? Nou, net als egeltjes. Heel voorzichtig!

Jan Troost.

Deze blog is verschenen in Breekpunt Het blad van de Vereniging Osteogenesis Imperfecta. Nummer 2 december 2015.

 

Relaties binnen de Sint Maartenskliniek (1971-1977). deel 2 Seksuele voorlichting in het bos!

Ik had van mijn moeder ooit het voorlichtingsboekje “Mama waar kom ik vandaan?” gekregen. Met de woorden: ‘je bent er nu oud genoeg voor. Je moet het maar eens lezen!’ Daarna hebben we het er nooit meer over gehad. Maar met deze informatie in het achterhoofd nodigde ik Joop, Gerda, Gerrie en nog een paar anderen uit om mee het bos in te gaan. Ik vertelde dat ik ze daar seksuele voorlichting zou geven. Gewapend met een lege fles cola, een zakje zout uit de chips zak, een lege zak chips en stukjes zilverpapier van De King pepermunt trokken we het bos in achter onze school de Monnikskap.

foto school de monnikskap

Seksuele voorlichting achter de school in het bos

Het groepje stond in een cirkel om me heen. Toen begon ik met de seksuele voorlichting: Verder lezen

Sin Maartenskliniek 1971-1977. Relaties en seks binnen het reservaat. Deel 17

De eerste keer.

Binnen de muren van de instelling waar ik vanaf 1971 zou wonen, was seksualiteit volledig taboe. Gehandicapten hadden geen seksuele gevoelens, zouden ook nooit kinderen krijgen. Want daar moest je voor trouwen en wie wilde nu trouwen met een gehandicapte?

foto jan en harry in het zonnetje voor de kinderrevalidatie

Harry en Jan voor de flat in het zonnetje 1971

Dit was in grote lijnen de gedachte van onze groepsleiding en zeker van de nonnen die nog steeds een belangrijke rol hadden in de dagelijkse leiding van het internaat.

De Kinderboerderij

Op een mooie zomerdag kwam H. naar mij toe. H. was lid van de Maartensschuit onze Carnavalsvereniging. Hij woonde in kamer 2 en hoorde bij de groteren en stond op het punt om het reservaat te verlaten en de wijde wereld in te gaan. Jan, ik heb een verrassing voor je, maar het is wel geheim, ga je even mee naar de kinderboerderij? Verder lezen

Sint Maartenskliniek 1971-1977. Drank, seksboekjes en knakworsten. Deel 16

Wim zoon van de slager in Glanerbrug had nadat hij het weekend naar huis was geweest frikandellen meegenomen. Die avond zouden we lekker frikandellen eten. Rond 21.00 uur ging de groepsleiding naar huis en Wim luisterde aan de deur of ze echt weg waren. Ik had van thuis een dompelaar meegekregen, dit was een warmte element om je tandenborstel water mee warm te maken. Maar je kon er ook water mee warm maken voor thee. Met dit in gedachten hadden we de koekjestrommel leeg gemaakt en in de kledingkast gezet. We vulde hem met rode wijn en toen het warm was stopten we de frikandellen erin. Hij stond in de kast, want als er iemand binnenkwam konden ze niet zien dat we iets aan het koken waren. Iets wat absoluut verboden was. Na een eerste hap vonden we het echt niet lekker en besloten het maar naar de meiden te brengen! Met een oude babyfoon die ik van mijn vader had gehad hadden we een verbinding gemaakt met de kamer van de meiden. Met veel kunst en vliegwerk hadden we een electriciteitsdraad gespannen tussen onze kamers. Was niet simpel geweest want we sliepen op de derde verdieping en tussen ons en de meiden sliep één van onze nonnen. Op die manier konden we contact hebben met de kamer van Gerrie, Gerda en Josefien.
De meiden hadden wel zin in iets hartigs. Toen we de draad aangelegd hadden, hebben we

De flat op de derde verdieping gebeurde het

De flat op de derde verdieping gebeurde het

ook touwen en  katrollen aangebracht. In een mandje gingen de frikandellen naar de meiden. Verder lezen