Tagarchief: sint maartenskliniek

Sint Maartenskliniek 1971-1977 Voorbereiding op de wereld buiten! Deel 20

De Projectgroep

Na het behalen van ons diploma was het  tijd om na te denken over onze toekomst buiten het reservaat. Omdat een aantal van ons nog geen helderheid hadden wat ze na hun studie moesten gaan doen, is er door de leiding besloten om de Projectgroep op te zetten. Onder leiding van één van onze groepsleidsters Jacqueline werd hier meteen na de vakantie  mee gestart. Kamer 5 van de flat stond inmiddels leeg omdat het aantal kinderen die intern werden opgenomen snel afnam.

foto bijeenkomst

Eerste bijeenkomst Focus 1976

Onze projectgroep bestond uit 5 personen Gerda, Gerry, Diny en Anneke en ik natuurlijk. Al snel hadden we kamer 5 ingericht en er ook een bibliotheek en informatiecentrum georganiseerd voor alle revalidanten. Men kon bij ons terecht met vragen over cultuur, recreatie, woonmogelijkheden, seksuele voorlichting, studie, beroep en sociale zekerheid. We hebben aansluiting gezocht bij de Werkgroep Integratie Gehandicapten die inmiddels een kantoor in de Molenpoort in Nijmegen hadden. Deze was  ter beschikking gesteld door de RMO Raad voor Maatschappelijke Opbouw. Hier hebben we in verschillende werkgroepen gezeten, toegankelijkheid, wonen en vervoer.  Ik ben toen betrokken geraakt bij het eerste Focusproject in Nijmegen vlak bij het centrum. Tijdens een drukbezochte informatieavond (300 mensen met een handicap) in het Nijmeegse Universiteitshuis werd verteld over het Zweedse Focus wonen. Verder lezen

Sin Maartenskliniek 1971-1977 School De Monnikscap Deel 19

Je zou het bijna vergeten maar ik heb ook nog op school gezeten op de Maartenskliniek. Vanaf het begin was dit een probleempje. Uit alle psychologische rapporten bleek dat er met mijn intellegentie niets mis was en ik met gemak Atheneum zou kunnen halen.

Veel school moeten missen.

Veel school moeten missen

Helaas doordat ik op de lagere school heel veel in het ziekenhuis had gelegen, niet veel van school meegekregen. Als ik nu terug reken, heb ik ongeveer drie jaar van de lagere school in het ziekenhuis gelegen. Maar ondanks dat, ben ik altijd over gegaan. Het resultaat was dat ik sommige zaken nooit heb meegekregen.

ABC Verder lezen

Carnaval 1980 uit de woonvorm gezet!

Al vele jaren vier ik carnaval bij mijn oude internaat vriendje, Jos. Eerst bij zijn ouders in Sittard en later in Landgraaf  in de woonvorm waar hij toen woonde. Tijdens één van de vele kroegavonden met mijn vrienden in Nijmegen kwamen we op het idee om met de hele club carnaval te gaan vieren in Maastricht. Joyce en Mick  kende ik van de Maartenskliniek en voor de rest onze vrienden van de havo. Met tien vrienden/vriendinnen zouden we afreizen naar de woonvorm in Landgraaf. Dit moest ik nog wel even doorgeven aan Jos, maar die vond alles prima. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd niet waar. Eén probleempje was er nog wel te overwinnen, twee meiden moesten nog toestemming hebben van thuis. Ik heb toen maar de stoute schoenen aangetrokken en de ouders gebeld of ze mee mochten. Aan de telefoon stelde ik me voor als: Jan Troost Maatschappelijk Werker (dat was ik inmiddels) . Ik zei: “wij organiseren een reisje voor een groepje gehandicapten mag uw dochter mee  als begeleiding. De ouders vonden dit een nobel doel en gaven meteen toestemming. Ik geef nu achteraf wel toe, dat ik een beetje “misbruik” heb gemaakt van mijn functie.

Schoolfeestje

Op de vrijdag voor carnaval was er een groot schoolfeest op de Nijmeegse scholengemeenschap. Cordick de  organisator van het schoolfeest  had geregeld dat we allemaal te gast waren.

Samen met Ron en Jean

Samen met Ron en Jean

Het bier vloeide rijkelijk en tot diep in de nacht hebben we daar gefeest. Rond zes in de ochtend gingen we naar het station in Nijmegen waar we de trein naar Landgraaf namen.

Met de trein naar Landgraaf

Ons gezelschap reist in de bagage afdeling van de passagierstrein, want in de normale passagierstrein konden rolstoelgebruikers niet in.  Mick, Joyce en ik zelf en één reserve rolstoel moeten mee en onze 7 lopende vrienden Cordick, Ron, Jeanne, Joris, Frank, blond en bruin en natuurlijk al onze bagage. Dat je niet in de coupe kon was gebruikelijk, zeker richting Limburg. We hadden de hele nacht niet geslapen dus zo goed en kwaad als het ging sliepen we wat in de bagageruimte. De bagageruimte zat  precies achter de machinist. Hij had de deur opengedaan om ons wat warm te houden want hier zat geen verwarming. Uiteindelijk komen we aan in Landgraaf en met vereende krachten worden we uit de wagon getild. Daarna zijn we eerst maar drank en eten gaan halen in de supermarkt. De kratten bier hadden we opgestapeld in de reserve rolstoel en zo lopen we in optocht naar de woonvorm. Jos staat al klaar om ons te ontvangen. Via de hoofdingang lopen we in optocht door  de gemeenschappelijke ruimte naar de kamer van Jos. Alle spullen worden daar neer gezet en we drinken eerst maar een goed bakje koffie. We maken een grote pot waar we al het geld bij elkaar leggen om de Carnaval te vieren. De slaapzakken worden neergelegd en de luchtbedden worden opgeblazen. Natuurlijk eerst Jos  bedankt voor zijn gastvrijheid. Die avond zouden we met een  taxibusjes naar Maastricht gaan. Op het Vrijthof hebben we friet gegeten en daarna ons gelaafd aan al het goede wat Maastricht te bieden heeft. De sfeer is geweldig ondanks dat het heel koud was. Ron had wat te veel gedronken en op een bepaald moment liepen we over de Servaasbrug. Verder lezen

Sint Maartenskliniek 1971-1977 De Dood Deel 18

Op de avond na één van mijn valpartijen, word ik met een gebroken sleutelbeen de ziekenboeg naar de vierde verdieping gereden. Die avond word ik bij Gerard op zaal gereden. Gerard was één van mijn groepsgenoten uit Kamer 3 en hij lag er al weer een week. Gerard was gek op Golden Earring , en in onze groep een gerespecteerd groepslid. Een buitengewone slimme vent. Ondanks de ernstige vorm van spierdystrofie, die hem enorm belemmerde in zijn lichamelijke activiteiten liep iedereen met hem weg. Als hij hulp nodig had bij het eten of drinken werd hij automatisch door zijn andere kamergenoten geholpen. Zijn uitstraling en zijn interesse in de ander maakte hem dan ook een praatpaal voor de groep. Die avond zei Gerard: “Jan ik wil dat je morgen naar een andere kamer gaat, want ik ga dood!”

foto doodskist met rolstoeldragers

De wielen blonken in het zonlicht (foto Jan van Teeffelen)

Ik reageerde als door een wesp gestoken. Natuurlijk ga je niet dood en ik laat me ook niet weg sturen!  Hij vertelde me dat hij voelde dat het niet meer ging en dat hij aan het einde van zijn strijd was, tegen de spierdystrofie. Verder lezen

Sin Maartenskliniek 1971-1977. Relaties en seks binnen het reservaat. Deel 17

De eerste keer.

Binnen de muren van de instelling waar ik vanaf 1971 zou wonen, was seksualiteit volledig taboe. Gehandicapten hadden geen seksuele gevoelens, zouden ook nooit kinderen krijgen. Want daar moest je voor trouwen en wie wilde nu trouwen met een gehandicapte?

foto jan en harry in het zonnetje voor de kinderrevalidatie

Harry en Jan voor de flat in het zonnetje 1971

Dit was in grote lijnen de gedachte van onze groepsleiding en zeker van de nonnen die nog steeds een belangrijke rol hadden in de dagelijkse leiding van het internaat.

De Kinderboerderij

Op een mooie zomerdag kwam H. naar mij toe. H. was lid van de Maartensschuit onze Carnavalsvereniging. Hij woonde in kamer 2 en hoorde bij de groteren en stond op het punt om het reservaat te verlaten en de wijde wereld in te gaan. Jan, ik heb een verrassing voor je, maar het is wel geheim, ga je even mee naar de kinderboerderij? Verder lezen

Sint Maartenskliniek 1971-1977. Drank, seksboekjes en knakworsten. Deel 16

Wim zoon van de slager in Glanerbrug had nadat hij het weekend naar huis was geweest frikandellen meegenomen. Die avond zouden we lekker frikandellen eten. Rond 21.00 uur ging de groepsleiding naar huis en Wim luisterde aan de deur of ze echt weg waren. Ik had van thuis een dompelaar meegekregen, dit was een warmte element om je tandenborstel water mee warm te maken. Maar je kon er ook water mee warm maken voor thee. Met dit in gedachten hadden we de koekjestrommel leeg gemaakt en in de kledingkast gezet. We vulde hem met rode wijn en toen het warm was stopten we de frikandellen erin. Hij stond in de kast, want als er iemand binnenkwam konden ze niet zien dat we iets aan het koken waren. Iets wat absoluut verboden was. Na een eerste hap vonden we het echt niet lekker en besloten het maar naar de meiden te brengen! Met een oude babyfoon die ik van mijn vader had gehad hadden we een verbinding gemaakt met de kamer van de meiden. Met veel kunst en vliegwerk hadden we een electriciteitsdraad gespannen tussen onze kamers. Was niet simpel geweest want we sliepen op de derde verdieping en tussen ons en de meiden sliep één van onze nonnen. Op die manier konden we contact hebben met de kamer van Gerrie, Gerda en Josefien.
De meiden hadden wel zin in iets hartigs. Toen we de draad aangelegd hadden, hebben we

De flat op de derde verdieping gebeurde het

De flat op de derde verdieping gebeurde het

ook touwen en  katrollen aangebracht. In een mandje gingen de frikandellen naar de meiden. Verder lezen

‘Da capo’.

Oude poster jaren zeventig Fokus

Oude poster jaren zeventig Fokus

In 1976 woonde in nog op het internaat van de Sint Maartenskliniek.
We maakte ons zorgen over onze toekomst, en dan vooral waar moesten we gaan wonen nadat we uit zouden vliegen! Ons voorland was een verpleeghuis of het Dorp in Arnhem. Gelukkig kwam er uit Zweden ‘Fokus’ over waaien.

Een project wat wonen gewoon midden in de wijk mogelijk maakte met 24 uurs zorg. Al snel kwam ik in een werkgroep terecht die het eerste project in Nijmegen zou gaan realiseren. Het mooie was dat je 24 uur per dag je hulp kon oproepen. Die kwamen in één van de woningen te zitten. De woningen waren opgenomen in een nieuwbouwproject en het was ook niet zichtbaar dat er mensen met een handicap woonde. Geen bordjes en ook niet naast elkaar, maar verspreid over een nieuwbouw wijkje. Natuurlijk vlak bij het centrum zodat je makkelijk naar het centrum kon rijden. Voor de rest was je volledig zelfstandig. Met hulp van de AAW hulp kon je extra assistentie in huren voor het bereiden van je maaltijd, schoonmaken etc . Eindelijk konden ook mensen met een ernstige handicap zelfstandig als burger leven in de lokale samenleving. Zelf je boodschappen doen, bepalen hoe laat je naar bed ging en wat je deed met de rest van de dag. Mensen bij je thuis ontvangen. Al organiseerde je een hele orgie in je huiskamer! Ondanks dat ik tot op heden er nooit gewoond heb, ben ik hier natuurlijk wel vaak bij aanwezig geweest. Geen enkel probleem, een goed toegankelijke woning met aangepaste keuken er in. Met voldoende slaapplaatsen in de woonkamer, een mooie keuken en een badruimte. Natuurlijk op de begane grond zodat je bij brand zelfstandig je woning kon verlaten. De hulpverleners van Focus waren niet gediplomeerd, en dat wilde we ook niet, want ze moesten doen wat wíj van ze wilde. Onze generatie was naar vele jaren de bemoeizucht van de hulpverleners helemaal zat. Dus timmermannen, kantoormensen en groepsleidsters die deze filosofie konden volgen waren de eerste medewerkers. De eigen regie in optima forma. Iedereen gelukkig alleen de buren vaak niet. Maar dat had te maken met ons gezellige avonden en de ( harde) muziek van Saterday night fever en Andre Hazes.
Naast Fokus zijn er gelukkig ook weer nieuwe initiatieven van mensen met een handicap zoals Schots en Scheef in Groningen www.schotsenscheef.nl en mensen die hun eigen zorg regelen met PGB.

Kamer debat

Volgende week is er weer een Kamer debat over de 24 uur zorg! Weer vechten voor zelfstandig wonen met zorg. Zelfstandig wonen is weer een item. Helaas zijn ze niet bezig met opbouwen zoals wij, maar afbreken. De strijd om zelfstandigheid en eigen regie begint weer van voor af aan!

In de muziekwereld er daar een mooie term voor: ‘da capo’.
De muzikant wordt dan verondersteld alles vanaf het begin nog een keer te spelen.

Sint Maartenskliniek 1971-1977 . Zomer Kamp! Deel 15

In de zomervakantie mochten we 2 weken naar huis. Als ik naar huis ging, gingen we vakantie vieren in het huis van mijn oom en tante in Hilversum. Van de verzekering mochten we niet langer uit de Sint Maartenskliniek.Toch hadden we zes weken van school vrij. Tenminste als je het geluk had dat Zuster Litancia, hoofd van de school, of een van de andere onderwijzers had voorkomen dat je in handen van de witte dokters viel. Juist in deze tijden werden jongeren vaak geopereerd. Als je geen operatie boven het hoofd hing had je echt vrij. Maar vier weken vakantie op de kliniek, waar je ook nog veel minder therapie kreeg, verveelde je je… énorm. Onze kamer, kamer 3, had het voorrecht om in deze periode eerste mannelijke groepsleider te  krijgen. Theo zijn komst gaf in het begin nog al wat problemen met de meiden. Die wilde niet dat hij hun zou komen helpen. De jongens van onze kamer vonden dat belachelijk want wij werden wel altijd geholpen door de vrouwelijke groepsleiding. We hebben in  die vakantie een keer gestaakt en laten weten dat we niet door onze vrouwelijke groepsleiding niet geholpen  wilde worden! Na wat eerste schermutselingen werd Theo toch geaccepteerd door de meerderheid van de meiden. Wij jongens vonden het geweldig en Theo was voor ons ook een soort van vaderfiguur, met vier moeders dat wel! Kort daarop zou ik mijn eerste kamp mee maken.

Borculo

In  de boerderij; “De Paardestal”. We zaten op het terrein van Klein Borculo,
een jongensinternaat. In 1898 werd het dorp Borculo door de Rooms-Katholieke kerk ingewijd als opvangplaats en opvoedingsgesticht voor jongens die niet langer thuis konden wonen. Het heette toen nog het Leo-Gesticht. Tot in de jaren ’80 is dit internaat gebleven. Bij dit internaat waren ook meerdere scholen (LTS, MAVO, Tuinbouwschool), huizen voor de gasten, huizen voor de fraters, een kapel en een fratertuin.

Kamp Borcule

Kamp Borculo

De sfeer was hier geweldig midden in de landerijen. Later zou overigens ook blijken dat seksueel misbruik ook hier wel degelijk had plaats gevonden, maar wij hebben hier nooit iets van geweten. Verder lezen

Sint Maartenskliniek 1971-1977. Patat halen Deel 14

Begin 1974 woonde ik al weer drie jaar op de Sint Maartenskliniek.  Om de  drie weken ging ik naar huis naar mijn ouders. De ander weekenden bleef ik op de Maartenskliniek. Ik zou jokken als ik zou zeggen dat ik dat erg vond. Thuis moest ik de schone schijn op houden en me aanpassen aan ons gezin. Doordat ik maar één keer in de drie weken thuis kwam, voelde ik me meer thuis op het internaat dan thuis bij mijn ouders. Natuurlijk speelde ook de  pubertijd een belangrijke rol en mijn ouders hadden het er dan ook moeilijk mee. Dit kwam omdat  mijn oude vrienden van thuis hun eigen leven kregen, en ik  natuurlijk ook!

Zaterdagavond

Op een zaterdagavond zaten met onze leefgroep, van kamer 3,  televisie te kijken naar Top Pop. De meiden waren helemaal gek op David Cassidy, het grote idool van Gerda en de andere meiden.

Kamer 3 wachtende op de patat die niet zou komen!

Kamer 3 wachtende op de patat die niet zou komen!

Alleen Dinie (onze menselijke kat, die mij de eerste dag op het internaat de hand had opengehaald], was fan van de Cats! Rond acht uur kreeg een van onze kamergenoten zin in patat… Verder lezen

Sint Maartenskliniek 1971-1977. Baldadigheid, kameraadschap en kattenkwaad. Deel 13

Over sommige dingen heb ik  getwijfeld of ik ze wel openbaar zou maken. Maar wil jullie dit deel van het leven op de Sint Maartenskliniek toch niet onthouden. Gelukkig ben ik wijzer geworden, maar kan niet ontkennen dat dit gebeurd is. Natuurlijk even deze waarschuwing: Doe dit niet na! 

De kleptomaan!

Sommige dingen blijven je bij, zoals die ene keer dat we het helemaal beu waren dat er steeds spullen werden gestolen uit onze kamers. Radio’s, boxen, stripboeken, eten werkelijk alles verdween! We wisten bijna zeker wie het deed, laat ik hem voor het gemak maar Peter noemen. Al meerdere keren hadden we het aan de groepsleiding aangegeven, maar ze deden er niets aan. Iedere keer hetzelfde Peter kan er niets aan doen, het is een ziekte kleptomanie.

Recht in eigen hand!

Nou, dachten we, dat kan allemaal wel wezen, maar daar hebben wij onze spullen niet mee terug! René, één van de nieuwe jongens, was zijn beidde onderarmen kwijtgeraakt. Doordat hij in Groesbeek achter in een schuurtje met een hamer op een bus  buskruit had geslagen, die daarop ontplofte met grote gevolgen. Zijn lotgenoot  Wim en hij kwamen bijna tegelijkertijd op de kliniek.  Wim  was zijn armen kwijtgeraakt doordat hij op de bouw in een bak zoutzuur was gevallen. Met zijn zessen beraamden we een plan om Peter eens goed onder druk te zetten om onze spullen terug te krijgen.

Luchtbuks in de aanslag

Luchtbuks in de aanslag

Ik had twee luchtbuksen en een luchtdruk pistool. Drie van ons zouden hem onder schot houden terwijl Wim en René hem verder onder druk zouden zetten.

De inval

Zo gezegd, zo gedaan. Met zijn zessen gingen we naar de tweede verdieping. Verder lezen