Kort geleden had ik een bijzonder interview voor het blad: Op weg met de ander.
De Vereniging Op weg met de ander is dé christelijke vereniging op Gereformeerde grondslag van en voor mensen met een beperking.
Dit nav een hernieuwde ontmoeting met journalist Gijsbert Wolvers waar ik in mijn tijd als voorzitter bij de CG Raad met enig regelmaat contact mee had. Tegenwoordig schrijft hij voor de Vereniging op weg met de ander.
De vaste bezoekers van deze site weten dat het voor mensen met beperking lastig is een baan te vinden. Ik vorm daarop geen uitzondering. Mijn situatie is dubbel gecompliceerd, omdat ik een baan in Nederland zoek vanuit België. Wellicht heeft iemand uit het netwerk van Jan Troost de gouden tip.
Antwerpen?
Hoe ik in Antwerpen ben terechtgekomen? Dat heeft met het eigenwijze in de titel te maken. In 2006 vond ik het tijd voor verandering in mijn leven. Ik wilde al van jongs af aan een tijdje in het buitenland wonen en werken. Sinds een paar jaar probeer ik terug te keren naar Nederland, onder andere vanwege familieredenen. Daarbij stuit ik op twee problemen die tezamen een vicieuze cirkel vormen: geen geschikte woning en daardoor geen baan te vinden. Ik heb geen nood aan een volledig aangepaste woning, maar het moet er een zijn zonder (al te hoge) trap en betaalbaar. Doordat het mij niet lukt aan een woning te geraken, is ook het zoeken naar een baan lastig. Geen woning betekent geen baan en andersom.
Wie kan helpen aan een baan? Ik ben goed in het schrijven en redigeren van teksten. Ik spreek mijn talen. Kijk op mijn sites:
Gezien mijn eigen situatie en mijn jarenlange werkervaring bij MEE Rotterdam sluit een communicatiefunctie bij een organisatie die werkt voor mensen met beperking goed aan op mijn kennis en vaardigheden. Ik ben flexibel ingesteld, collegiaal, leergierig en een tikje eigenwijs. En ik heb oog voor beelden. Zie mijn eigen foto’s uit Antwerpen bij dit artikel.
Ik ken Johan nu al weer enige tijd en ben onder de indruk van zijn schrijfstijl en grondig onderzoek doen. Ook ik heb de eer gehad om door hem geïnterviewd te worden.
Bij Flattening the curve probeert men de piek van het aantal patiënten uit te stellen om tijd te winnen. Groepsimmuniteit redt levens. Die tijd gebruiken om het juiste recept tegen in dit geval het virus #COVID_19 te vinden, ontwikkelen. Hygiëne en Social Distance moeten bijdragen aan die tijdwinst.
Dit moet er uiteindelijk voor zorgen dat minder mensen uit kwetsbare groepen slachtoffer worden van het corona virus. Wij vinden dat als Nederland belangrijk. Het gevoel zegt ja, wel is men bang voor de gevolgen. Wat gebeurt er met mijn baan? Kan ik volgende maand mijn rekeningen nog betalen? Helaas groepsimmuniteit realiseer je niet in een paar dagen. Dat kost tijd en geld. Hoeveel en tot welke prijs weten we niet. Dat zorgt voor een een ongerust gevoel.
Ik heb daar met Jan over gesproken, niet als econoom. Als econoom kun je een prijskaartje aan een mens plakken. Als mens, liberaal gaat het om een andere waarde. Je stelt je op als een kapitein en dan verlaat je het schip niet. Je blijft dan aan boord en probeert zoveel mogelijk mensen in een veilige haven te brengen.
Kop van Jut
Met name ouderen en kwetsbare groepen, met uitzondering van gezonde jongeren, worden getroffen door dit coronavirus COVID_19 , waardoor een er duivels dilemma ontstaat.
Geen enkele politicus zal het in zijn hoofd halen om een prijs aan het leven van een kwetsbare medelander of oudere te hangen. Dat zou politieke zelfmoord betekenen. De €85.000 die diverse prominenten, waaronder de huidige minister Van Rijn, in het niet al te lang geleden verschenen visie document in de Medisch Specialist zullen dit onder de huidige omstandigheden niet meer durven uit te spreken. Het is een te academische benadering van een maatschappelijk dilemma. Marnix zou direct zijn biezen kunnen pakken als hij de geschreven tekst uit dat rapport nu zou uitspreken.
Now way back
Flattening the curve, de gekozen strategie heeft er immers ook voor gezorgd dat er geen weg terug is. Men heeft aangeven langzaam maar resoluut groepsimmuniteit te willen realiseren. Rutte kan niet meer zeggen tegen onze ouderen; helaas pindakaas om vervolgens af sluiten met de woorden: “Time to say goodbye”.
Kudde gedrag
Ikke Ikke Ikke versus solidariteit. Beleidsmakers weten inmiddels wel dat men bij #COVID_19 afwegingen heeft gemaakt die niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd. Lees verkeerd gegokt. Bijna wekelijks moet men uitspreken dat de werkelijkheid er minder rooskleurig uitziet dan de eerder gepresenteerde verwachtingen. Dit is ook logisch want mensen willen perspectief. Mensen hebben een hekel aan doemscenario’s.
Een aantal landen heeft, zoals Zweden, gebluft (afgewacht) door op dit moment geen maatregelen te treffen. Wat de beste keuze is kan eigenlijk niet gezegd worden, omdat je dan een waarde verbindt aan het aantal zieken, mensen dat komt te overlijden en de kosten en opbrengsten die gepaard gaan met de maatregelen.
Een ander geluid
Zweden is ongeveer het enige land in West-Europa waar de bars en restaurants nog zonder beperking open zijn. Ook kunnen er bijeenkomsten worden gehouden tot 500 mensen. Wel worden mensen met verkoudheidsklachten aanbevolen thuis te blijven en thuis te werken. Ook zijn de scholen dicht en grijpt men terug op thuisonderwijs. Opmerkelijk zou je zeggen deze laissez faire houding, want Zweden staat toch te boek als een sociaal land en dit lijkt meer op een neo-liberale benadering.
Culturele verschillen
Zonder een waardeoordeel kunnen we wel een conclusies trekken, moeten we wel beseffen dat aan onze contacten met het Oosten en dan met name landen als China, die veel waarde hechten aan tradities binnen hun cultuur een prijskaartje hangt:
Kudde- of groepsimmuniteit zal nog enige tijd op zich laten wachten
Een vaccin zal nog enige tijd op zich laten wachten
Door culturele verschillen tussen westerse en Aziatische zijn interventies minder effectief (Social Distance versus Lockdown party)
Door culturele gebruiken zullen we steeds vaker het slachtoffer worden ( Broodje Aap is bij ons een verhaal in Azië staat het op de kaart.
Diplomatie
Flattening the curve was. is misschien niet de beste oplossing en als, maar als bestaat niet in het echte leven.
Geen enkel scenario heeft op de lange termijn waarde als je je ogen sluit voor de oorzaak. Durf ook eens over de oorzaak van deze pandemie te praten dan is een volgend keer triage niet aan de orde. We weten wat de oorzaak van deze ellende is. maar doen we daar ook iets mee? Het klinkt misschien niet sympathiek om met het vingertje te wijzen, maar het is niet anders.Hier kom ik op terug.
Niet het moment voor details
Hopelijk is flattening the curve niet voor niets gekozen. Natuurlijk worden er fouten gemaakt. Dit is nieuw voor ons en daarom is het jammer dat wij in Nederland niet als één natie proberen de schade beperkt te houden. Zowel menselijk als financieel. Van de kant roepen dat preventieve maatregelen te laat zijn genomen en dat er te weinig hulpmiddelen zijn klopt lost het probleem nu en in de toekomst niet op. Onze samenleving is niet anno 2020 nog niet rijp voor. Anno 2002 is praten over geld nog steeds een vies woord.
Door geen grens te stellen tot waar men bereid is maatregelen te nemen zie je het casino effect. Stoppen, doorgaan. Iedereen gaat zich ermee bemoeien. Het wordt degene die aan zet is onmogelijk gemaakt een rationele keuze te maken, simpelweg omdat je niet weet waar het balletje valt. Er is een punt bereikt dat iedereen zijn zegje wil doen en niet meer luistert naar de argumenten van de ander.
Deze studie uit 2013 laat zien hoe een pandemie als COVID-19 nu en hierop een opvolger van dit coronavirus (bijna) niet te voorkomen zijn als we onze ogen sluiten voor risico’s die gepaard gaan met pathogenen die gerelateerd zijn aan uitheemse dieren.
Programma’s, gericht op specifieke risicogroepen in het wild levende dieren, test laboratoria en hotspots om ziekten te voorkomen, kunnen een cruciaal onderdeel zijn van toekomstige mondiale strategieën om het ontstaan van pandemieën te voorspellen en te voorkomen.
De toekomst
De toekomst is nu. Werken aan flattening the curve is nog steeds die stip aan de horizon. Wanneer dat zal zijn en welke offers hiervoor gemaakt worden zullen we ook pas dan weten.
Zeer ruime sales en marketing management ervaring, ook internationaal met name #China. Hierdoor ook veel expertise in het aangaan en verdiepen van klantrelaties.
Door mijn achtergrond en internationale ervaring kan ik goed om gaan met culturele gevoeligheden.
Veel kennis in het opbouwen van een organisatie en het brengen naar een volgende fase. De laatste jaren ook zorgprofessionals ontzorgt. Zij zijn namelijk geen boekhouder of marketeer.
Iemand die niet alleen analytisch en cijfermatig sterk is, maar ook niet wegloopt voor verantwoordelijkheden.
2 april 2020 Amsterdam
Cultuur filosoof Wim Rietdijk 1927-2020 is op 22 april 2020 overleden. De laatste jaren leed hij aan Parkinson. We zijn het zeker nooit eens geworden! Maar wat waar is, is waar mede dankzij zijn visie staat handicap als grond van discriminatie wel in het strafrecht. Wim rust zacht. Onderstaand artikel heeft op 16-5-2020 in Het Haarlems Dagblad gestaan. Wat ik goed begrijp is dat zijn dochter hier op reageerde en heb bij haar het volgende bericht op haar Linked Inn gedeeld.
“Beste Candide wens je veel sterkte met het overlijden van je vader Wim Rietdijk. Al hoe wel we de degens gekruist hebben tijdens meerdere uitzendingen en debatten over zijn visie over zijn uitspraken in de Holle diamant. Zijn visie zal ik nooit delen. Maar dat staat los van zijn persoon. Sterkte”
Haarlems Dagblad
Over de doden… is een rubriek waarin het leven wordt beschreven van onlangs overleden bekende en minder bekende mensen. Weet u iemand die postuum een plek in de krant verdient? Mail dan naar stadsredactie@haarlemsdagblad.nl
Verdediger van euthanasie kan zelf leven met handicap
Voormalig voorzitter Jan Troost van de Gehandicaptenraad zet bij het overlijden van cultuurfilosoof Wim Rietdijk even een aantal emoties opzij. ,,We zijn het nooit eens geworden! Maar mede dankzij zijn visie staat handicap als grond van discriminatie wel in het strafrecht. Wim rust zacht.”Aanvankelijk is Rietdijk als cultuurfilosoof eigenlijk maar in een zeer kleine kring bekend. De theoretisch fysicus en wiskundige schrijft voor Filosofie Magazine wel Een filosofie voor het cybernetisch-biotechnische tijdperk, maar zijn lezerskring is zeer beperkt. En nog steeds, want De Slegte is zijn belangrijkste verkooppunt. De docent aan het Lorentz Lyceum in Haarlem brengt zijn leven in relatieve rust door. Maar op 5 februari 1999 verandert dat op slag. Parool journalist Maurits Schmidt tekent in zijn boek De holle diamant een aantal uitspraken op van Rietdijk. De holle diamant handelt over New Age, de beweging van spiritualisten die ook weer ter ziele lijkt.In het boek stelt Wim Rietdijk dat mensen die geestelijk of lichamelijk onvolwaardig zijn door middel van abortus of euthanasie gedood zouden moeten worden. Rietdijk spreekt over ‘die paar mongooltjes’, die ouders veel leed berokkenen en de maatschappij veel kosten. Ook de veelbesproken bioloog Midas Dekkers laat zich niet onbetuigd met een pleidooi voor ingrijpen in de erfelijkheid door selectie en manipulatie om te voorkomen dat het menselijk ras ten onder gaat. Rietdijk gaat wat verder en namens de Gehandicaptenraad stapt Jan Troost naar de politie om aangifte te doen. ,,Ik was echt geschokt door zijn stelling dat degene bij wie voor of na de geboorte vastgesteld kan worden dat hij geestelijk of lichamelijk inferieur is, gedood zou moeten worden. Historisch gezien lijkt dit op het debat dat in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gevoerd. Dit kan echt niet, dachten we, daarom stapte ik naar de politie.”Met gevoel voor publiciteit nodigt Troost een cameraploeg van RTL uit om aanwezig te zijn bij de aangifte. De dagen erna breekt er een mediaoffensief los. In kranten en op televisie komt ‘de zaak Rietdijk’ op de voorgrond te staan. De hoofdrolspeler gaat daarbij de confrontatie niet uit de weg. Bij Barend en Van Dorp discussieert hij met Jan Troost.Troost: ,,Iedereen heeft recht op zijn eigen mening maar er zijn grenzen. Daar ging hij overheen. De woorden die hij sprak hadden ook uit Mein Kampf kunnen komen. Ik wilde wel in debat maar kreeg niet het gevoel dat wij een millimeter dichter bij elkaar konden komen. Hij was een volstrekte rationalist die volledig in zijn eigen woorden geloofde.”Ook in Haarlems Dagblad openbaart Rietdijk veelbesproken visies. Bijvoorbeeld over de zorgindustrie die midden vorige eeuw is ontstaan. ,,Progressieven wilden in de jaren dertig en na 1945 wat doen voor zwakkeren. Maar langzamerhand werden er zoveel zwakkeren verzorgd, dat die verzorgingsindustrie een macht op zichzelf werd die voortdurend de lof zong op achterhoedes en onderklassen. Ik constateer dat men van linkse zijde buitengewoon soft is ten opzichte van verloedering. Ik voel voor die achterblijvers niet zoveel. Dat is de reden dat ik zeer positief sta tegenover eugenetica en genetische manipulatie.”De laatste acht jaren van zijn leven wordt Rietdijk zelf getroffen door lichamelijk en geestelijke achteruitgang als de ziekte van Parkinson zich bij hem manifesteert. Jan Troost, die is geboren met een botweefselaandoening, herinnert zich een gesprek: ,,Ik heb daarin tegen hem gezegd: Wat je over het begin van het leven zegt, geldt ook voor het eind. Hij zag het leven met een handicap niet als volwaardig, maar koos daar uiteindelijk zelf wel voor. Dat is een beetje triest.
Jacob van der Meulen
Verslaggever Haarlems Dagblad
Op de site van de Landelijke Gehandicaptenraad stond dit verslag over “de zaak Rietdijk” die ik volledig heb overgezet zoals die toen op onze site stond. Voor de volledigheid heb ik delen van de discussie zoals die bij diverse omroepen plaats vond een korte montage gemaakt.
De aanleiding
Begin februari 1999 besloot de Gehandicaptenraad actie te ondernemen tegen de beledigingen van mensen met een functiebeperking. Al geruime tijd hielden de discriminerende uitlatingen van de natuurkundige en zich cultuurfilosoof noemende Wim Rietdijk de gemoederen binnen de Gehandicaptenraad bezig.
Vooral in een vraaggesprek met Parooljournalist Maurits Schmidt, opgetekend in het boek ‘De holle diamant’, beledigt Rietdijk lichamelijk en verstandelijk gehandicapten. In Engeland kwam de bondscoach van het Engelse voetbalelftal in het nieuws met de uitspraak dat een handicap een manifestatie is van fouten begaan in een eerder leven. Leven met een handicap is in deze optiek dus een straf. Hoog tijd kortom om actie te ondernemen. De Gehandicaptenraad besloot aangifte van belediging door Rietdijk te doen bij de politie in Utrecht, en een eventuele maatschappelijke discussie niet uit de weg te gaan.
Utrecht, 5 februari 1999 Persbericht
GEHANDICAPTENRAAD-VOORZITTER STAPT NAAR DE POLITIE WEGENS BELEDIGINGEN VAN MENSEN MET EEN FUNCTIEBEPERKING
Namens de Gehandicaptenraad gaat voorzitter Jan Troost een dezer dagen aangifte doen bij de politie wegens belediging door de natuurkundige en cultuurfilosoof C.W. Rietdijk. De Gehandicaptenraad is van mening dat er een einde moet komen aan dergelijke grievende openbare uitspraken. Troost voelt zich ook persoonlijk gekwetst door Rietdijks uitlatingen over mensen met een functiebeperking in het boek ‘De holle diamant’ van Maurits Schmidt. Rietdijk beweert hierin onder meer dat mensen die “geestelijk of lichamelijk onvolwaardig” zijn door middel van abortus of euthanasie gedood zouden moeten worden.
Het is een kwalijke zaak dat mensen met een functiebeperking regelmatig het doelwit zijn van belediging of discriminatie. De zaak van de Engelse voetbalcoach heeft velen in Engeland en daarbuiten diep geraakt. Met name op het terrein van de erfelijkheidsleer worden tegenwoordig wilde en grievende uitspraken gedaan. In het boek ‘De holle diamant’ pleit ook de bekende bioloog Midas Dekkers voor ingrijpen in de erfelijkheid door selectie en manipulatie om zo te voorkomen dat het menselijk ras ’ten onder gaat’. De uitlatingen van Rietdijk in hetzelfde boek gaan echter nog veel verder. Wanneer van iemand voor óf na de geboorte vastgesteld kan worden dat hij geestelijk of lichamelijk inferieur is, dient hij gedood te worden, stelt Rietdijk. Deze absurde selectie van mensen zou men niet aan de ouders van een kind over moeten laten, aldus Rietdijk, maar aan een meerderheid van de bevolking. Ook legt de natuurkundige een causaal verband tussen selectieve abortus en euthanasie en de toename van menselijk geluk.
Deze uitspraken zijn uitermate beledigend voor iedereen met een functiebeperking. De Gehandicaptenraad heeft daarom besloten om een klacht bij de politie in te dienen wegens belediging door Rietdijk, de auteur van bovengenoemde uitspraken. In het strafrecht wordt belediging in artikel 266 omschreven als opzettelijke aanranding van eer of goede naam, op beledigende wijze, onafhankelijk van de juistheid der betichting. De Gehandicaptenraad heeft alle redenen om aan te nemen dat de klacht op grond van dit artikel in behandeling zal worden genomen.
De aangifte
Maandagmiddag 8 februari 1999 stapte Jan Troost, voorzitter van de Gehandicaptenraad, daadwerkelijk naar de politie en deed hij namens de Gehandicaptenraad aangifte van belediging van mensen met een functiebeperking.
De politie maakte proces-verbaal op en droeg de zaak over aan het Openbaar Ministerie, dat zal beslissen of het tegen Rietdijk kan gaan procederen. De aangifte in het politiebureau werd gefilmd door een ploeg van RTL-televisie. Troost werd diezelfde middag nog voor de camera’s geïnterviewd. Maandagavond was de aangifte dan ook op de televisie in de nieuwsprogramma’s van RTL. Een kleine mediastorm kondigde zich hiermee aan.
De beledigende uitspraken
In het proces-verbaal moest Troost aangeven welke uitlatingen van Rietdijk beledigend zijn. Hiervoor werd verwezen naar de interviewtekst in ‘De holle diamant’, bladzijden 68 en 69. Daar staat onder meer:
‘Het zou totaal onredelijk en immoreel zijn als er minder ruimte zou komen voor hoogstaande en begaafde mensen, omdat er wat ruimte voor de mongooltjes nodig was.’ Interviewer: ‘Ach, die paar mongooltjes…’ Rietdijk: ‘Dat is ook niet mijn belangrijkste argument. Het gaat ook om het leed dat je ouders ermee aandoet.’
‘Bepalen we ons tot wat nu reëel is, dan zie je categorieën geestelijke en lichamelijke onvolwaardigheid, die soms voor het kind en bijna altijd voor de ouders groot lijden betekenen, en verder voor de maatschappij een heleboel extra (financiële) zorg. En als we dan toch al te veel mensen hebben, heb ik geen enkele morele aarzeling deze kinderen via abortus of later via euthanasie toch te doen inslapen.’
‘(Degenen die de grootste bezwaren tegen euthanasie hebben) zouden zo’n ongelukkige een leven moeten gunnen waarin hij niet zit opgesloten in een totaal onvolwaardige behuizing.’
Uit deze passages blijkt dat Rietdijk stelt dat mensen met een functiebeperking onvolwaardige en ongelukkige wezens zijn, die door aanwezigheid hun ouders leed bezorgen. Om dit leed tegen te gaan, en om wat levensruimte te creëren voor de hoogwaardige mensen (lees: mensen zonder handicap), zou het verstandig zijn vroegtijdig in te grijpen in de zwangerschap of abortus te plegen.
Reacties in de media
Op de dag van de aangifte, maandag 8 februari, was de Gehandicaptenraad zoals gezegd te zien in de nieuwsprogramma’s van RTL. Bovendien haalde het nieuws dezelfde dag reeds een twaalftal kranten. Vanaf die dag werd de afdeling PR & Voorlichting voortdurend gebeld door journalisten uit het hele land. De 9e maakten 22 landelijke en regionale kranten melding van wat ‘de zaak Rietdijk’ is gaan heten.
De stroom publiciteit duurt tot op heden. Vanzelfsprekend is daarbij het accent geleidelijk verschoven van actueel nieuws naar uitgebreide reportages en interviews en intellectuele beschouwingen. Vanaf maandag de 8e werd er ‘achter de schermen’ druk overlegd met de redactie van het tv-programma ‘Barend en Witteman’, dat op woensdag 10 februari geheel aan de zaak Rietdijk gewijd zou zijn.
In het programma discussieerden Troost, Rietdijk, een arts en een moeder van een gehandicapt kind onder leiding van Sonja Barend. Ook enkele radiozenders maakten een item of een heel programma over de discussie die inmiddels behoorlijk op gang begon te komen. Bij zijn optredens in de media bleek Rietdijk in het geheel niet van inzicht veranderd, sterker: hij zei zelfs dat het een goed idee zou zijn om de leeftijd waarop men gehandicapte kinderen kan ‘doen inslapen’ vrij te laten tot vier jaar!
Vragen in de Tweede Kamer
De uitlatingen van Rietdijk en de aangifte van de Gehandicaptenraad waren aanleiding voor Kamervragen aan minister Korthals van Justitie. Op een viertal vragen van Kees van der Staaij (SGP) antwoordde de minister dat ook hij wacht op de afronding van het onderzoek van het Openbaar Ministerie. Wel liet hij weten de stelling dat ernstig lichamelijk en geestelijk gehandicapten gedood zouden moeten worden ‘verwerpelijk’ te vinden. Of Rietdijk strafbaar is, of dat het recht op vrijheid van meningsuiting zwaarder weegt, moet worden bekeken. Jan Troost schreef brieven aan minister-president Kok en koningin Beatrix. Hierin legde hij uit dat uit de zaak Rietdijk wederom blijkt dat mensen met een functiebeperking meer rechtsbescherming zouden moeten krijgen. Deze zaak is niet los te zien van het pleidooi voor opname van de grond handicap in artikel één van de Grondwet, het anti-discriminatie-artikel. De aangeschreven personen stuurden de brieven door aan minister Borst en staatssecretaris Vliegenthart van VWS. In meer informele contacten sprak Troost over de affaire met enkele Kamerleden.
Steun voor de Gehandicaptenraad
De Gehandicaptenraad ontving talloze steunbetuigingen van organisaties en (ouders van) mensen met een functiebeperking. Anti Discriminatie Bureau regio Haarlem (Rietdijk woont in Bloemendaal) stuurde een mooie brief en bood hulp aan. De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), de Federatie van Ouderverenigingen (FvO) en de Stichting Down syndroom (SDS) traden met de Gehandicaptenraad in contact en brachten vervolgens allemaal eigen persberichten uit waarin zij hun afschuw over de beledigingen uitspraken. Ook de SDS deed aangifte van strafbare feiten, daarbij Rietdijks latere uitspraken bij ‘Barend en Witteman’ betrekkend. De FvO ging zich eveneens bezinnen op het aanspannen van een procedure tegen Rietdijk.
Staatssecretaris Margot Vliegenthart van VWS schreef op 17 augustus in een brief aan de Gehandicaptenraad:
“Het zal u duidelijk zijn dat ik de uitlatingen en opvattingen van de heer Rietdijk met betrekking tot mensen met een handicap volstrekt en met de grootste stelligheid afwijs. Voor zover mij bekend bestaat er voor zijn verwerpelijke uitspraken gelukkig geen maatschappelijke voedingsbodem. Mij zijn althans geen blijken van instemming bekend geworden. Niettemin kan ik mij uw zorgen over de opvattingen van de heer Rietdijkbijzonder goed voorstellen.”
Zij vervolgt met: “Het dilemma voor mij als staatssecretaris bij dergelijke verwerpelijke uitlatingen betreft de afweging tussen wel of niet iets doen. Wat is beter: van overheidswege een discussie te starten of, gelet de aard van de uitlatingen, er het zwijgen toe te doen? Ik constateer dat in de media door ethici, beroepsgenoten en journalisten het gedachtegoed van de heer Rietdijk aandacht heeft gekregen en dat zijn ideeën zijn aangepakt. Daarom lijkt het mij thans niet opportuun van overheidswege het initiatief voor een nadere discussie te nemen.”
Tevens stelt de staatssecretaris dat zij geen voorstander is van het strafrechtelijk sanctioneren van discriminatie van mensen met een handicap.
“Specifieke regelgeving heeft mijn voorkeur en ook die van het kabinet.”
Dit was bekend maar is in het licht van dit onderwerp andermaal diep treurig.
22 oktober 1999:
De Gehandicaptenraad deelt de inschatting van de staatssecretaris niet dat er ‘gelukkig geen maatschappelijke voedingsbodem is voor het gedachten goed van Rietdijk’. Die voedingsbodem lijkt – getuige de volgende opsomming – helaas maar al te zeer aanwezig, en eerder groeiend dan afnemend.
In hetzelfde boek van Maurits Schmidt betoogt de van de televisie bekende bioloog Midas Dekker zich voorstander van ingrijpen in de erfelijkheid door manipulatie en selectieve abortus op grond van handicaps.
De onlangs in Groningen gepromoveerde ethicus M.J. Zwiers bepleit in dit beslissingsproces een substantiële rol voor de maatschappelijke moraal. De beslissingen over het leven van ‘zwaar gehandicapte’ pasgeborenen moeten niet aan ouders overgelaten worden omdat deze beslissing ook anderen dan de ouders aangaat. Feitelijke medische overwegingen rond de kwaliteit van leven van de baby moeten een rol spelen. Dit standpunt is in lijn met Rietdijk waar hij bepleit de hele bevolking een stem te geven in deze beslissingen.
Eerder al deden andere wetenschappers in dit verband soortgelijke uitspraken. In de Volkskrant van 27 augustus 1996 bijvoorbeeld stelt Paul Zwart, natuurwetenschapper en filosoof in een ingezonden brief “De meeste artsen zullen abortus aanraden indien bij onderzoek blijkt dat het embryo zulke ernstige afwijkingen vertoont dat de kans zeer groot is dat het kind ernstig gehandicapt zal zijn. Niettemin blijft de beslissing bij de ouders. Het is volgens mij echter alleen maar een daad van gezond verstand om de vrucht af te drijven, want het bespaart zowel de ouders als het kind hoogstwaarschijnlijk enorm veel leed. De ouders kunnen een nieuwe poging doen en misschien alsnog een gezond kind ter wereld brengen. Een abortus in zo’n geval is echter niet alleen een kwestie van gezond verstand, het is ook een kwestie van moraal. Immers, het wezen van de moraal bestaat uit streven de hoeveelheid leed in onze samenleving te verminderen. (…) Het is een morele daad te voorkomen dat een kind met een ernstig gebrek ter wereld komt, want zo’n gebrek is een bron van leed voor alle betrokkenen. (…) Een legitieme vraag is wel of wij moeten streven naar een samenleving zonder gehandicapten. Op deze vraag kan het antwoord volgens mij ja luiden, waarbij het vanzelf spreekt dat de maatregelen die worden genomen van preventieve aard dienen te zijn. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat gehandicapten worden geëlimineerd, tenzij misschien in het geval van zwaar mismaakte pasgeborenen. Op grond van een te simpele redenering die een leven met een functiebeperking gelijk stelt aan een leven vol lijden en zonder kwaliteit wordt een beslissing tot het geboren laten worden van een baby met een functiebeperking bestempeld als onverstandig en bovendien immoreel.
In het boek ‘Het perfecte kind’ van Beker en Kalden (1994) stelt Dr. C.A.M. Jansen “Wanneer er een techniek tot je beschikking staat waarmee je een keuze kunt maken tussen een gezond of een fundamenteel niet gezond kind, moet die techniek worden aangewend.”
Verder noemt Jansen het Down syndroom, de ziekte van Duchenne of het ontbreken van de grote hersenen “ernstige, niet met het leven verenigbare afwijkingen”.
Op 4 augustus 1994 werd in een artikel in NRC/Handelsblad over onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau gerapporteerd. Het SCP signaleerde toen, 5 jaar geleden, een toenemende afwijzing door de maatschappij van mensen met een handicap, en vernauwende grenzen van wat als normaal wordt gezien.
Dit steunt de ervaring van de Gehandicaptenraad dat er in de Nederlandse samenleving sterk de neiging bestaat om een functiebeperking automatisch aan ernstig of ondraaglijk leed te koppelen. Tevens is er in het licht van de zich ontwikkelende medische technologie een afnemende bereidheid om functiebeperkingen of chronische ziekte als onderdeel van het leven te zien. Preventie en selectieve abortus worden in geval van geconstateerde functiebeperkingen meer en meer een geaccepteerde zo niet een logische en toe te juichen keuze. De ruimte voor een vrije keuze en specifiek de keuze om geen prenatale diagnostiek te doen of niet tot selectieve abortus te beslissen komt gaandeweg verder onder druk te staan.
Op dit moment (oktober 1999) ruim acht maanden na de aangifte van de Gehandicaptenraad, is er nog steeds geen uitspraak van het Openbaar Ministerie. Een woordvoerder van de arrondissementsrechtbank te Utrecht liet op 13 september desgevraagd weten dat het onderzoek naar mogelijke strafbaarheid “in een eindfase is beland”. De afhandeling van de zaak neemt veel tijd in beslag vanwege de coördinatie die er plaatsvindt tussen Utrecht en andere arrondissementen waar aangiften tegen Rietdijk zijn gedaan.
Het is duidelijk dat de Gehandicaptenraad zich, ongeacht de uitspraak van het OM, moet blijven inspannen voor betere rechtsbescherming voor mensen met een functiebeperking. Tegelijkertijd kan ook het debat over gentechnologie niet gemeden worden. In dit kader kan nu reeds vermeld worden dat Jan Troost een hoofdstuk zal bijdragen aan een belangrijk boek over medische biotechnologie, dat in april 2000 zal verschijnen. De Gehandicaptenraad wil op het Forum van Leefwijzer (de Internetsite van en voor mensen met een handicap of chronische aandoening) met mensen uit zijn achterban van gedachten wisselen over gentechnologie en ethiek. Meer acties zijn in voorbereiding.
Brief van de Officier van Justitie, 7 februari 2000
De Gehandicaptenraad heeft op 9 februari jl. de volgende brief (gedateerd 7 februari) ontvangen van Officier van Justitie Mw. mr. H.G.M. Rutgers:
Geachte heer Troost,
Naar aanleiding van uw aangifte en latere correspondentie inzake het boek “De Holle Diamant” bericht ik u het volgende.
U heeft destijds in uw hoedanigheid van voorzitter van de Gehandicaptenraad aangifte en klacht gedaan van belediging van gehandicapte mensen, dan wel van uzelf, gepleegd door de heer C.W. Rietdijk. De vraag waar ik mij voor zie gesteld is of de heer Rietdijk ter zake een strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
Artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht stelt opzettelijke belediging strafbaar. Mensen met een geestelijke of lichamelijke handicap vallen wel binnen de reikwijdte van de bescherming van dit artikel. Of er sprake is van opzettelijke belediging hangt voorts volgens vaste jurisprudentie af van de inhoud van de tekst, de eventuele onderlinge samenhang van de uitlatingen en de context waarbinnen die uitlatingen zijn gedaan. Voorts dient er uit die uitlatingen minachting te spreken ten aanzien van een bepaalde groep.
De bewuste passages in het boek betreffen de term mongooltjes voor mensen met het Syndroom van Down en op pagina 69 van het boek het volgende:
“Een aspect van wat je volgens mij eugenetica kunt noemen, is de overtuiging dat er beperking nodig is van de bevolkingsgroei. Het zou zeer aan te bevelen zijn daar kwalitatieve criteria bij te hanteren. Het zou totaal onredelijk en immoreel zijn als er minder ruimte zou komen voor hoogstaande en beschaafde mensen, omdat er ruimte voor de mongooltjes nodig was.”
“Bepalen wij ons tot wat nu reëel is dan zie je categorieën geestelijke en lichamelijke onvolwaardigheid, die soms voor het kind en bijna altijd voor de ouders groot lijden betekenen, en verder voor de maatschappij een extra (financiële) zorg. En als we dan toch al te veel mensen hebben, heb ik geen enkele morele aarzeling deze kinderen via abortus of later euthanasie toch te doen inslapen.”
Na overleg met het arrondissementsparket te Haarlem en raadpleging van het Landelijk Expertise Centrum Discriminatie ben ik tot de conclusie gekomen dat de gewraakte uitlatingen de grens van strafbare belediging niet overschrijden. Louter het gebruik van het woord “mongooltjes” -een term uit het dagelijks spraakgebruik- geeft namelijk geen minachting weer van de zijde van de heer Rietdijk over de bewuste groep. Evenmin volgt dat uit zijn mening over abortus en euthanasie. De onderlinge samenhang van de passages en de context waarbinnen de uitlatingen worden gedaan, maken de op zichzelf niet beledigende uitspraken, niet alsnog beledigend. De uitlatingen worden immers gedaan in een New-Age-boek in een discussie over normen en waarden.
Binnen een dergelijke discussie bestaat ruimte voor standpunten die niet voor een ieder even aangenaam zijn, hoe kwetsend of onaangenaam een en ander ook moge zijn voor u en de groep mensen die u vertegenwoordigt.
Hoogachtend,
w.g. H.G.M. Rutgers officier van justitie
Wat gaat de Gehandicaptenraad verder doen? (na de uitspraak van de Officier van Justitie)
De Arrondissementsrechtbank te Utrecht heeft op 7 februari 2000 een uitspraak gedaan in de ‘zaak-Rietdijk’.
De Officier van Justitie vindt dat de uitlatingen van de zich ‘cultuurfilosoof’ noemende C.W. Rietdijk de grens van strafbare belediging niet overschrijden.
De Gehandicaptenraad overweegt nu de volgende stappen:
Bij de politiek erop aandringen dat de grond ‘handicap’ in antidiscriminatie-artikel 1 van de Grondwet opgenomen word.
Actie om de Motie Rouvoet/Van der Staay, die in november door de Tweede Kamer is aangenomen, zo spoedig mogelijk uitgevoerd te krijgen. Deze motie bepleit opname van de grond ‘handicap’ in het Wetboek van Strafrecht.
Actie om zo spoedig mogelijk een gerichte anti-discriminatiewet gehandicapten in te voeren, vergelijkbaar met de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) die alle levensterreinen bestrijkt.
Nieuwe klacht tegen C.W. Rietdijk
(16 maart 2000)
De Gehandicaptenraad dient over enkele weken een nieuwe klacht in tegen de cultuurfilosoof C.W. Rietdijk. Wederom zal voorzitter Jan Troost van de Gehandicaptenraad aanvoeren dat bepaalde uitlatingen van Rietdijk zeer beledigend zijn voor mensen met een handicap. Ook de Stichting Down’s Syndroom (SDS) zal zeer waarschijnlijk een nieuwe klacht indienen.
De nieuwe uitspraken van Rietdijk waarover Troost zijn beklag zal doen, zijn ditmaal niet gedaan in de context van een filosofisch debat over new age. Deze keer betreft het beledigende uitlatingen die Rietdijk deed in een uitzending van het tv-programma ‘Heilig Vuur’, in kranteninterviews en in radioprogramma’s.
Eerder oordeelde de officier van justitie dat de context waarin Rietdijk zijn grievende uitspraken deed, maakte dat er “ruimte [bestaat] voor standpunten die niet voor een ieder even aangenaam zijn”. De nieuwe uitspraken en standpunten van Rietdijk op basis waarvan de Gehandicaptenraad en de Stichting Down’s Syndroom de cultuurfilosoof vervolgd willen zien, zijn uit een evident andere context afkomstig. Dit maakt de uitlatingen, in juridische termen, tot ‘nieuwe feiten’.
De komende weken zal de Gehandicaptenraad de verschillende uitspraken van Rietdijk nogmaals zorgvuldig bestuderen. In samenspraak met de SDS en een juridische adviseur zal dan een nieuwe klacht geformuleerd worden. Dit betekent dat de vorige klacht als afgesloten moet worden beschouwd.
Geen openbare discussies meer
(20 maart 2000)
De Gehandicaptenraad heeft enige tijd geleden besloten niet meer met de cultuurfilosoof Wim Rietdijk in het openbaar te discussiëren. Een debat met Rietdijk levert geen enkel resultaat op, het leidt slechts tot een herhaling van zetten. De Gehandicaptenraad acht het verstandiger energie te steken in activiteiten ten behoeve van een betere rechtsbescherming voor mensen met een handicap.
Vorig jaar diende voorzitter Jan Troost van de Gehandicaptenraad een klacht in tegen Rietdijk vanwege het beledigen van mensen met een handicap. In maart 1999 heeft Troost enkele malen met Rietdijk gedebatteerd.
Nu, één jaar na de aangifte en de debatten, is de strijd van de Gehandicaptenraad tegen belediging en discriminatie van mensen met een handicap in een andere fase beland. De aanklacht tegen Rietdijk heeft de officier van justitie niet in behandeling genomen. Na juridisch advies ingewonnen te hebben, bereidt de Gehandicaptenraad op dit moment een nieuwe aanklacht tegen Rietdijk voor, waarvan meer succes verwacht mag worden.
Tegelijkertijd blijft de Gehandicaptenraad de Tweede Kamer adviseren om spoedig werk te maken van een betere wetgeving die meer bescherming biedt aan mensen met een handicap. Minister Korthals van Justitie heeft, onder druk van de Tweede Kamer, een wetswijziging aangekondigd die de opname van de grond handicap in het wetboek van strafrecht zal regelen. Dit is een hoopvolle ontwikkeling.
De Gehandicaptenraad is van mening dat het accent in de zaak-Rietdijk nu zou moeten komen te liggen op de consequenties van de discriminatie van mensen met een handicap en op wat we daar als samenleving tegen moeten ondernemen. Aangezien Rietdijk zijn beledigende uitlatingen niet herziet maar juist aanscherpt, is het onverstandig deze vaker over het voetlicht te brengen.
Nawoord
De Kamerleden Andre Rouvoet Christen Unie en Kees van der Staay SGP hebben op 1 oktober 2002 het volgende Amendement ingediend dit nav de zaak Rietdijk.
De wet van 10 maart 2005 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de strafbaarstelling van beledigende uitlatingen en het aanzetten tot haat, discriminatie of gewelddadig optreden wegens een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap (strafbaarstelling discriminatie wegens een handicap) (Stb. 2005, 111) treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.
Voorstel om handicap op te nemen in Grondwet
Op 5 december 2019 heeft de Kamer gesproken over het voorstel van Kamerleden van D66, Groen Links en PvdA om in de Grondwet op te nemen dat discriminatie vanwege handicap of seksuele geaardheid verboden is. Ieder(in) heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat ze dit voorstel van harte steunt. Een meerderheid van de Tweede Kamer bleek na het debat voorstander van opname in de Grondwet van het verbod op discriminatie vanwege handicap. Nu moet ook de Eerste Kamer er nog mee akkoord gaan en omdat het om een verandering van de Grondwet gaat, moet het voorstel daarna nóg eens door beide Kamers en dan met een tweederdemeerderheid worden aangenomen.
Ieder(in) de rechtsopvolger van Gehandicaptenraad/CG-Raad heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat ze dit voorstel van harte steunt.
Het doet me goed dat u volop discussie voert over mijn column. Ik begrijp ook dat u dat doet vanuit het perspectief van iemand die zelf ook een beperking heeft. Daarin ligt misschien de wortel van onze schijnbare onenigheid.
Anders dan hierboven wordt gesuggereerd, heb ik mijn punt wel degelijk doordacht. Ik sta zelfs aan uw kant in de zaak van emancipatie en integratie! Uw titel hierboven: ‘Leven we echt in twee werelden?’, is juist wat ik heel erg bestrijd. Ook in mijn column. Mari Sanders praktiseert juist steeds dat denken in twee werelden – dat is wat me eraan stoorde.
Natuurlijk kunt u de serie als een openbaring hebben ervaren, daar ga ik niet over, en het is knap van Mari dat hij deze serie maakte. Maar wat ik in mijn column doe, is Mari Sanders als filmmaker serieus nemen. Ik geef hem een volwaardige kritiek, vooral op het punt dat hij zelf in categorieën mensen denkt. Alsof valide mensen alleen aan te spreken zijn op hoeveel ze voor invalide mensen doen, en alsof mensen met een beperking zichzelf steeds als rolmodel moeten zien.
Het kan zijn dat ik dat onvoldoende voor het voetlicht heb kunnen brengen, het kan ook zijn dat ik nou eenmaal in een perspectief zonder beperking gevangen zit. Maar u legt me nu wel tendentieuze woorden in de mond, en vindt het nodig mij af te schilderen als als iemand met platte, First Dates-achtige verwachtingen – met bijbehorend advies om maar een leeghoofdig reisprogramma te gaan kijken.
Zie deze alinea: (Dat hij…”misschien in een Italiaans dorpje een mooie romantische date zou hebben. Met een “gewone” vrouw natuurlijk, want stel je voor dat zijn date ook in een rolstoel zou zitten. Maaike dacht dat Mari een soort van Superman zou zijn die over de drempels vloog en geen gebruik zou maken van de lift in de Eiffeltoren maar als volleerd klimmer de Toren aan de buitenkant zou trotseren. Zonder zekering natuurlijk, anders is het voor Maaike niet stoer en “gewoon” genoeg.)
Natúúrlijk zou Mari de lift nemen, maar hij zou wel naar boven willen gaan wellicht. Zelf heb ik helemaal niet gerept van een ‘romantische date’; dat is uw woordencombinatie. Het ging mij over de romantiek in filosofische zin, over de queeste. De romantiek van een roadmovie zit ‘m in het onderweg zijn, de eenzaamheid en mentale reis, de onverwachte ontmoetingen en het stranden op ongeplande plaatsen. Het is de romantiek van het leven zelf, dat de reiziger op elk moment zo laat gebeuren. En waarom zou die romantiek niet zijn weggelegd voor iemand in een rolstoel?
In de Engelse vertaling heet de film overigens: The Wheelchair Roadmovie – Over the thresholds van Europa. (https://www.marisanders.nl/en/ ).
Dus niet ‘about the thresholds’. De titel suggereert zo dat hij over die drempels heen gaat reizen, terwijl hij nu de drempels voornamelijk thematiseert.
Mari Sanders heeft zelf een geprezen afstudeerfilm gemaakt, Rue Des Invalides (https://www.marisanders.nl/portfolio/ruedesinvalides/) (waarbij hij helaas geen hoofdrolspeler in rolstoel heeft kunnen vinden, dus een acteur nam), die eigenlijk precies de queeste van een ‘Rolstoel Roadmovie’ in de praktijk laat zien.
Het is jammer dat mijn fundamentele punt niet is begrepen (namelijk: als je integratie predikt, moet je er zelf naar leven, bijvoorbeeld door echt een roadmovie te gaan maken als je zegt dat je die maakt.) Wie werkt met concepten van groepen mensen, moet daar zelf heel scherp op blijven. Ik hoop vooral dat hij zich hierdoor gesterkt voelt en doorgaat.
Hartelijke groet,
Maaike Bos
Trouw
Beste Maaike en mede lezers,
Dank voor je reactie. Debat ga ik nooit uit de weg en hoor en wederhoor is ook voor mij bekend. Kom er dan ook op terug! Ik predik ook al 47 jaar integratie en leef er naar. Maar het feit dat een handicap een maatschappelijk probleem is ook een feit. Toen ik in Amerika op studiereis was had ik geen handicap doordat het een toegankelijke samenleving is.
Wat betreft de uitleg van wat een roadmovie is heb ik toegelicht in onze blog.
Je bent ongetwijfeld goed in het gebruik van woorden dus heb queeste maar even opgezocht.” Een queeste is een zoektocht of een onmogelijke opdracht. Tijdens deze zoektocht moeten er vele hindernissen overwonnen worden en het is niet altijd zeker dat de opdracht gehaald wordt. Vaak zijn het eenzame helden die de taak moeten volbrengen.”
Mari is dan ook iemand die de hindernissen niet uit de weg gaat. Je reactie dat er in de film twee werelden worden geschetst is ook waar.
Het is nog niet zo lang geleden dat jongeren met een handicap werden weggestopt in internaten in de bossen. Waardoor handelingsverlegenheid nog steeds van beidde kanten een feit is. Juist door met elkaar de dialoog aan te gaan ontstaat er inclusie. Maar ben altijd in voor een goed bak koffie.
Bedankt voor je reactie. Ik zag net ook je reactie in de mail maar ik zal hier even reageren.
Je schrijft dat jouw recensie geschreven is vanuit het perspectief van iemand zonder beperking. Dat snap ik. Maar je schrijft vervolgens dat de discussie die daarop volgde geschreven is door iemand die zelf een beperking heeft. En dát vind ik nou weer jammer.
Je normaliseert hierbij het idee dat mensen zonder beperking schijnbaar niks kunnen begrijpen van een serie als #rolstoelroadmovie. Geloof me, ik ken genóég kerngezonde mensen die de serie als geweldig, openbarend en leerzaam hebben ervaren. Mensen die als kerngezond persoon net zo graag de discussie aan willen gaan om de wereld samen een stukje beter te maken. Misschien wringt daar nog wel het meest de schoen: ik had gehoopt dat álle kijkers er iets van zouden leren. Niet alleen mensen met een beperking, maar ook juist mensen zonder beperking. Daarom vond ik jouw recensie gewoon jammer om te lezen. Ik had gehoopt dat je de diepere laag had begrepen en het juist niét als twee-werelden zou zien.
En ja, ik heb gelezen dat je zelf vind dat je niet in twee-werelden denkt. Daar verschillen wij van mening over. Ik heb nog eens je recensie erbij gepakt en ik merk dat je vind dat Mari in zijn gehandicaptenbubbel blijft hangen omdat hij een serie heeft gemaakt waarin hij bijzondere ontmoetingen heeft met andere gehandicapten. Hij zou volgens jou, ondanks zijn rolstoel, zo normaal mogelijk moeten doen. “Weg met die drempels”. Hij zou als gehandicapte de wereld even laten zien wat hij allemaal kan en hoe normaal hij is. Met normale mensen gaan praten. Een normale roadmovie dus. Maar Maaike, dat is het niet en dat is de insteek ook nooit geweest. Zoals je zelf zo mooi zei: “Niet ‘over de drempels heen’, maar: het verhaal gáát over de drempels.” En begrijp me niet verkeerd hoor Maaike, ik snap jou. Je doet me denken aan mezelf toen ik 16 was. Ik wilde totaal niks hebben van dat gehandicapten gezeik. Ook als je in een rolstoel zit kan je gewoon normaal doen. Júíst dan had ik respect voor je. Waarom moet het altijd erover gaan wat je niet kan en wat er niet goed is? Wat wel vrij lastig was als je vader Jan Troost is trouwens.
Het enige jammere is dat ik ouder ben geworden en ben gaan snappen hoe belangrijk het is om te blijven communiceren, júíst over deze zaken. En júíst door iemand die het zelf meemaakt. En júíst door er een hip, roadtrip programma omheen te breien zodat het voor iedereen aanlokkelijk is om naar te kijken. De gesprekken die hij voert met zo veel verschillende inspirerende mensen zijn zó waardevol. En dit doet hij mijns inziens op een hele mooie, integere manier. Niet op de kijk-mij-nou-zielig-zijn-manier zoals jij er misschien naar gekeken hebt.
Je schrijft dat “invalide mensen zichzelf steeds als rolmodel zien”. Ja, dat is vaak zo. Maar snap je ook waarom? Snap je dat als zij het niet doen, er nooit iets gaat veranderen? Dat we er ook in Nederland nog láng niet zijn? Excuses trouwens voor de tendentieuze woorden die we u in de mond hebben gelegd. Mijn inziens was het humor, maar ik snap dat u dat niet zo ziet. En ‘het leeghoofdige programma’ 3 op reis vind ik ontzettend leuk trouwens. Jammer dat dat blijkbaar ook niet onder jou idee van ‘roadmovie’ past.
Ik ben ontzettend benieuwd wat voor jou dan wél een goede roadmovie is.
Ik hoop dat je begrijpt dat de insteek van onze blog was om op een grappige, luchtige manier te reageren op jouw recensie. Dat jij het niet grappig vond, snap ik. Maar dat vond ik om eerlijk te zijn van de jouwe ook niet. Vooral het zinnetje “In een besneeuwd Roemenië weigert hij hulp bij het afrollen van een ijzige rijplaat naast de trap. Hij valt achterover en glijdt vernederd op zijn rug naar beneden.” blijft in mijn hoofd steken. Ik zal hier maar verder niet op in gaan maar ik hoop dat je begrijpt wat ik niet oké vind aan deze zin.
Dan als laatste, je schrijft: “De romantiek van een roadmovie zit ‘m in het onderweg zijn, de eenzaamheid, de mentale reis, de onverwachte ontmoetingen en het stranden op ongeplande plaatsen. Het is de romantiek van het leven zelf, dat de reiziger op elk moment zo laat gebeuren. En waarom zou die romantiek niet zijn weggelegd voor iemand in een rolstoel?” Om te antwoorden op de laatste zin: die romantiek is inderdaad niet zomaar weggelegd voor iemand in een rolstoel. Dat kun je moeilijk begrijpen, dat snap ik. Maar stel je voor dat je in een onbekende stad terecht komt, vol met kinderkopjes. Je moet al uren naar de wc maar helaas, overal zitten trappen voor de deur. Je besluit maar om weer in de auto te stappen en door te rijden naar wat hopelijk een hotel wordt. Uren later kom je eindelijk een hotel tegen. Geen trap voor de deur: bingo! Helaas. Het bed blijkt veel te hoog, de wc nog veel hoger en er is een flinke trap voor de deur. De lichtknop zit zo ongeveer op 1.80 hoogte en de ruimte tussen het bed en de muur is kleiner dan de gemiddelde cavia.
Precies om déze redenen ben je als gehandicapte genoodzaakt om je vakanties tot in de puntjes te plannen. Hoe stoer je ook bent, er zullen altijd hobbels op de weg zijn die je moet trotseren. Er zullen ongetwijfeld gehandicapten zijn die een ongeplande reis zijn aangegaan, maar het zal hoe dan ook met meer uitdagingen komen dan voor een niet-beperkt iemand.
En dáárom, Maaike, is die romantiek niet zomaar weggelegd voor iemand in een rolstoel.
En dan nog maar te zwijgen over het feit dat het nooit de bedoeling was om een romantische roadmovie te maken.
Ik hoop dat je mijn standpunt ook begrijpt en respecteert. En eigenlijk hoop ik dat je misschien met andere ogen de serie nog eens wil bekijken. Wie weet ga je zien wat ik zag.
Met vriendelijke groet,
Jeske Troost
Inmiddels is @marisanders samen met zijn vriendin naar Canada. Een toegankelijk land: de romantiek ontstaat dan vanzelf! Ik heb ze nog gevraagd of ze de camera mee wilde nemen, maar helaas. Wie weet bij de volgende serie 😉
Jan Troost
Helemaal met je eens! Het enige jammere van de serie vond ik dat er niet meer afleveringen waren, had graag meer willen zien.
Jacqueline
Beste Jeske en Jan.
Inderdaad, wat een bizarre reactie. Ikzelf hik nog aan tegen de rolstoel, en dit soort dingen maken het inderdaad extra moeilijk. De serie was voor mij een eyeopener, omdat het juist heel duidelijk liet zien hoeveel er mogelijk is in samenwerking met anderen.
Maar, samenwerken betekent praten. Niet invullen voor een ander wat jij denkt dat goed voor iemand is en wat hem de waardigheid geeft die hij of zij verdient.
Maaike heft dit absoluut niet begrepen en dat is heel jammer voor haar. Mari heeft het geweldig gedaan.
Manon
Jan en Jeske,
Het was inderdaad een bijzondere recentie. Zo zie je maar weer dat mensen nog vreemd aan kunnen kijken tegen mensen met een beperking. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die ‘ons gehandicapten’ wel als niet bijzonder zien. De film was voor mij niet vernieuwend. Wel werd ik weer eens met de neus op de feiten gedrukt dat de strijd die jij Jan, en ik al jaren voeren, nog lang niet gestreden is. Niet in de rest van Europa, maar zeker ook niet in Nederland.
Frans
‘ Ze hep er echt helemaal niks van begrepen’, zou een bijna uitgestorven ras Amsterdammer zeggen. En dat is dom en treurig. Van Trouw verwacht je beter.
jorisblog
Een mooie en goede 3 delige documentaire kan er niets anders van maken. Zo zie je maar weer hoe verwachtingen een eigen leven kunnen gaan leiden.
Ook voor mij mogen er meerdere docu’s komen, wellicht nog met meerdere persoonlijkheden, dit maakt mijnsinziens het beeld nog helderder voor véle mensen. Verwachtingen in het dagelijkse leven hebben we allemaal, ook ik zelf, de realiteit is vaak zonder die ene verwachting.
Al met al een mooie weergave van Mari hoe de echte werkelijkheid is, ook in ons kikkerlandje waar we nog 1 wereld te winnen hebben.
Jolanda
Jan en Jeske.
Ook ik heb met gemengde gevoelens gekeken naar de serie van Mari, in zoverre kan in Maaike gelijk geven.
Gevoelens van schaamte bijvoorbeeld, over mijn eigen ontevredenheid bij kleine ongemakken (sneeuw maakt ons inderdaad allemaal gelijk.) Gevoelens van herkenning over uitsluiting en denigrerend gedrag, die je ook kunt ervaren als vrouw. Of zoals de door Mari geïnterviewde acteur zei: “Wat als we hier het woord “black” zouden invullen, dan hebben we een hele andere discussie.”
Mijn verwachtingen waren wel beduidend anders als die van Maaike: ik had de trailer bekeken en dat bleek een goede inkijk in de serie. Ik verwachtte geen romantiek, geen creatieve, onverwachte oplossingen voor problemen die zij en ik wellicht zouden hebben op reis.
Weet je, een Maaike en ik kunnen een vliegtuig uitlopen, op modderpaden moeizaam strugglen en door muskieten lek geprikt gelouterd naar huis met herinneringen aan meditaties en ontmoetingen met bijzondere en wijze mensen op een berg of in het regenwoud.
We gaan onszelf tegengekomen, hebben nieuwe inzichten verworven en zijn (weer) dankbaar voor wat we hebben en zijn (geworden).
Dat is in het kort de roadmovie uit films en in boeken. Een geromantiseerde* versie.
Mari kon het vliegtuig niet eens uit omdat zijn rolstoel kwijt was! Hij heeft zich op handen en voeten door straten en over vloeren geworsteld om in een café of bij een toilet te komen. Door verhalen van en met anderen werd hij geroerd, stil, opstandig en blij. Dankbaar voor wat de reis hem bracht, ging hij weer naar huis.
Dat is in het kort de roadmovie die we van Mari te zien kregen. Een documentaire versie.
Het programma was niet wat Maaike had verwacht, dat kan. Ze had de volgende delen kunnen bekijken vanuit een nieuwe invalshoek, dat had gekund.
Er waren genoeg delen en tijd om het ook tot háár roadmovie te maken.
Er waren haar verwachtingen, struggles met onderdelen, confrontaties met haar eigen wereldbeeld en – vooral dit gunde ik haar : nieuwe inzichten te verwerven.
“Wat als we hier het woord “black” zouden invullen, dan hebben we een hele andere discussie”
maar vooral: een nieuw inzicht.
N.B. * ‘geromantiseerd’ wil zeggen dat het een in de verhalende vorm gepresenteerde ervaring is. Het heeft niets te maken met ‘romantisch’ in de zin van liefde.
Op maandag 3 juni heeft Regisseur Mari Sanders en zijn team uit handen van Jan Troost de Broeder Tuck Award ontvangen.
In 2017 gaf Actiegroep Terug naar de Bossen en Inclusie Verenigt de Broeder Tuck Award voor het eerst uit. Door deze prijs zal onze grote vriend Jeroen Zwart herinnert blijven en zijn werk voortgezet.
Regisseur Mari Sanders heeft met de driedelige serie bij de EO #rolstoelroadmovie een reis door Europa gemaakt. Hierin heeft hij gesprekken gevoerd met mensen die het verschil hebben gemaakt in Europa. Eenieder heeft op hun eigen wijze een bijdrage geleverd en een stem geven aan de mensen met een handicap in hun land. Deze serie maakte duidelijk dat we belangenbehartigers, zoals Mari die ontmoet heeft, nog steeds hard nodig hebben. Maar wat ook indruk op ons maakte was de kwetsbaarheid, de humor en de ontdekkingsreis van de regisseur zelf die op een hele natuurlijke wijze gefilmd is. Het was rauw en echt. Maar gaf tegelijkertijd een helder beeld van hoe de situatie momenteel in Europa is. Zeker in de tweede aflevering stelde hij zich ook kwetsbaar op door de uitdagingen aan te gaan, ook met zichzelf.
Mari’s doorzettingsvermogen, het zich verplaatsen in de gesprekspartners, de herkenbaarheid voor veel mensen en niet te vergeten de humor waren roldoorbrekend. Dit zorgde ervoor dat deze serie voor een breed publiek boeiend was om naar te kijken want de thema’s opvoeding, acceptatie en afhankelijkheid hebben we allemaal mee te maken. Tijdens een informele bijeenkomst in het gebouw van de EO is deze prijs voor de tweede keer uitgereikt. In 2017 heeft Broeder Tuck hem zelf nog mogen overhandigen aan de Gemeente Breda. Helaas is Broeder Tuck niet meer onder ons maar heb ik hem zelf mogen uitreiken aan deze jonge regisseur waarvan ik overtuigd ben dat we nog veel van hem zullen horen.
Joke Visser
De 2e Broeder Tuck Award is gemaakt door Joke Visser, beeldend kunstenaar uit Elst (Gld.). Joke is beeldhouwer in steen en klei. Door haar onderzoek naar deze materialen creëert ze nieuwe mogelijkheden die nieuwsgierig maken. Net als de Actiegroep Terug naar de Bossen is Joke van mening dat geschreven en ongeschreven regels van de maatschappij de ruimte beperken waarin we ons bewegen. Er zijn nieuwe manieren nodig om daaruit los te komen. Precies zoals regisseur Mari Sanders laat zien.
Wie was Broeder Tuck?
Jeroen vervulde binnen de actiegroep Terug naar de Bossen de rol van Broeder Tuck. Als broeder, gekleed in een donkerbruine pij, was hij een verbinder die zich inzette voor gelijke kansen voor mensen met een handicap.
De Broeder Tuck Award is een stimuleringsprijs voor individuen, organisaties en bedrijven die zich inzetten om gelijke kansen voor mensen met een handicap te realiseren, in overeenstemming met het VN-Verdrag inzak rechten van personen met een handicap. Het VN Verdrag is in juli 2016 geratificeerd door de Nederlandse Regering.
Ik weet zeker dat Jeroen, Broeder Tuck, het met ons eens zou zijn om de Award van 2019 aan Mari en zijn team te geven! Want de serie was:
Al weer enige tijd geleden kreeg ik een mailtje uit Enschede van twee heren die mij graag eens wilde spreken over inclusie, zorg, toerisme en Twente.
Natuurlijk heb ik ze uitgenodigd op mijn kantoor Café Anneke in Wijchen. Inmiddels weet ik dat zaken doen in een Café een gouden greep is. Goede koffie, een lekker broodje en soms een borrel na afloop. Voordeel is dat ik Twents goed versta en de cultuur een beetje ken. Want mijn lieve vrouw Paula komt uit Glanerbrug. Regelmatig ook vakantie gehad in die omgeving die echt heel mooi is, dus keek ik uit naar het overleg met Henk en Elmer. Meteen aan het begin van het gesprek maar duidelijk gemaakt dat ook ik ondernemer ben. Het eerste adviesgesprek is gratis zolang de klant de koffie betaald ;-).
Het doel van het gesprek was, om hun idee omtrent toerisme voor iedereen, met mij te delen en te kijken hoe we hier in samen kunnen werken.
Inclusieconsultant
Voor mij als inclusieconsultant een boeiende gedacht zeker omdat ik in het verleden actief met dit thema bezig ben geweest op Ameland en in Friesland.
Enkele maanden na ons gesprek is het zo ver en ben ik de samenwerking aangegaan met Twente. Natuurlijk willen we dat alle inwoners en vakantiegangers van Twente gewoon mee kunnen doen in de maatschappij! Zeker nu de Nederlandse regering het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking heeft ingevoerd.
Inmiddels zijn er 8 geschikte zorgvakantieaccommodaties geselecteerd waar je op vakantie kunt. Samen met enkele ervaringsdeskundigen, aangevuld met mijn kennis over inclusie en toegankelijkheid, checken we de accommodaties. Maar nog belangrijker wat is er allemaal te zien en te doen in de omgeving.
Palthe Huis
Afgelopen week hebben we het Palthe Huis in Oldenzaal bezocht. Het is het woonhuis van de familie Palthe. Johannes Palthe, een predikant en grootgrondbezitter, kocht in de 18e eeuw de voormalige stadsboerderij die in de 17e eeuw was verbouwd tot een deftig woonhuis.
Drie generaties Palthe hebben in het Palthehuis gewoond, tot dat in 1928 de kleindochter van Johannes Palthe, Gulia Palthe, overleed en het huis een museum werd. Intussen is dit museum is al goed op weg zeker gezien de nieuwe aanbouw, waardoor ook het oude prachtige gebouw nu toegankelijk is.
Als je liefhebber bent van prachtig erfgoed is dit echt een aanrader.
Samen met Dorien de Groot de toegankelijkheidscheck gedaan. Inclusief een rapportage met aanbevelingen en inmiddels naar het Palthe Huis verzonden. Advisering gaat natuurlijk over meer alleen over een drempeltje. Dat is het mooie van dit werk samen met de klant zoeken naar oplossingen.
Binnenkort naar Villapark Eureka in Deurningen en het ’t Borghuis in Losser
Op basis van onze eerste ervaringen zien we veel potentie bij Oldenzaal en Twente.
Wil je zorgeloos op vakantie in Twente: kijk dan op www.zintenza.nl
Elmer en Henk de volgende keer trakteer ik! (foto Jan Troost)
Natuurlijk werk ik met www.inclusieverenigt.nl niet alleen in Twente maar in heel Nederland en soms in Vlaanderen bij onze Zuiderburen.
Historisch onderzoek naar LHBTers met een handicap: oproep voor interviews
In de jaren zeventig van de twintigste eeuw groeide het aantal organisaties en initiatieven voor homoseksuele mannen en lesbische vrouwen intensief, en een heuse ‘homobeweging’ kwam op de been, waarbij en waarbuiten ook een grote hoeveelheid lesbische initiatieven bestonden.
Dit gebeurde in zowel Nederland, als het Verenigd Koninkrijk, en beide bewegingen stonden ook in contact en werden door elkaar beïnvloed. Op hetzelfde moment floreerde er in het Verenigd Koninkrijk een gehandicaptenbeweging, die vocht voor de rechten en emancipatie van mensen met een handicap. Hoewel Nederland organisaties en initiatieven voor mensen met een handicap kende, is het moeilijk om op hetzelfde niveau te spreken van een ‘gehandicaptenbeweging’. Ondanks dat was er wel activisme, en streden er mensen op dit gebied.
Gedurende de late jaren zeventig en de jaren tachtig begon de beweging te diversifiëren, en ontstonden er ook specifieke groepen, bijvoorbeeld een groep voor lesbische vrouwen van kleur. In de jaren tachtig ontstond er ook aandacht voor lesbische vrouwen en homoseksuele mannen met een handicap, hoewel in Nederland deze aandacht begon vanuit de ‘gehandicaptenwereld’, zoals men dat zelf noemde. De SOG-groep van de Gehandicaptenraad richtte bijvoorbeeld een Homoseksualiteit en Handicap werkgroep op. Dit intensiveerde in de jaren negentig, met meer initiatieven en een heus Europees congres over homoseksualiteit en handicap.
De onderzoeker Nina Littel
Mijn naam is Nina Littel, en ik volg de research master Geschiedenis, aan de Universiteit Leiden. Voor mijn scriptie onderzoek ik dit fenomeen; de geschiedenis van LHBTI-ers met een handicap in Nederland en Groot Brittannië, in de jaren zeventig, tachtig en negentig. Hierbij ben ik geïnteresseerd in hoe LHBTI-ers met een handicap zich verhielden tot de bestaande homo en lesbische beweging, en tot de gehandicaptenwereld. Ik ben geïnteresseerd in gevoelens van inclusie en exclusie, toegankelijkheid en mentaliteit. Daarnaast onderzoek ik de initiatieven die genomen werden door LHBTI-ers met een handicap om groepen, informatie of activiteiten voor hun eigen doelgroep te ontwikkelen, en de beweegredenen daartoe.
Voor dit onderzoek maak ik dankbaar gebruik van het bestaande archiefmateriaal, maar deze heeft ook gebreken. Zo zijn alle bronnen gecentreerd rondom lesbiennes en homo mannen met een handicap, maar worden trans mensen met een handicap niet genoemd. Bovendien duidt het archiefmateriaal weliswaar aan dat er initiatieven waren rondom het onderwerp homoseksualiteit en handicap, maar ben ik ook benieuwd naar de impact van deze initiatieven op LHBTI-ers met een handicap zelf.
Hierom zou ik heel graag spreken met mensen uit deze doelgroep; LHBTI-ers met een handicap, die actief waren in de jaren zeventig, tachtig en negentig.
Hoe ervaarden zij de bestaande initiatieven, of het gebrek daaraan?
Hoe voelden zij zich binnen de bestaande LHBTI-beweging, en binnen de gehandicaptenwereld?
Valt u binnen deze doelgroep, en heeft u interesse om met mij hierover in gesprek te gaan, mail dan alstublieft naar nina.littel95@gmail.com!
Ik hoor heel graag jullie verhalen.
Hartelijk dank aan Jan Troost dat ik zijn website en facebook mocht gebruiken voor deze oproep, hartelijk dank aan IHLIA dat ik hun buttoncollectie mocht gebruiken, en hartelijk dank aan Gon Buurman dat ik gebruik mocht maken van haar foto’s.
Ik ben gevraagd als oud-Nijmegenaar om mee te werken aan het voorleesproject Kleurrijke Verhalen.
Dit project is voortgekomen uit een initiatief in Amerika om kennis te maken met de diversiteit van onze samenleving. Voorlezen aan kinderen door kleurrijke mensen. Dat de bibliotheek mij heeft gevraagd vind ik een compliment, want dat suggereert toch dat ze me in Nijmegen nog steeds kleurrijk vinden!
Het idee om jonge kinderen in contact te brengen door o.a. drag queens komt uit 2015. Een Amerikaanse moeder wilde haar zoontje toen meer leren over genderdiversiteit en bedacht de voorleesuren in de klas. Wat begonnen is in de Verenigde Staten, is nu ook in het Verenigd Koninkrijk en Nederland te vinden. Ik vind het een geweldig initiatief om de diversiteit van onze samenleving al op jonge leeftijd onder de aandacht te brengen.
Hoe jonger hoe beter!
Kinderen hebben nog geen vooroordelen en stappen gewoon op je af. Zo vragen ze in alle openheid waarom ik niet kan lopen, een dikke schoen heb en zeggen “wat bent u een klein mannetje” of dat ik op Jerommeke uit Suske en Wiske lijk.
Kom naar de bieb!
Ik was verrast dat dit initiatief weerstand opriep. De bibliotheek vertelde mij dat een eerdere voorleesbijeenkomst van mijn collega voorlezer drag queen Marcella was afgelast omdat er een demonstratie was van een groep jongeren die van mening waren dat je kinderen niet mocht blootstellen aan onze kleurrijke samenleving.
Deze discussie was helemaal aan me voorbij gegaan, moet ik zeggen. Maar, ik geloof in een samenleving voor iedereen. Dus, Marcella: ik vind het een eer om samen met jou de kinderen voor te lezen. De bibliotheek stuurt me een paar kinderboekjes, waar ik zelf een keuze uit mag maken. Nou, ik ga thuis vast oefenen.
De jongeren die de vorige keer demonstreerden kom ik ook graag een keer voorlezen. De Krokodillenbende is echt een aanrader.
Vind jij ook dat voorlezen van belang is voor je kind en ben je met mij van mening dat diversiteit en ontmoeting voor iedereen een verrijking is? Dan zie ik zie je graag samen met jullie kinderen, op 2 februari van 14.00 -14.45 in de bibliotheek Gelderland Zuid (Mariënburg 29 in Nijmegen).