De komende periode hebben we nog de tijd om ons voor te bereiden op de omgevingswet. De nieuwe wet aangenomen in 2015 zal uiteindelijk in 2021 in gaan.
De nieuwe wet gaat een vereenvoudiging inhouden van o.a. de bouwregeling en de fysieke omgeving. Veel van onze belangenbehartigers houden zich al vele jaren bezig met toegankelijkheid in de meeste brede zin. Het bouwbesluit was ook niet echt optimaal dus ik zie kansen. Kort geleden mocht ik met Anneke van der Vlist (Ieder In) een korte voorlichting geven over deze nieuwe wet, aan een aantal participatieraden in Capelle aan de IJssel. Deze nieuwe wet brengt een oerwoud aan regels bij elkaar. Maar ook los staande zaken als infrastructuur, milieu, ruimtelijke ordening en natuurlijke integrale toegankelijkheid. Het laatste is met het VN Verdrag in de hand een integraal onderdeel van onze lobby natuurlijk. Bij de behandeling van de Wet in de Tweede Kamer is er een amendement aangenomen over de toegankelijkheid van nieuwe bouwwerken en de directe omgeving daar van voor mensen met een beperking. Maar ook het bevorderen van de toegankelijkheid van de openbare ruimte voor personen met een beperking. Een belangrijke versterking van onze positie in deze wet.
WIJCHEN
Kort geleden is er in mijn eigen Gemeente Wijchen een amendement aangenomen over een nieuw te ontwikkelen gebied tussen Kasteel en Wijchens Meer.
In 2016 was er al een geheim overleg in het Kasteel van Wijchen
Opdracht aan de projectontwikkelaars
De Raad heeft de opdracht mee gegeven aan de projectontwikkelaar dat er bij het maken van de plannen nadrukkelijk het een voorbeeldproject wordt, met het VN Verdrag als basis. Integrale toegankelijkheid is de norm, de projectvoorstellen zullen hier dan ook nadrukkelijk op getoetst worden. Uiteindelijk zal het project gegund gaan worden aan de projectontwikkelaar die hier aan voldoet.
Inclusie voor iedereen moet dan ook vanzelfsprekend zijn in dit nieuw te ontwikkelen gebied. Cultuur historie, natuur, infrastructuur en woningbouw/winkels komen bij elkaar. Natuurlijk moeten we er boven op blijven zitten maar ik zie nieuwe kansen. Ben benieuwd hoe jullie aankijken tegen de nieuwe omgevingswet maar ook wat jullie nodig hebben om er voor te zorgen dat Nederland nog toegankelijker wordt?
Wil je meer weten of je mening met ons delen over de omgevingswet?
Wordt net als ik lid van Klink (Samen voor inclusie).
Over Klink
Klink is voor iedereen die opkomt voor mensen met een beperking. Voor iedereen die kennis en ervaringen wil delen zodat mensen met een beperking volwaardig mee kunnen doen. Klink is dé community voor iedereen die – persoonlijk of professioneel, zeven dagen per week of af en toe – werkt aan een écht inclusieve samenleving. Klink is samen voor inclusie. https://www.platformklink.nl/
Natuurlijk zullen we met onze Toegankelijkheidspolitie de ontwikkelingen in de gaten houden. De Toegankelijkheidspolitie is inmiddels een vast onderdeel van de VN Troep van Terug naar de bossen
Het is bewolkt en regenachtig wanneer we ‘s morgens vertrekken. Na een klein uur rijden door heuvelachtig gebied, met op de hellingen lemen huizen omgeven door bananenbomen, worden we bij een huis opgewacht door een vrouw in kleurrijke kleding.
We bukken om binnen te komen en gaan zitten in een kale ruimte met wat stro op de grond. Stro als vloerbedekking, dat hebben we tijdens bezoeken de voorgaande weken in Uganda nog niet eerder gezien.
Kil en donker
Het is kil en donker in de kleine ruimte waar we zitten; op de plek waar een gat in de muur zit voor een raam, zijn platen gespijkerd. We worden vriendelijk welkom geheten door de ouders van Honoratus, een jongen van 5 jaar. Hij ligt verkrampt, half op zijn buik gedraaid, op een bundel oude kleden naast zijn ouders. De magere jongen maakt ongecontroleerde bewegingen en ligt onrustig met zijn hoofd te draaien.
Ik twijfel of hij ons misschien wel probeert te volgen en hoort wat er gezegd wordt. Niemand praat nog met hem. Een rondlopende kleuter met onverschrokken open blik bekijkt ons nieuwsgierig. We lachen vriendelijk terug.
Goed contact
Faustina is hier de veldwerker en heeft duidelijk goed contact met de ouders. Sympathieke, betrokken mensen, is mijn indruk. We hebben de afgelopen weken in Uganda nog niet meegemaakt dat naast de moeder ook de vader erbij is. Deze week in Tanzania zullen we dat nog vaker meemaken.
De familie leeft van de opbrengst van een stukje land rond het huis. De zorg voor Honoratus vraagt veel tijd, waardoor zijn moeder nauwelijks kan meewerken op het land. Er is daardoor onvoldoende geld om van te leven.
Ernstige hersenbeschadiging
Daarnaast zijn er problemen met vrijwel alle dagelijkse activiteiten, zoals wassen en eten. Vooral dat laatste is bij Honoratus, zoals bij zoveel kinderen met ernstige hersenbeschadiging, een groot probleem: het kost niet alleen erg veel tijd om (te weinig en te eenzijdig) voedsel in te nemen, maar doordat hij steeds moet overgeven wordt ook nog eens kostbaar voedsel verspild. Beangstigend is dat hij zich vaak verslikt, met longontstekingen als gevolg.
Beter sterven?
De buren snappen niet dat zoveel tijd en geld wordt besteed aan Honoratus. Kan hij niet beter sterven? Dat zit zijn ouders erg dwars. Ze slapen er slecht door. Het is hun Honoratus. De moeder geeft aan dat de adviezen van Faustina hebben geholpen: door een verbeterde houding van Honoratus tijdens het eten is het verslikken minder geworden. Ook het wassen gaat nu wat gemakkelijker. De ouders zijn blij dat Faustina maten voor een aangepaste stoel heeft opgenomen. Daardoor zal Honoratus straks beter kunnen zitten en meer gestimuleerd worden om rond te kijken en iets met zijn handen te gaan doen. Kenneth geeft ondertussen opgewekt wat aanwijzingen aan Faustina, met praktische adviezen voor de ouders. Honoratus wordt in de kring erbij gehaald. Kenneth laat zien dat wanneer hij in een andere positie wordt geholpen er veel meer ontspanning in zijn lichaam is. Honoratus lacht nu zelfs een beetje, kijkt wat om zich heen. Zijn ouders lijken trots, hebben contact met hem.
We vragen de ouders tenslotte wat bij dit alles hun eigen prioriteit is, en hoe ze het zelf denken te kunnen oplossen.
Gebrek aan inkomsten
Naast problemen rond de zorg, en dan met name het voeden, is hun grootste probleem het gebrek aan inkomsten. ‘Als we geld zouden hebben om te investeren in een koe zouden we eruit kunnen komen’ ‘Melk is een goede aanvulling voor het dagelijkse eten en kan deels worden verkocht. Een kalf betekent nog meer winst. Er is rond het huis voldoende ruimte en voedsel voor een koe; terwijl ik op het land werk kan mijn vrouw dicht bij huis voor de koe zorgen’. We denken binnen STEP ook na hoe economische steun in dergelijke gevallen het beste kan worden georganiseerd. ‘Cash-Giving’ is een relatief nieuwe strategie voor armoedebestrijding, met kennelijk weinig bureaucratie; na het zoveelste voorbeeld van armoede besluiten we een oriënterende afspraak te maken met een NGO in Kampala die hier ervaring mee heeft. Mensen weten zelf immers vaak het beste hoe ze hun eigen problemen kunnen oplossen.
En Honoratus?
Honoratus zal waarschijnlijk niet oud worden. Hij gaat het met deze positieve ouders hopelijk nog wel een aantal jaren redden.
Vooral als Faustina regelmatig blijft komen. Met haar nuttige en praktische adviezen.
Om te luisteren, te begrijpen.
Om de hoop te voeden.
Om te laten merken dat de buren geen gelijk hebben. Honoratus zal hopelijk een kans krijgen op een beter en menswaardig leven. Op de enige stoel in het huis.
De zon schijnt weer wanneer we vertrekken
Kees van de Broek, Oud directeur Liliane fonds Projectleider Voor STEP training voor veldwerkers in de ondersteuning voor families met Cerebrale Parese
Het IVBPR, het EVRM; bekende namen voor de rechtenstudent. Toch ontbreekt in dat rijtje een ander belangrijk, maar wellicht minder bekend mensenrechtenverdrag. Het is redelijk nieuw en in studieboeken is er (nog) niet veel over geschreven: het IVRPH.
Gastartikel door Zarah Bootsman, eerstejaars rechtsgeleerdheid aan de Open Universiteit en kernteamlid van Wij Staan Op.
Het IVRPH
Het IVRPH, ofwel VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, kwam in 2006 tot stand in New York. De opbouw van het verdrag, bestaande uit vijftig artikelen, is redelijk standaard te noemen. Na een aantal algemene bepalingen en verplichtingen voor de staten die partij zijn, volgen de losse artikelen. Deze hebben betrekking op onder andere gelijke behandeling, recht op onderwijs, toegankelijkheid en de bevordering van bewustwording in de samenleving.
2016: ratificatiejaar
De toenmalige Nederlandse regering zette al in 2007 zijn handtekening onder het verdrag, maar toch duurde het tot dit jaar om tot ratificatie over te gaan en daarmee is Nederland een van de laatste landen om deze stap te zetten. Waarom heeft dit zolang geduurd? Het antwoord op deze vraag is dat het verdrag bijna alleen maar verplichtingen voor de overheid met zich meebrengt en niet voor individuele personen of organisaties. De regering wilde eerst uitzoeken wat ratificatie zou betekenen voor de Nederlandse overheid, alvorens hiertoe over te gaan.
Wat betekent dat nou precies, ratificatie? De VN omschrijft het als volgt: een staat die een verdrag ratificeert is “consent to be bound” en wil dus partij worden bij het betreffende verdrag. Hoe ratificatie in zijn werk gaat, verschilt per geval. In het geval van het IVRPH verliep het proces als volgt. De Tweede Kamer moest instemmen met de ratificatie, samen met een aantal ingediende moties om invulling te geven aan het IVRPH. Dit gebeurde uiteindelijk op 21 januari jongstleden. Gezien het tweekamerstelsel dat Nederland hanteert, had echter ook de Eerste Kamer een stem.
Zij stemde bijna drie maanden later, op 12 april, ook in met de ratificatie. Op 20 mei werd in de goedkeuringswet gepubliceerd in het Staatsblad, waarna het IVRPH op 14 juli 2016 in Nederland werking trad.
Gevolgen voor de burger
Houdt de overheid zich niet aan het verdrag, dan kan je als burger stappen ondernemen. In eerste instantie bij de rechter, maar in een later stadium ook naar het College van de Rechten van de Mens ingeval een verdragsbepaling is geschonden. Tevens heeft de VN een speciaal comité opgericht dat toezicht houdt op de landen die zich hebben gebonden aan het IVRPH.
Het verdrag moet er in principe voor zorgen dat mensen met een handicap dezelfde mensenrechten krijgen als mensen zonder handicap. Inclusie moet geen uitzondering meer zijn, maar het moet de norm worden. Kinderen die thuis zitten omdat ze vanwege hun handicap niet naar school kunnen? Not done volgens artikel 24 IVRPH. Discriminatie op gebied van handicap? Idem, volgens artikel 5.
We zijn er nog niet!
Is het wetgevingsproces omtrent het IVRPH dan nu klaar? Zeer zeker niet! Na de ratificatie van een verdrag begint het echte werk pas. Zo is recentelijk het Besluit toegankelijkheid verworpen door de Tweede Kamer. De Kamer vond dat deze AMvB te weinig voorwaarden schiep voor echte toegankelijkheid en ligt dus weer op de tekentafel. Bij het maken van nieuwe wetgeving moet er nu wel rekening worden gehouden met het IVRPH. Anders kunnen burgers, zoals eerder gezegd, hiertegen in verzet komen bij het College van de Rechten van de Mens en de rechter. Deze mag dan wel niet toetsen aan de Grondwet, maar wel aan een verdragsbepaling.
——————————————————————————-
Gastartikel door Zarah Bootsman, eerstejaars rechtsgeleerdheid aan de Open Universiteit en kernteamlid van Wij Staan Op.
Eerder verschenen in het Het Rechtenstudentje? 6 december 2016
Wij Staan Op! vraagt in open brief om vier kerndoelen van belang voor de participatie van mensen met een handicap mee te nemen in het regeerakkoord.
Toegankelijkheid wordt de regel, ontoegankelijkheid de uitzondering. 5 april 2017, te Leiden
Geachte mevrouw Schippers,
Wij benaderen u in uw huidige rol van informateur van het mogelijk toekomstige kabinet,
Op 14 juli 2016 trad het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap in werking in Nederland. Bij de formatie van een nieuwe regering behoeft deze erkenning van de ongelijke positie van deze mensen expliciete aandacht te krijgen. Nú kunnen keuzes worden gemaakt die actief en effectief bijdragen aan een samenleving waarin mensen met een beperking op gelijke voet kunnen mee doen. Net als vele anderen heeft Wij Staan Op!, een beweging van jongvolwassen ervaringsdeskundigen, ook vorig jaar al aandacht gevraagd voor de ratificatie van het VN-Verdrag. We doen nu opnieuw een beroep op de beleidsmakers om verschil makende stappen te zetten.
Op veel kerndoelen is nadere invulling noodzakelijk om mensen met een levenslange en levens brede beperking of chronische ziekte autonoom en op voet van gelijkheid te kunnen laten participeren. Wij Staan op! doet hierbij concrete voorstellen op vier van deze doelen.
Dit zijn: 1. Reduceren van regeldruk. 2. Bescherming van de financiële positie; 3.Betere toegankelijkheid treinen 4. Beschikbaarheid van betaalbare toegankelijke woningen en keuzevrijheid van woongemeente.
1.Regeldruk voor mensen met een beperking sterk reduceren.
Het autonoom leven staat onder druk. Mensen met een handicap die zelfstandig wonen, moeten bijvoorbeeld, elk jaar opnieuw, invullen hoe hun zorg er van minuut tot minuut uit ziet. Terwijl het volstrekt duidelijk is, dat hun handicap nooit zal verminderen of verdwijnen. Dit gaat tot op het detailniveau van tandenpoetsen. Iemand krijgt alleen hulp daarbij als dat op papier staat en als een arts opnieuw heeft verklaard dat zij die hulp nodig hebben. Voor iedere (verlenging van) voorziening(en) zijn steeds nieuwe medische verklaringen nodig. Met verschillende maatregelen willen wij hier een einde aan maken:
A. Stel één allesomvattende menselijke medische verklaring beschikbaar, die toegang geeft tot de verschillende voorzieningen op alle levensterreinen. Een simpel voorstel met een grote directe besparing. Een rekenvoorbeeld: uitgaande van 10.000 mensen, 10 verklaringen per jaar à €37, levert een besparing op van €3.700.000.Bevorder maatwerk door gemeenten. Laat de vraag van de cliënt (gesteund door deskundigen) bepalen wat nodig is.
B. Ontmoedig het standaard, vaak niet passend aanbod van een gemeente. Dit bespaart veel overlegtijd en veel loze procedures. En nog erger, wat nu gebeurt: verspilling omdat de geboden, ook nog steeds dure, standaardvoorziening niet werkt. Persoon is niet geholpen, voorziening wordt niet benut. Geld is weggegooid.
C. Ontschot de financiering van de voorzieningen (bijvoorbeeld met een participatiebudget). Ook dit bespaart geld omdat er geen dubbelingen en/of overlap ontstaan of schrijnender nog: ingewikkeld getouwtrek over wat waar thuis hoort met als gevolg geen toekenning. Goede voorbeelden zijn: Integraal PGB in de gemeenten Woerden en Delft. Dit geeft enorme voordelen voor de zorgvrager en levert tegelijk een besparing op.
Resultaat van de voorgestelde maatregelen:
Een drastische vermindering van de bureaucratie en passende en levens brede verstrekking van voorzieningen. Met als gevolg: kostenbesparing voor de verstrekkers en kwaliteit plus meer tijd van leven voor personen, die zelfs mèt maatwerkvoorzieningen, nog steeds al hun creativiteit nodig hebben om een beetje normaal te leven.
2.Bescherming van de financiële positie van mensen met een levenslange en levensbrede beperkingen/of chronische ziekte.
Deze groep mag geen hogere kosten hebben dan andere Nederlanders. Wij Staan Op! vraagt uw aandacht voor de financiële positie van mensen met een levenslange en levensbrede handicap. Geschat wordt dat een kwart tot een derde van de mensen met een beperking in armoede leeft. Bovendien heeft het Nibud (zorguitgaven chronisch zieken en mensen met een beperking september 2016) gerapporteerd dat mensen met een beperking substantieel extra (zorg)kosten hebben als gevolg van hun handicap. Het is volgens ons noodzakelijk dat gericht, consistent en fijnmazig beleid ontwikkeld wordt dat een financieel gelijkwaardige positie waarborgt ten opzichte van de financiële positie van mensen zonder beperking of chronische ziekte. Een breed onderzoek naar de (onbedoelde) effecten van wet- en regelgeving op de inkomenspositie en de specifieke kosten van deze mensen is hiervoor nodig. De arbeidsmarktpositie moet worden versterkt zodat zij ook hun inkomenspositie kunnen verbeteren en een pensioen kunnen opbouwen. Negatieve financiële effecten van keuzes om samen te wonen moeten worden vermeden. Wij Staan Op! vraagt om te laten onderzoeken wat er nodig is om verbetering in de huidige extra ongelijke situatie te brengen en om, beginnend met de nieuwe belastingwetgeving, expliciet rekening te houden met al deze mensen.
3.Betere toegankelijkheid treinen
Mobiliteit wordt ook als een van de rechten in het VN verdrag omschreven. De toegankelijkheid van het OV en dus ook van de treinen maakt hier een belangrijk deel van uit.
De NS heeft een planning voor het toegankelijk maken van het OV. De belangrijkste items zijn:
Een uitbreiding van de in- en uitstaphulp met 45 stations binnen 10 jaar.
Op hoogte brengen van de perrons voor 2030.
Die planning biedt voor de korte termijn dus nauwelijks soelaas. En over 10 jaar kunnen rolstoel- of scootmobiel-gebonden passagiers met deze planning nog steeds 250 stations in Nederland niet gebruiken. Het op hoogte brengen van de perrons is alleen effectief als de treinen aangepast zijn en dat is maar beperkt het geval. Dus, als er verder niets gebeurt is er in 2030 (over 13 jaar) nog steeds zeer beperkt in- en uit stap hulp en zijn er nog steeds maar beperkt treinen zelfstandig toegankelijk.
Wij Staan Op! dringt er bij de regering op aan om nú passende maatregelen te nemen die toegang tot vervoer breder mogelijk maken en die waarborgen dat NS, als private partij zich rekenschap geeft van de noodzaak om te blijven investeren in toegankelijkheid en, naast het uitrollen van grote projecten, betrokken en actief zoekt en blijft zoeken naar creatieve oplossingen.
In dat kader, en vanuit het besef dat niet alles in één keer kan worden gerealiseerd stelt Wij Staan Op! een minimale aanpassing van het beleid voor die slechts een minimale investering vergt. Een kleine stap die echter wel al op korte termijn tot significant grotere toegankelijkheid van treinen kan leiden.
Er is een drietal typen toegankelijke treinen (Sprinters/lightrail) in gebruik bij de NS en bij andere vervoerders zoals Arriva. Dit betreffen bij NS de SLT (131) en de Flirt treinen (58) en de aankomende SNG (118). Deze gelijkvloerse instaptreinen doen tezamen veel stations aan. Veelal stations waar nu geen in- en uitstaphulp is. En stations waar de perrons niet op hoogte zijn. Met gevolg dat de toegankelijkheid van deze treinen niet benut kan worden, ook niet straks, na realisatie van bovengenoemde plannen van NS.
Wij stellen voor:
A.Deze gelijkvloerse instaptreinen uit te rusten met een losse lichtgewicht loopplank, (zoals Arriva dit met succes ook doet waar zij rijden met de toegankelijke lightrail treinen) en de conducteur de verantwoordelijkheid te geven voor het in- en uit stappen van de rolstoel- of scootmobiel-gebonden reiziger op stations waar geen assistentie is. Voor de conducteur vrijwel geen meerwerk, omdat deze nu ook al meestal betrokken is bij het in- en uit stappen. Zij checken altijd bij hun passagiers waar ze eruit moeten. En vergeleken met de vaak lange intercity’s heeft de conducteur van een sprinter overzicht over zijn hele trein. Dit vergt een eenmalige investering van : €153.500 (€500 (loopplank) x 307 (aantal toegankelijke treinen bij NS). En deze treinen te vermelden in de reisplanner.
B.Prioriteit te geven aan aanpassing van de perronhoogte bij die perrons waar de toegankelijke treinen al rijden. Dit vergt geen extra investering, alleen een andere prioriteitstelling.
C. In drie jaar tijd de in- en uitstaphulp uitrollen op die stations waar geen toegankelijke trein rijdt.
D. Wij Staan Op! als ervaringsdeskundige en creatieve gesprekspartner te betrekken bij verdere ontwikkeling van het toegankelijkheidsbeleid.
4.Beschikbaarheid betaalbare toegankelijke woningen en keuzevrijheid van woongemeente.
Voor alle starters op de woningmarkt is er op dit moment een enorme schaarste. De wachtlijsten voor een betaalbare huurwoning zijn lang en kopen is onmogelijk. Voor mensen met een beperking die zijn aangewezen op een aangepaste woning met een lage huurprijs zijn de problemen nog groter. Voor hen zijn er vaak ook geen alternatieven omdat een studentenkamer voor hen in bijna alle gevallen ongeschikt is, of wordt als zij afstuderen.
De problemen zijn door de regelgeving rond passend toewijzen in de Woningwet 2015 sterk toegenomen en met name de druk op de goedkope woningvoorraad, waarop mensen met een laag inkomen zijn aangewezen. Aangepaste woningen hebben vaak hogere huren omdat ze meestal groter zijn en ze ook anderszins hogere stichtingskosten hebben. Veel aangepaste woningen hebben daardoor dus een te hoge huur voor de doelgroep. En er zijn er simpelweg véél te weinig.
Wij vragen u.
A. Om in de Woningwet 2015 voor mensen met een indicatie voor een aangepaste woning een voorziening te treffen bij de thans bestaande regels voor passend toewijzen.
Om in het nieuwe Bouwbesluit toegankelijkheid en bruikbaarheid voor mensen met een beperking als standaard op te nemen. Al eerder is helaas vaak gebleken dat marktpartijen hier zonder regelgeving geen rekening mee houden en dat zij de vrijheid nemen om van standaarden uit te gaan, die al bij de planvorming, onbedoeld mensen met een beperking buiten sluiten met alle negatieve gevolgen van dien voor deze groep mensen.
Wij Staan Op! zet liever één stap echt, dan dat we praten over grote stappen en we vragen u met deze brief om datzelfde te doen.
Nu het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap is geratificeerd zet Wij Staan Op! zich verder in om een verandering in Nederland te bewerkstelligen in mentaliteit en in werken aan oplossingen. We willen dat mensen met een handicap niet worden gezien als een aparte groep voor wie van alles in aparte wetten en regelingen moet worden geregeld, maar dat er met ons in plaats van over ons wordt gepraat. Inclusiever denken en doen, zien we als één van de manieren om dat te bereiken. Op deze manier, met de kennis van ervaringsdeskundigen, zorgen wij ervoor dat de uitvoering van het VN-verdrag in het land wordt gedaan.
Om de mensen met een handicap een gelijkwaardige positie te geven als burger van de samenleving blijven we steeds opnieuw investeren in de constructieve dialoog met de politiek en de samenleving. Maar ook blijven we organisaties, en individuele personen, bewust maken van de gemaakte keuze voor toegankelijkheid als de norm (door het aannemen van het VN-Verdrag), wat er nu moet gebeuren en wat ieder daar zelf aan gaat bijdragen.
Komende maandag komt de omgevingswet in de Tweede Kamer. Na het ten grave dragen van het PGB in 2011 onder Rutte 1. Gaat de VVD onder leiding van Minister Blok en Minister Kamp ook de toegankelijkheid ondermijnen. Eerst Groningen nu de rest van het land
Zelfregulering
Dit alles onder de noemer zelfregulering, het verminderen van bouwregels die zwaar bevochten zijn sinds 1973. Vlak voor dat de nieuwe AMVB toegankelijkheid van het VN Verdrag de woensdag daar op in De Tweede Kamer komt. Heel gehandicapt Nederland en de bouwwereld was blij dat er helderheid was bijvoorbeeld over de breedte van deuren 85 cm vrije deurruimte. Nu wil de VVD het los laten onder het mom dat ze de regeldruk willen verminderen.
Een beetje toegankelijkheid bestaat niet.
Minister Blok en Minister Kamp!
Ik nodig u beidde uit om samen met mij een dagje op stap te gaan. Gezellig samen, in door mij beschikbare rolstoelen. Na dit dagje zal helder worden waarom u idee van loslaten van dit soort regels niet kosten besparend maar kosten verhogend zijn. Het voorkomt procedures, rechtszaken en veel gedoe. Het VN Verdrag is helder misschien moet u het nog eens lezen!
Mijn hoop heb ik op de Tweede Kamer waar ik van uitga dat zij wel het VN Verdrag goed hebben gelezen en de commentaren van het College van de rechten van de Mens, Ieder (in), het overlegplatform Bouwregeling en de woonalliantie.
Het PGB is ook weer uit het graf herrezen nu de toegankelijkheids-regels nog!
Robin Hood: Tweede woordvoerder naast Broeder Tuck.
Wij de Nederlandse burger krijgen 2 weken de tijd om te reageren op de Algemene Maatregel van Bestuur (AMVB). Dit wordt het toetsingsinstrument voor het College van de rechten van de Mens en de rechter. Zij moeten beoordelen of iets voor burgers met een beperking wel of niet toegankelijk is.
Oude rot
Al sinds 1972 hou ik mij bezig met toegankelijkheidsvraagstukken. Een belangrijk
uitgangspunt was en is het handboek ‘Geboden toegang 1973’ (later het handboek voor toegankelijkheid) en de ‘Ontwerprichtlijnen voor het ontwerpen van gids- en geleidelijnen in het openbaar domein, gebouwen, OV- knooppunten en haltes’.
Verbijstering
Helemaal niets lees ik terug in de AMVB hierover! Deze zou uitleg geven over wat toegankelijkheidsrichtlijnen zijn voor nieuwbouw en grootscheepse renovatie. Juist in de toelichting van de Wet Gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte zou dit vermeld moeten worden. Dit is niet het geval. Er wordt wel verwezen naar een leuk initiatief van ongehinderd.nl en hun site Keurmerk van toegankeijkheid wat zeker bruikbaar is voor oudere gebouwen van voor de ratificatie.
VVD
Het lijkt er op dat de VVD, met haar wens om de regeldruk te verminderen, het van de PvdA weer gewonnen heeft. Als Oud Voorzitter van de CG Raad, de voorganger van Ieder (in), en onze lokale toegankelijkheidsgroepen weet ik hoe belangrijk maatgeving is. Zoals de hellinghoek bij hellingbanen en op en afritten, de breedte en hoogte van deuren, van een alarmkoord, de hoogte van knoppen, geleidelijnen en uitgankelijkheid bij brand. Dit zijn belangrijke richtlijnen die zeker bij nieuwbouw een uitgangspunt horen te zijn. Deze richtlijnen zijn ook enorm belangrijk bij openbaar vervoer om zo voor iedereen toegankelijk te zijn.
Participatie, mee doen en eigen verantwoordelijkheid zijn loze woorden als je de toegankelijkheid niet echt regelt. Ieder (in) is de eigenaar van het Internationaal Toegankelijkheids Symbool (ITS); laat dat de norm zijn voor nieuwbouw.
Voorstel: Amandement Toegankelijk voor iedereen!
Alle gebouwen en openbaar vervoer die na de ratificatie 2016 gebouwd/ontwikkeld worden dienen te voldoen aan de ITS criteria. Dit is duidelijk, simpel en dan weten architecten, opdrachtgevers en aannemers waar ze zich aan te houden hebben. Zo heeft het College van de Rechten van de mens en de rechter ook meteen heldere criteria om te toetsen of er aan het VN Verdrag is voldaan.
Een beetje toegankelijkheid bestaat niet!
Natuurlijk is het voor kleine ondernemers en bestaande gebouwen niet altijd mogelijk om volledig te voldoen aan al die regels die er in het Handboek Toegankelijkheid staan. In Amerika, ons grote voorbeeld wat betreft de Americans with Disabilities Act ( A.D.A) van 1990. Ook in Amerika is dat ook niet zo gegaan. Maar toen daar de A.D.A. in werking trad zijn er wel ontwerprichtlijnen vastgelegd vergelijkbaar met ons ITS. Alle gebouwen, infrastructuur en OV moeten hier aan voldoen. Ook het verhaal over historische gebouwen is te kort door de bocht; zie hier de Notre Dame in Parijs (historisch gebouw).
Als dit niet in het AMVB Algemene Maatregel Van Bestuur komt is dat echt een ramp. Dus trek aan de bel en laat de Tweede Kamer weten dat dit echt niet kan en reageer op de internet consultatie! In december komt het in de Kamer. De VVD heeft haast, maar zeker met een steeds vergrijzende samenleving is het tijd voor echte toegankelijkheid voor iedereen.
Ook voor onze Minister president, ministers staatssecretarissen en Kamerleden; we moeten ook zorgen voor hun toekomst!
PARTICIPEREN LIJKT NU OPEENS EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID’.
Zelf opgegroeid ‘met lotgenoten achter een hek’, zet jan Troost (58) zich al veertig jaar in voor gelijke rechten voor mensen met een handicap. Er is nog een lange weg te gaan, zegt hij. ‘Gehandicapten hebben lang in apartheid moeten leven, dan participeer je niet zomaar even.’
Tekst Pien Heuts Beeld Jeannette Schols
Maximaal 28 jaar zou hij worden. Jan Troost laat foto’s zien op zijn telefoon. Hij heeft net zijn aandoening gegoogeld. `Afschuwelijke plaatjes van misvormde baby’s’, oordeelt hij. Als je in je sollicitatiebrief zet dat je broze botten hebt, neemt geen werkgever je aan. Terwijl ik werk, een gezin heb, tal van nevenfuncties bekleed en inmiddels 58 ben.’
Troost is nu kennis- en beleidsmanager bij MEE NL, de vereniging die mensen met een handicap ondersteunt op het gebied van opvoeding, onderwijs, wonen, werken en financiën en zo bijdraagt aan participatie.
Hoe heeft die aangeboren aandoening je gevormd?
`Het is mijn drijfveer geworden om te strijden voor gelijke rechten voor alle mensen in deze samenleving. Ik ben vroeger in
apartheid opgegroeid. Op mijn twaalfde moest ik naar de Sint Maartenskliniek in Ubbergen. Dat was beter, zei de dokter. Daar in de bossen zat ik met andere gehandicapte kinderen, ging er naar school, had er vrienden. Tot mijn negentiende zat ik afgesloten van de gewone wereld. In de kliniek is de drang ontstaan deel uit te maken van de samenleving in plaats van met lotgenoten achter een hek te zitten.’
Wat heb je met die drang gedaan?
‘Ik vond en wist dat het anders moest. Dat er een einde aan die apartheid moest komen. Daarom ben ik de opleiding tot maatschappelijk werker gaan doen. In die tijd, de jaren zeventig, was het bijzonder dat een gehandicapte wilde studeren. Het systeem was: mensen met een handicap kunnen toch niet werken, dus een studie is zinloos, daarom krijg je een levenslange uitkering. De staat zorgt voor je. Ik ging tegen de stroom in en stoorde me niet aan de ontoegankelijkheid, ook letterlijk, van het onderwijs voor gehandicapten.’
Je hebt jezelf aan het systeem ontworsteld?
Deels. Met die uitkering was ik blij. In die tijd werd je niet eens gekeurd, zoals nu. Ik kon zelfstandig wonen. Tegenwoordig kan dat bijna niet meer als jonge Wajonger. De uitkeringen zijn vergeleken met vroeger fors lager. Na mijn opleiding ben ik in het opbouwwerk terechtgekomen. En van daaruit ben ik me als belangenbehartiger steeds meer gaan inzetten voor mensen met een handicap. Veel mensen met een beperking werken bij belangenorganisaties; daar werd je wél aangenomen.
Mensen ondervinden dagelijks dat ze een gebouw niet binnen kunnen of een baan niet krijgen vanwege hun handicap’.
GELIJKE RECHTEN.
Bij reguliere werkgevers had je het stigma dat je weinig kon bijdragen en toch vroeg dood zou gaan. Ik heb gelukkig bijna altijd betaald werk gehad.’
In 1996 werd je voorzitter van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad (nu Ieder(in)).
Wat was je belangrijkste doel?
Het versterken van de maatschappelijke positie van mensen met een beperking. We probeerden in Den Haag aandacht te krijgen voor de achterstelling en de slechte inkomenspositie. Mensen ondervinden, nog steeds dagelijks dat ze een gebouw niet binnen kunnen, dat ze een baan niet krijgen vanwege hun handicap, dat ze moeizaam van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken. Het ontbreekt aan gelijke behandeling. We hebben ons jarenlang hard gemaakt voor gelijke rechten en gelijke kansen voor iedereen. Het is gelukt de Wet gelijke behandeling te verbreden tot mensen met een handicap en chronische ziekte. En op 14 juni heeft Nederland eindelijk het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap geratificeerd. De betekenis daarvan is enorm.’
Tussen ondertekening en ratificatie zat negen jaar! Waarom duurde het zo lang?
Er moesten wetten worden aangepast. Maar belangrijker: werkgevers hebben er lange tijd pontificaal voor gelegen. Uitvoering van het verdrag betekent namelijk nogal wat. Werkgevers zijn bijvoorbeeld verplicht een gehandicapte werknemer zodanig te ondersteunen dat hij net als zijn valide collega optimaal zijn werk kan doen. Dat kan aanpassingen vergen en geld kosten. Het verdrag moet te allen tijde uitsluiting voorkomen. Ook het passend onderwijs is bijvoorbeeld nog lang niet zover dat het toegankelijk is voor kinderen met een beperking. Het kind dat vanwege zijn handicap niet mee kan op schoolreisje naar Italië mag nu niet langer worden geweigerd.’
Zal de ratificatie de participatie van mensen met een handicap vergroten?
`Uiteindelijk wel. We zijn niet langer `zorgobjecten’, maar krijgen gelijke burgerrechten als het om participeren en meedoen gaat. Dat kost tijd. We komen uit een tijd van `aparticipatie’: mensen met een beperking groeiden op in apartheid, met aparte crèches, scholen, instellingen. Als je mensen in apartheid laat opgroeien, kun je niet verwachten dat ze opeens gaan participeren. De samenleving is daar op zijn beurt ook nog niet aan gewend. Die slag moeten we eerst maken.’
In het sociaal akkoord en de Participatiewet zijn afspraken opgenomen over garantiebanen en beschutte werkplekken voor mensen met een beperking. Hoe verloopt dat volgens jou?
`Op zich is het een prima idee om mensen te laten integreren op de reguliere arbeidsmarkt en zo te komen tot een samenleving waar álle mensen kunnen meedoen en een volwaardig, leefbaar loon kunnen verdienen. Maar daar is wel individuele ondersteuning en aandacht voor nodig. Wat hebben mensen nodig om hun beperking op de werkvloer te compenseren? Een tolk, een coach, speciale apparatuur? Het gaat veelal om een groep die nog nooit heeft gewerkt. Participeren lijkt nu opeens hun eigen verantwoordelijkheid geworden. En als het niet lukt, worden ze gekort op hun uitkering. Als je eerst de sociale werkvoorziening om zeep helpt en vervolgens verwacht dat de reguliere arbeidsmarkt het wel oplost, ben je naïef. Het is niet voor niets dat die doelen niet worden gehaald. Zorg voor goede begeleiding naar zo’n werktraject. En verbreed de definitie van werk; sluit vrijwilligerswerk en stages niet uit, zodat mensen hun mogelijkheden kunnen verkennen.’
Helpen een quotumwet en boetes zoals staatssecretaris Klijnsma voorstaat?
Ik denk het niet. De beeldvorming over gehandicapten op de werkvloer moet veranderen. Er moet een einde komen aan de ongelijkwaardige relatie tussen mensen. Daarin kan de FNV een rol spelen. Als de vakbond afdwingt dat mensen worden gecompenseerd voor hun handicap met hulpmiddelen en ondersteuning, zodat zij een volwaardig loon kunnen verdienen, maak je een einde aan de tweedeling op de werkvloer.
Werken moet lonen, ook voor mensen met een handicap.’
Je bent ruim veertig jaar bezig met de emancipatie van mensen met een handicap. Wat is de balans?
Stap voor stap komen we iets dichter bij gelijkheid. Maar we zijn er nog lang niet. Ik maak me bijvoorbeeld zorgen om de steeds ouder wordende gehandicapte. Mensen die nooit gewerkt hebben en dus ook geen aanvullend pensioen hebben opgebouwd, zitten straks met een armzalige AOW. En mensen die wel werken, halen waarschijnlijk de pensioengerechtigde leeftijd van 67 jaar niet. Gehandicapt zijn kost vreselijk veel energie. Je hele leven heb je gesodemieter met uitkeringsfabrieken, verzekeraars, artsen. Een normaal leven leiden vraagt het uiterste van jezelf.
Ik pleit ervoor dat mensen met een handicap net als bij de brandweer eerder met pensioen mogen. Nu vallen ze voortijdig uit en belanden in de bijstand. Er ligt een taak voor de vakbond om dat bespreekbaar te maken.’
Gehandicapt zijn kost vreselijk veel energie. Je hele leven heb je gesodemieter met uitkeringsfabrieken, verzekeraars, en artsen’.
FNV Magazine (uitkeringsgerechtigde) #3|2016
Met dank aan: Pien Heutz tekst, fotografie Jeannette Schols en de FNV
Noot redactie: Jan Troost werkt inmiddels niet meer werkzaam bij MEE nl. Is nu als ZZP er werkzaam bij zijn bedrijf: inclusieverenigt.nl
Na de ratificatie van het VN Verdrag voor rechten van mensen met een beperking op 14 juli 2016. Is het tijd voor een terugblik op de Vierdaagse van Nijmegen in 1995 en de deelname van rolstoelgebruikers. Nu het ongecensureerde persoonlijke verhaal, omdat de Vierdaagse dit jaar al 100 jaar “gelopen” wordt.
Nu 21 jaar later zijn we geschiedenis in Museum het Valkhof
De geschiedenis van: Rolstoelen in de Vierdaagse van Nijmegen 1995!
In januari 1995 werd ik benaderd als coördinator van de WIG (Werkgroep integratie gehandicapten) door Rob de Jong Directeur Werkenrode in Groesbeek. Een aantal rolstoel gebruikende bewoners van Werkenrode wilden graag meedoen aan de Nijmeegse Vierdaagse. Of wij hier niet het voortouw in wilden nemen. Ik vertelde Rob dat het overleg daaromtrent muurvast zat. De Marsleiding van de Vierdaagse was al vanaf 1976 tegen deelname van rolstoelgebruikers aan de Vierdaagse en verbood een groep rolstoelgebruikers om deel te nemen . De eerste rolstoelgebruiker die mee deed was een Deen in 1979. Hij reed achterste voren met gebruik van zijn benen en heeft de Vierdaagse “uitgelopen” maar is gediskwalificeerd nadat hij de finish over was . Vanaf toen is er met diverse partijen overleg geweest om deelname mogelijk te maken.
Toen ik mijn uniform van Terug naar de bossen overhandigde aan Staatssecretaris Martin van Rijn na afloop van het debat in de Tweede Kamer, was dat voor mij ook een afscheid van de strijd voor de ratificatie van het VN Verdrag.
De ratificatie is een feit maar nu begint het pas. Samen met Ieder(in), de Coalitie voor Inclusie, de VN Ambassadeurs,VNG en alle andere partners. Nu is het tijd om dromen waar te maken!
Droom met me MEE!
In de kerstvakantie heb je tijd om te dromen.
Hoe ziet jouw wereld er uit in 2035?
Jouw ideale wereld waar iedereen mee doet?
Wat is er door de ratificatie van het VN Verdrag veranderd in Nederland? Denk aan bijvoorbeeld: onderwijs, wonen, toegankelijkheid, techniek, arbeid, mobiliteit, sport, cultuur, uitgaan en relaties?
Zie je het voor je?
Vergeet de wereld van nu en droom over de ideale samenleving, hoe ziet jouw leven er dan uit? Laat het me weten!
Stuur jouw droom naar mij toe. Dat kan als foto, blog, verhaal, film, tekening of in welke creatieve uiting dan ook.
Door je dromen te delen kunnen we samen werken aan echte burgerrechten, een samenleving voor iedereen. Laat je inspireren door Maarten Luther King I have a dream!
Jouw droom neem ik mee naar een groot congres over het VN Verdrag dat www.gelijkisgelijk.nl organiseert op 4 december 2018 in Utrecht
Ik wens jullie allemaal een goede vakantie vol goede toekomstdromen.
OPEN BRIEF toegankelijk elektronisch stemmen voor ons allemaal
Aan: De leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Onderwerp: Toegankelijk elektronisch stemmen voor ons allemaal
Datum: 14 mei 2016
Geachte heer, mevrouw,
Dinsdagavond 17 juni om 19.30 uur vindt in uw Tweede Kamer het debat plaats over het tijdelijk experimenteren met elektronische stemprinters en stemmentellers.
Daarom graag uw aandacht voor het volgende.
VN-Verdrag inzake de rechten van de mens met een Handicap
In mijn eerdere brief van 10 februari jl. meldde ik dat op 21 januari 2016 de ratificatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van de mens met een Handicap werd aangenomen door de Tweede Kamer. Eveneens op 21 januari jl. is de motie van mevrouw Voortman aangenomen waarin op termijn gestreefd zal worden naar 100% toegankelijke stemlokalen. Op 12 april heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel voor de ratificatie van het verdrag aanvaard.
Daarmee hoop ik als blinde kiesgerechtigde zó dat een toegankelijk stemproces voor mij en meerdere honderdduizend kiezers met een beperking eindelijk een definitieve stap dichterbij is gekomen. Dit kan volgens mij echter alleen door het aannemen van dit wetsvoorstel dat dinsdagavond wordt besproken zodat het gebruik van stemprinters met toegankelijkheidsvoorzieningen mogelijk wordt.
Immers, wat heeft het voor een zin om te streven naar 100% toegankelijke stemlokalen als je in het stemhok geconfronteerd wordt met het rode potlood waar je niets mee kunt.
Tot mijn spijt moet ik constateren dat er nog steeds inspanningen worden geleverd om het gebruik van een nieuw model stembiljet toch nog mogelijk te maken.
Ondanks dat de Commissie Van Beek duidelijk adviseerde in de richting van het wetsvoorstel dat nu dinsdagavond wordt behandeld en juist niet adviseerde in de richting van het gebruik van een met de hand gemarkeerde stembiljetten.
BZK beproeft nieuw model stembiljet
Vorige week informeerde minister Plasterk u over de uitkomsten van nieuwe proeven met een ‘verbeterde’ nieuw model stembiljet en het elektronisch tellen ervan.
Waarom besteedt de minister kostbare middelen en tijd in een stemmethode die door de Commissie Van Beek is afgeraden?
Na lezing van het bericht die de aanbieding van het rapport begeleide, wordt de suggestie gewekt dat de testen zeer positieve resultaten hebben laten zien.
Na lezing van het volledige rapport van de organisatie die de test in opdracht van het ministerie van BZK heeft uitgevoerd kom ik toch tot een andere conclusie.
Recept voor ongeldig stemmen
In vergelijking met eerdere proeven in november 2012 is het percentage ongeldig van 14,2% gedaald naar 1,8% tijdens de proef van november 2015.
Wat niet is gemeld is dat bij de gerapporteerde score van 1,8% voor het gemak alle stembiljetten, waarvan er alleen een partijlijst was gemarkeerd als geldig werd beschouwd. Voor 18.2% van de proef stembiljetten was uitsluitend een partijlijst gemarkeerd, zodat het werkelijke percentage ongeldig eigenlijk liefst 20% bedraagt.
Overigens het percentage ongeldig van 1,8% is absurd hoog en zou bij een volledige opkomst tot ruim 230.400 ongeldige stembiljetten leiden.
Hoe kun je dan beweren dat de proeven met het nieuwe stembiljet gunstige resultaten hebben laten zien?
In werkelijkheid zouden op basis van deze testresultaten en onder de huidige kieswetgeving waarbij wij op kandidaten stemmen (en niet op partijen) bij een volledige opkomst ruim 2,5 miljoen stembiljetten ongeldig zijn!!!!!!!!!
Willekeur in duiding uitkomst van de proeven
De minister verwijst naar het experiment met een aangepast model stembiljet voor kiezers in het buitenland die tijdens een verkiezing een ongeldig percentage van 0,23% liet zien.
De suggestie wordt gewekt dat dit percentage een betrouwbaardere indicatie zou zijn voor het verwachte risico op ongeldige stemmen dan de uitkomst van de proeven met het nieuw model stembiljet. De testpersonen zouden tijdens deze laatste proef door een gebrek aan motivatie de negatieve resultaten hebben beïnvloed!!!!
Waarom proeven nemen als je de resultaten naar believen terzijde schuift?De praktijk van het huidig stembiljet zou een betere indicatie moeten zijn hoe gemotiveerde kiezers in staat zijn een geldige stem uit te brengen.
Bij het Oekraïne referendum van 6 april jl. is slechts 32% van alle kiezers naar het stembureau gekomen. Als je niet gemotiveerd zou zijn, dan was het zeer eenvoudig om samen met de 68% andere kiezers gewoon thuis te blijven.
Zelfs bij deze gemotiveerde kiezers die slechts 1 markering met slechts 2 invulmogelijkheden in plaats van 2 markeringen met 30 x 80 invulmogelijkheden hoeven te plaatsen, bleek het niet eenvoudig om het stembiljet correct in te vullen.
Het onthutsende resultaat was dat het aantal ongeldige stembiljetten van 38.004 op een hoger niveau lag dan de totale opkomst van Tilburg, de 6e grootste gemeente van Nederland, met 36.657 kiezers.
Het land, met Geen Peil voorop, zou te klein zijn geweest als de kranten 7 april zouden koppen: ‘ALLE STEMBILJETTEN VAN DE GEMEENTE TILBURG BELANDEN ONGETELD OP DE VUILNISHOOP’
Afleiding van de kern van de zaak
Eigenlijk zouden deze statistieken in de discussie helemaal niet hoeven mee te spelen.
Een andere meer principiële reden zou iedere inspanning in de richting van dit nieuw model stembiljet subiet moeten doen beëindigen.
Hoe kun je als overheid de kiezer confronteren met een stembiljet waarbij het aantal invulmogelijkheden die naar niet bestaande kandidaten verwijst, significant hoger is dan het aantal dat naar wel bestaande kandidaten verwijst?
Slechts enkele van de soms wel 28 deelnemende lijsten hebben het recht om 80 kandidaten op de lijst te plaatsen. De overweldigende meerderheid van alle invulcombinaties (1 t/m 30 voor de lijsten en 1 t/m 80 voor de kandidaten) verwijzen dus naar niet-bestaande kandidaten!!!!
Dit kan toch niet waar zijn!!!!
Domste leerling in de klas
De verantwoordelijke kiesinstanties van landen zoals Wit-Rusland, Zimbabwe, Rusland, Myanmar etc. van wie Nederland voor wat betreft het democratische gehalte graag de maat neemt, zouden bij het aanhoren van het plan dit model stembiljet voor verkiezingen in te zetten, Nederland meewarig aankijken als ware wij het domste leerlingetje in de klas voor verkiezingsautoriteiten.
Nieuw model stembiljet niet toegankelijk
Maar eigenlijk is voor mij en de groep mensen wiens belangen ik met vuur vertegenwoordig, het hoofdstuk over de toegankelijkheidsproeven het meest tenenkrommend.
De beschrijving van de uitgevoerde proeven met de 42 testpersonen met visuele beperking gaat volledig voorbij aan wat de essentie toegankelijk stemmen betekent.
Toegankelijkheid meer dan een aap een kunstje leren
Toegankelijk stemmen betekent in essentie dat iedereen zelfstandig en met behoud van het stemgeheim zijn stem kan uitbrengen.
De beschreven proefopzet doet niets anders dan het verplaatsen van het huidige probleem in het stemhok naar buiten het stemhok.
Immers om als blinde en slechtziende kiezer de nieuwe ontwikkelde mal te kunnen gebruiken moet je de volgende stappen ondernemen:
1. Thuis of in het stembureau bepalen op wie je wilt stemmen en vervolgens de lijst en kandidaat nummers onthouden;
2. Buiten het stemhok moet je van het stembureau eerst een uitgebreide instructie in het gebruik van de mal krijgen.
3. Aangeven op wie je wilt stemmen;
4. Met hulp van een stembureau-lid en de gekozen mal (braille/geen braille/slechtziend) op een proefbiljet je stem uitbrengen;
5. Het lid van het stembureau moet je dan vertellen of het gelukt is of je de markeringen hebt geplaatst voor de partijlijst en kandidaat op wie je wilt stemmen;
6. Vervolgens krijg je een echt stembiljet en de mal om in het stemhok het geoefende in praktijk te brengen!!!!!!De makers van het stembiljet en de hulp mal lijken meer geïnteresseerd om een oplossing te bedenken waarmee je een aap een kunstje leert uitvoeren. Het gaat immers niet alleen om het leren een trucje uit te voeren om d.m.v. het tellen van gaatjes een rondje in te kleuren. Ik vraag me nu af waarom al dit gedoe als je je stemgeheim toch moet prijsgeven?
Je kunt beter alle stappen overslaan en zoals nu samen met het stembureau-lid het stemhokje instappen. Daar vraag je hem/haar het stembiljet in te vullen en zo te vertrouwen dat het goed is gegaan.Oude wijn in nieuwe zakken
Dit nieuwe model stembiljet en mal is oude wijn in nieuwe zakken. Het probleem is alleen verplaatst van het stemhok naar buiten het stemhok.
Bovendien is in 2010 al een hulpmal ontwikkeld en beproefd, dat bleek niet te werken en dit blijkt nu na nadere bestudering van de resultaten van de nieuwe proef met 42 testpersonen ook niet te werken. Ook hier is het niet markeren van een kandidaat als geldige stem beschouwd. Als je de geldende kieswet toepast dan hebben 9 van de 35 blinde testpersonen ongeldig gestemd, en 7 van de 7 slechtziende testpersonen ongeldig gestemd.Dus de makers van het nieuw model stembiljet en hulpmal nieuwe stijl zijn zelfs niet in hun eigen doel geslaagd om de ‘aapjes het kunstje aan te leren’Kiezers zijn geen aapjes
Kiezers met een visuele beperking of met andere beperkingen zoals bijvoorbeeld een lichamelijke, geestelijke beperking, dyslexie of laag geletterdheid zijn net andere kiezers die geen beperkingen hebben. Ook zij kunnen hun keuze wel eens niet eerder maken dan in het stemhokje onder druk van het uur U. De verschillende type kiezers bestaan er ook onder de blinden of personen met andere beperkingen. Ook binnen kiezers met een beperking zijn er zwevende kiezers, volmacht kiezers, bewuste kiezers, gewoonte kiezers of onverschillige kiezers.
De proef en de methode van het nieuw model stembiljet en de mal is alleen geschikt voor de volmacht- en de bewuste kiezer. Je bent verplicht voordat je naar het stembureau gaat de keuze op wie je wilt stemmen te maken. Kiezers met een beperking mogen niet onvoorbereid naar het stembureau gaan of ze mogen niet zweven. Immers, het nieuw model stembiljet en de hulpmal kunnen je niet zeggen welke partijen en lijsten meedoen.
Gaan we deze verplichting voortaan ook aan alle andere kiezers opleggen? Gaan we het stembureau de instructie geven alle kiezers pas toe te laten tot het stemhokje als ze tevoren kenbaar hebben gemaakt op wie ze willen stemmen?
De goedkeuring van het VN-Verdrag voor de rechten van personen met een handicap dwingen ons immers alle personen ongeacht hun handicap in gelijke situaties gelijk te behandelen.
Slager keurt zijn eigen vlees
Wat moet in onze minister gevaren zijn dat hij zijn ministerie dit soort plannen laat voorbereiden en uitwerken?
Wellicht speelt hier mee dat de slager zijn eigen vlees keurt en derhalve ook aanprijst.
De organisatie die de proeven uit heeft gevoerd en er verslag van heeft gedaan heeft sinds 2010 toen het idee voor een nieuw model stembiljet was ontstaan aan de wieg gestaan van de verschillende ontwerpen en updates van de nieuwe modellen stembiljetten en hulpmallen. In hun enthousiasme voor hun eigen creativiteit lijkt men wel heel gemotiveerd om proeven te bedenken en er verslag van te doen welke meer gericht zijn om bevestiging te vinden van de waarde van hun eigen werk, dan objectief vaststellen of het stemproces verbeterd of de kiezers er überhaupt mee geholpen worden.Deze aanname is zeer speculatief, maar ik kan verder geen rationele reden bedenken waarom de minister een zeer zorgvuldig en evenwichtig afgewogen aanbeveling van de Commissie Van Beek, waarbij de diverse stemmethoden van alle denkbare kanten zijn belicht en alle waarborgen voor een verantwoorde verkiezing zijn afgewogen, naast zich neerlegt. Er is ook geen rationele reden te bedenken waarom een nieuw stembiljet dat op geen enkele wijze voldoet aan de basisbeginselen van een deugdelijk stembiljet überhaupt zoveel aandacht krijgt.Enthousiaste reacties van de testpersonen
In het verslag kun je positieve reacties van de testpersonen lezen variërend van ‘Goed mee te werken’, ‘Mag meteen ingevoerd worden’, ‘Lost ons probleem op’ enzovoort.
Hoe valt het te rijmen dat je zoveel bedenkingen kunt hebben bij de voorgestelde oplossing, terwijl de betrokken testpersonen zo enthousiast zijn?
Ik heb daar twee verklaringen voor. Ten eerste gaan personen zich als aapjes gedragen als je ze als aapjes behandeld. Als blinden hebben we ons leven lang geleerd je uiterste best te doen om te roeien met de riemen die je hebt. Grijp iedere hulpmiddel aan die je geboden wordt en laat zien dat je meer kunt dan dat men denkt. Dus als je uitgedaagd wordt om in een test een kunstje te vertonen, dan laat je je niet kennen en toon je waartoe je in staat bent. Dus als ze je dan vragen hoe ging het? Dan roep je ‘Makkie’ of ‘Top’. Immers, je wil niet toegeven dat je het niet kunt of neergezet worden als een lastpost of een kneus.
Een tweede verklaring heeft te maken met de ‘slager die zijn eigen vlees keurt’. Het ministerie heeft ook diverse proeven gedaan om vast te stellen of een stemprinter de toegankelijkheid voor blinden en slechtzienden positief veranderd. Eind 2014 en eerder dit jaar hebben er proeven met de stemprinter plaatsgevonden. Over deze laatste proeven heeft de minister de kamer eerder geïnformeerd (onderdeel verslag van de Deskundigengroep onder voorzitterschap van Ronald Prins). De blinde en slechtziende testpersonen lieten in deze proeven weten erg geholpen te zijn met de audiofaciliteiten van de stemprinter. De vraag dringt zich nu op waarom parallel aan deze testen dezelfde personen niet zijn onderworpen aan het nieuw model stembiljet en de hulpmal? Zou dit te maken kunnen hebben met het feit dat dit de slager niet zo goed uitkwam?
Dit is uiteraard niet na te gaan, maar ik kan me voorstellen dat de enthousiast opgetekende reacties na de test met de hulpmal met een bekend fenomeen te maken zouden kunnen hebben.
Dit fenomeen laat zich snel uitleggen door de volgende metafoor. Als je in een experiment mensen in een vrieskast laat staan en hen dan vervolgens in een koelkast plaatst, dan zullen ze erg blij zijn met de positieve verandering. De koelkast is immers en stuk warmer dan de vrieskast. De positieve reacties op dit experiment zal echter gauw omslaan als de proefpersonen verteld wordt dat er ook nog zo iets bestaat als een warm bad. Ik ben bang dat de vrieskast het rode potlood is, het nieuw model stembiljet en de hulpmal is de koelkast en de toegankelijkheidsvoorzieningen van een stemprinter is uiteraard het warm bad.
Conclusies
Op een stembiljet moet je alleen geldige en formeel goedgekeurde partijlijsten en kandidaten opties opnemen die kunnen leiden tot een geldige stem. Als op het stembiljet partijlijsten en kandidaat opties ingevuld kunnen worden die niet bestaan en dus leiden tot een ongeldige stem, dan deugt zo’n stembiljet niet en verdient het geen enkele moment van overweging. Toegankelijk stemmen kan alleen met inzet van elektronische hulpmiddelen. Alleen dan kan iedere kiezer met een beperking zelfstandig en met behoud van het stemgeheim zijn stem uitbrengen. En alleen dan zal iedere kiezer met een beperking een gelijke behandeling krijgen als kiezers zonder beperking.
Wij roepen u als volksvertegenwoordiger derhalve met klem op het wetsvoorstel om te experimenteren met de stemprinter en de stemmenteller dinsdagavond 17 juni positief te steunen.
Mocht er geen meerderheid zijn voor dit wetsvoorstel en er richting nieuw model stembiljet en hulp mal aangestuurd worden, dan zullen wij ons genoodzaakt zien een klacht in te dienen bij het College voor de Rechten van de Mens.
In het vertrouwen dat dit niet zover hoeft te komen wens ik u veel wijsheid toe bij de behandeling van dit wetsvoorstel voor het experimenteren met de stemprinter en stemmenteller en alle overige initiatieven om het stemproces te verbeteren en echt toegankelijk te maken.
Natuurlijk komen wij graag e.e.a. mondeling toelichten. Op dit moment ben ik, Jeroen Zwart (Broeder Tuck), herstellende van een nare ziekte, waardoor reizen erg bemoeilijkt wordt. Daarom zou ik telefonisch contact om met u van gedachten te wisselen zeer op prijs stellen.
Met vriendelijke groeten,
Jeroen Zwart (Broeder Tuck)
Harry Schreurs
Woordvoerders van ‘Terug naar de Bossen’