Tagarchief: maartensschool

Aparticipatie: Droom komt uit!

Op 14 januari 2015 starten we met onze nieuwe website: Aparticipatie.nl.

Aparticipatie is de beweging van mensen met een handicap om van uit het apartheidsdenken weer onderdeel van de samenleving te zijn. Mensen met een handicap hebben tot eind jaren zeventig, begin tachtig, in internaten in de bossen en duinen van Nederland gewoond. Daarom ben ik heel blij dat een droom van mij eindelijk uitkomt!

Koningin Juliana op bezoek bij de Scouting van de Sint Maartenskliniek

Koningin Juliana op bezoek bij de Scouting van de Sint Maartenskliniek

Historie

Een website waarin de jongeren van toen, die soms meer dan twintig jaar in een internaat woonden, hun eigen verhaal vertellen. Daar droomde ik van. De verhalen en beelden van mensen die ooit in de bossen hebben gewoond, zijn namelijk van groot historisch belang. Zeker nu steeds meer oude instellingen verdwijnen en daarmee heel veel beeld- en fotomateriaal. De mensen die daar geleefd en gewoond hebben, zijn inmiddels ouder. Als zij overlijden, verdwijnen er heel veel waardevolle en bijzondere herinneringen. Deze verhalen willen we op video vastleggen voor de volgende generaties.

Aparticipatie

De vast legging is eveneens belangrijk, omdat de emancipatiestrijd is begonnen in deze instellingen. Met een blik in het verleden en beelden uit de tijd, waarin het gewoon was mensen met een handicap buiten de maatschappij te houden. Zij werden apart geplaatst in instellingen voor blinden en slechtzienden, lichamelijk gehandicapten, doven en slechthorenden en voor verstandelijk gehandicapten.

Opname video Aparticipatie. Jan van Slochteren hij zou maar 18 jaar worden werd hem verteld!

Opname video Aparticipatie. Jan van Slochteren hij zou maar 18 jaar worden werd hem verteld!

Daar, en nergens anders, is de strijd begonnen met de grote wens om vanuit apartheid te participeren in de maatschappij. Aparticipatie! Hoe kijken de oude internaatbewoners nu aan tegen hun eigen participatie?

Zonder historie geen toekomst!

Ieder(in), gehandicaptenschrijvengeschiedenis.nl, Pieter Reintjes (WorkyWords) en Jan Troost (Terug naar de bossen) zijn de uitdaging aangegaan en de eerste opnames zijn gemaakt. We zijn begonnen met oud-bewoners van de Sint Maartenskliniek en zijn nog op zoek naar bewoners van Blindeninstituut Sint Henricus. Beide Nijmeegse internaten zijn inmiddels verdwenen.

Gezocht

We zijn voor de volgende serie steeds op zoek naar oud-bewoners die bereid zijn hun verhaal te vertellen. Ook oud foto-en filmmateriaal of verhalen van medewerkers zijn bijzonder welkom.
Ook bewoners van andere internaten die tussen 1938 en 1981 daarin hebben gewoond, willen we vragen om zich al vast te melden.

Aparticipatie@gmail.com

Jan Troost
* Mijn inspiratie is ingegeven door het indrukwekkende werk van de Shoah Foundation van Steven Spielberg. Hij legde wereldwijd 51.696 getuigenissen op video vast van overlevenden van de holocaust.

Sint Maartenskliniek 1971-1979 De kat. Deel 5.

De Brugklas

Aarzelend rij ik de klas binnen en stel me voor aan onze klassen lerares Juffrouw Lily een gezellige, wat gezette juf met donkere ogen, een bril die haar hele gezicht bedekte en zwart krullend haar. Ze heette me van harte welkom en wees me mijn plaats. Toen ik om me heen keek zag ik Wim van de slager zitten en nog een paar van mijn kamergenoten: Gerda, Gerrie en Ineke. Naast mij zat Dinie een groot uitgevallen meisje met een pokdalig gezicht en een kinnebak.

foto brugklas 1971

Brugklas 1971 Joost, Gerda, Dinie en juffrouw Lily

Ik knik haar vriendelijk toe en duik maar meteen in de boeken die voor mij op tafel liggen. Juf Lily legt het rooster uit van onze vakken en verteld dat we om 16.00 uur uit zijn. Maar dat we om 17.00 uur exact terug moeten zijn voor onze verplichte studie. Deze duurt tot 18.15 uur. Zuster Marie Louise zal toezicht houden op onze twee brugklassen.”Ze is veel strenger dan ik, het is goed dat jullie dat weten”, vertelde ze met een veel betekenende blik. Op dat moment valt er een pen van de tafel bij mijn buurvrouw Dinie. Ik wil haar helpen maar de tot dan toe zo rustige Dinie ontpopt zich als een echte kat. Ze sist, miauwt en steekt letterlijk haar nagels uit om ze met kracht in de bovenkant van mijn linkerhand te steken. Met een wel gerichte aanval ritst ze het vel van mijn hand open en met het bloed nog onder haar nagels, laat ze mij verbijsterd achter. Ik stamelde nog zo iets van: “Ik wilde je alleen helpen.” Juffrouw Lily pakt Dinie bij haar oor en brengt haar naar de gang om daar af te koelen. De juf had een geraffineerde techniek ontwikkeld, om je bij het oor te pakken. Ze had een soort van draaitechniek die alle eventuele argumenten om niet te luisteren, te niet deden. O ja, het deed wel zeer. Maar die keren dat ze het bij mij deed was vaak niet helemaal zonder reden! Dan legde ze me haarfijn uit, dat mijn oren van kraakbeen waren en ze dus niet konden breken. Later zouden we van haar niet alleen Duits krijgen. Ze had Duitse ouders. Ze gaf ook biologie en daar wist ze wel wat van. In ieder geval van de bot opbouw. Het tweede uur kregen we meneer Janssen hij gaf Nederlands al snel hadden we door, dat als je moest voorlezen en je begon steeds trager te lezen dan sukkelde hij bijna in slaap. Maar net als je dacht dat hij naar dromenland ging. Verder lezen

Sint Maartenskliniek 1971-1979 Het avontuur kan beginnen! Deel 2.

Vandaag hebben mijn ouders me naar de Maartenskliniek gebracht. Bij het afscheid geef ik mijn moeder een kus en mijn vader een hand.  Pasja onze hond, geef ik nog een aai over zijn kopje en geef hem aan mijn ouders mee.

foto jan met hond pasja

Breng Pasja, onze hond naar de auto van mijn ouders.

Ik zwaai naar de wegrijdende Mercedes, waarin pa en ma vertrekken. Pas over een maand zal ik ze weer zien, als ik het weekend naar huis mag. Nu begint mijn leven binnen de muren van een internaat in Nijmegen pas echt.  Als 12 jarige jongen vecht ik  tegen de kleine traan, die langzaam over mijn wang loopt. Ik verman mezelf en denk nog even terug aan de de vleeskeuring  van de dokters, die ik net achter de rug heb. Erger zou het niet kunnen worden, of wel?? Van nature ben ik altijd een positief mens. Ik geloof in het leven! Maar was er van overtuigd  dat je maar beter uit de handen kon blijven van de witte jassen (de dokters). Als dat gaat lukken kan het hier best nog  leuk worden.

De school gaat uit

Rond etenstijd lopen we (als rolstoelgebruiker  geef ik hiermee het tempo aan) terug naar mijn nieuwe huiskamer, samen met de blonde heks.
In de verte hoor ik een bel , later zou blijken de schoolbel van de Maartensschool.
Ik kijk naar buiten en zie dat er een groep van mank lopende kinderen, recht op de deur van onze flat af komt rennen. Met stokken van hout of ijzer. Klein en groot door elkaar, daarna allerlei verschillende rolstoelen. Daarachter, de mensen in bedden met angstaanjagende stellages. Zoals ik die ook nog wel kende  uit het Gemeente ziekenhuis in Dordrecht. De invasie is begonnen. Ik rij met mijn rolstoel achter een pilaar om de meute langs me te laten rijden! Want ik had het gevoel, dat ze anders dwars over me heen zouden denderen. De groep verspreidde zich over de drie wandelgangen.

De flat

De benedenverdieping van de flat van de kinderrevalidatie bestond uit 4 gangen, die in een vierkant waren gebouwd. In het midden een binnentuin, met een oranje pierenbadje. Ooit geschonken door de plaatselijke Snackbar Groenen in Nijmegen. Je had de Dokter Bare straat, waar ik woonde in kamer 3. De kamers 1,2,3 en 4 waren de leefgroepen voor de wat oudere revalidanten. Als je uiteindelijk kamer 1 bereikt had, werd je kort daar op vrij gelaten. De deur van het reservaat ging dan open. Maar, dit zou nog een dikke 6 jaar duren.

Kamer 3

Tussen de twee kamers 3 en 4 in had je de theekeuken, verboden terrein voor ons. Dit was het domein van de groepsleiding. Het mengen van de twee huiskamers was uitdrukkelijk niet de bedoeling. Wij moesten als gezin samenleven in onze eigen kamer met onze vier moeders. De prinses Margriet straat ( Prinses Margriet had de flat in 1965 geopend) hier waren de dagverblijven van de kinderen tot 12 jaar. In de Dwarsgang zaten de kleintjes soms zelfs kinderen van 1 1/2 jaar oud. In iedere groep werkten 4 kinderverzorgsters en later groepsleidsters. Met 120 kinderen zaten we in de zogeheten laagbouw.

Onze slaapkamers

Onze slaapkamers bevinden zich op de eerste, tweede en derde verdieping. Ook hier is een heldere indeling, de kleintjes slapen als je de lift uitkomt rechts. In twee grote slaapzalen. Twaalf jongens en twaalf meisjes, gescheiden van elkaar. Iedere slaapzaal heeft een eigen badkamer en wc. Aan de linker kant waren twee kamers voor de jongens met ieder drie bedden, drie kasten en drie wastafels. Boven het bed hing een lampje en de alarmbel.

foto onze slaapkamer derde verdieping flat

Pieter T maakt foto van de nieuwkomer op onze slaapkamer

Daarna kwam de kamer van de non die ons s ’nachts  in de gaten moest houden. Nonnen van Barmhartigheid die het beste met ons voor hadden, maar die je wel goed in de  smiezen  hielden. Daarnaast twee kamers voor de meisjes. Vanaf de eerste dag wordt ons helder gemaakt, dat wij, de jongens, zich niet in dit gedeelte mogen ophouden. Dat is verboden gebied. Helemaal aan het einde van het verboden gebied is het washok. Daar mogen we niet komen. Ons wasgoed moeten we iedere morgen naast de deur leggen en dan komt het van zelf weer terug in onze kast. Wie de kabouter is, die dit altijd deed weet ik anno 2013 nog steeds niet ik heb hem of haar nooit gezien! Op de hoogste verdieping, de vierde, hier wordt door mijn nieuwe kamergenoten met een heilig ontzag over gesproken. Want daar was de ziekenboeg. Als je hier werd opgenomen is dat geen goed teken! Wim mijn kamergenoot wilde mij als broekie wel even bang maken. Hij vertelde me dat velen na de ziekenboeg, in het lijkenhuisje terecht kwamen. Vanuit onze slaapkamer op de derde verdieping keken we hier op uit. Op de kinderafdeling in het oude Gemeenteziekenhuis had ik uitzicht op de Katholieke begraafplaats. Dus ik ben wel wat gewent. Maar hij vertelde me ook nog, dat als het lampje boven de deur van het lijkenhuis brandt er weer iemand was overleden. Dit lampje heb ik daarna nog vaak zien branden. Iedereen doet zijn uiterste best om niet in de ziekenboeg terecht komen fluisterde hij me in het oor.

foto Uitzicht vanuit onze slaapkamer op het lijkenhuisje!

Uitzicht vanuit onze slaapkamer op het lijkenhuisje!

Vanuit de vierde verdieping, de ziekenboeg, doet de nachtzuster  s’ nachts haar ronde over alle vier de verdiepingen. Een nachtzuster voor 120 kinderen, kan me niet voorstellen dat dit nu nog zou mogen…..!

De reuma afdeling.

In het souterrain is de kinder-reuma afdeling ondergebracht. Deze afdeling was hermetisch afgesloten van de buitenwereld. Hier mochten we onder geen beding komen, hier heerste rust, reinheid en regelmaat. De therapie bestond uit goudinjecties en bedrust, absolute bedrust en wij mochten die rust niet verstoren. Wie aan reuma lijdt, moet veel rust hebben, luidde de redenering.  In de acute fase was volledige bedrust noodzakelijk volgens de deskundigen. Als de ziekte minder actief was, mochten de jongeren een deel van de dag opstaan. Zij moesten dan wel op de afdeling blijven. Om ernstige contracturen, met name aan de knieën, weg te nemen rekte de orthopeed de gewrichten onder narcose op. Vervolgens werden de benen zo recht mogelijk in gegipst. De jongeren die hier voor in aanmerking kwamen kregen een goudinjectie in de bilspier. Dit edelmetaal gold op dat moment als een van de meest werkzame medicamenten bij reumatoïde artritis. Soms was het effect spectaculair maar op langere termijn  nam de werking af. Later bleek dat er ook veel bijwerkingen waren aan huid, lever en nieren. Met een ijzeren discipline bestierde zuster G…. ,door ons ook wel Opper non genoemd, de afdeling. Ondanks de angst om betrapt te worden terwijl we contact legden met de jongens en vaak leuke meiden, deden we dat natuurlijk wel! Door de leiding werd ons duidelijke gemaakt dat we dan het risico liepen van het  internaat verwijderd te worden.

Een gewaarschuwd mens telt voor twee.