Jan Peter, Maarten en ik hebben besloten om eindelijk de stap te nemen . Vandaag start de expeditie naar de verdwenen school. Al tientallen jaren gaat het gerucht dat er vlakbij Nijmegen in de oerwouden van Berg en Dal een school heeft gestaan waar anders validen werden opgeborgen ver van de samenleving.
Na het verbod op speciale scholen, ook wel bekend als de wet Nagtegaal vernoemd naar Jan Nagtegaal directeur van Handicap en Studie een groot voorvechter voor gelijkheid in het onderwijs.
Openbaar
In 2007 zijn door de overheid alle scholen en universiteiten openbaar geworden en iedereen kan er terecht. Weigering in het begin werd hard aangepakt en managers en onderwijzend personeel die anders validen weigerden werden in een heropvoedingskamp bewust gemaakt van hun foute visie. Doordat dezelfde regering in 2015 prenetale diagnostiek verplicht stelde en bij een afwijking meteen besloten werd tot verplichte abortus is het aantal jongeren met een handicap enorm afgenomen. Waardoor de gezondheidszorg weer betaalbaar is geworden. De anders validen zijn dan ook een uitstervend ras geworden. Handicap en Studie is in 2007 opgeheven en Jan Nagtegaal is kort na zijn benoeming in de orde van de maagd Maxima van de aardbodem verdwenen.
De expeditie
S’ morgens om 10.00 uur start de expeditie na 12 uur uur zwoegen en het wegkappen van takken en struiken besluit de expeditie om haar tenten op te slaan, aan de voet van de hoge berg. Naast de ruïne van Knoerdje . Volgens de overlevering was dit ooit een klein café waar anders validen zich lieten vollopen met bier en hierdoor hun schoolresultaten negatief lieten beïnvloeden. Dit kon natuurlijk alleen maar gebeuren omdat zij bij elkaar leefden en niet de normen meekregen van onze gewone samenleving. Ondanks archeologisch onderzoek is dit nooit bevestigd en zijn er ook geen hulpmiddelen of kroonkurken op de plaats terug gevonden.
De volgende dag in alle vroegte besluiten we onze kapmessen weer op te pakken en onze tocht door het dichte oerwoud voort te zetten. Na drie dagen horen we tromgeroffel in de verte, de spanning stijgt zouden er toch mensen wonen? Jan Peter loopt voorop met zijn geweer in de aanslag want je weet maar nooit. Nadat we een verroeste poort voor ons zien opdoemen zien we daarachter een grote open ruimte. We gaan zeer behoedzaam de poort door en zien in de verte een oud gebouw tussen de bomen in. Maarten geeft een gil en in één keer zijn we omsingeld door jonge mensen in rolstoelen met krukken en zelfs blinden die er afzichtelijk uitzien en ons zeer vijandig tegemoet treden. De spanning is te snijden met pijl en boog worden we onder schot gehouden.
Een van de jongeren maakt ons met spastische bewegingen duidelijk dat we onze geweren moeten laten vallen en moeten volgen. De overmacht was te groot en we besloten om ons over te geven. Met de voetplaten van de rolstoelboys op onze hielen dwongen ze ons om het gebouw in te gaan . In het gebouw werden we ontvangen door een jonge vrouw in het zwart gekleed met een gouden kruis om de nek en een kap op.
Wees niet bang ze doen u niets als u mij maar volgt. Na door drie lange gangen te zijn gelopen komen we aan bij een enorme trappartij waarop een klein bordes. Een oude grijze man zit op een soort van troon met een enorme grijze baard. De jonge vrouw vertelde dat we alleen maar hoeven te luisteren want als onze Jan gaat praten kom je er niet meer tussen. Jan sprak tegen de expeditieleden en vertelde dat hij Jan Nagtegaal heette en was gevlucht uit de samenleving en samen met zijn achterban een nieuwe school was begonnen ver van de “gewone” wereld omdat de samenleving de vrijheid en gelijkheid niet aan konden . Wij mochten weer gaan als we maar nooit zouden verraden waar zij woonden en ze leefden nog lang en gelukkig in een land hier ver vandaan.
Na een drukke dag hebben we vanavond onze afscheidsavond in het Hotel Riga waar we al onze mensen die we deze week hebben ontmoet nog een keer terug zien.
Na een groot diner, veel mooie toespraken en veel wodka speelde Andrei vanuit zijn nieuwe rolstoel gitaar en zong voor ons mooie Russische liederen. Voor mijn vrouw Paula heeft hij zelfs een speciaal lied gezongen. Tussen de verschillenden gangen van het diner zongen we uit volle borst gezamenlijk vele Russische liederen. Ging steeds beter. Overigens de wodka bracht mij zelfs aan het zingen. Lees verder Expeditie Rusland, Pskov. Afscheidsavond en dan terug naar Nederland! Deel 8/8→
Vandaag doen we als eerste rolstoelgebruikers mee aan de Rosa mars (1973).
Andreas en ik volgde de gele bordjes en reden door de straten van Nijmegen. Iets waar we absoluut niet over nagedacht hadden was dat wandelaars de rare neiging hebben om van de gebaande paden af te wijken. De organisatie had hier dan ook rekening mee gehouden! Voor we het wisten reden we niet meer op de mooi verharde weg, maar over bospaden in de mooie bossen van Nijmegen. De bospaden gingen nog wel, maar de zandpaden waren een ramp. Onze mede wandelaars baggerde door het zand alsof ze niets liever deden.
Voor onze roadmaster was dit echt een beproeving. Met regelmaat liepen onze wielen vast in het rulle zand. Soms werden we geholpen door een vriendelijke mede wandelaar. Andreas en ik hadden touw en bandplakspullen mee genomen. Dat touw hebben we nog dankbaar gebruikt van gemaakt om dat er een helling was die te steil was om omhoog te komen. Andreas kroop uit zijn rolstoel en maakte het touw vast aan een boom. Zo konden we ons zelf om hoog trekken. Wel tien mensen vroegen of ze konden helpen. Nee, was niet nodig: zeiden we, kunnen het zelf wel. Lekke banden zouden we niet krijgen. Maar goed ook. Want de fietspomp was ik vergeten. We voelden ons echte helden die bezig waren met de eerste grote overlevingstocht in de wereld, van recht opstaande en zich op twee benen voortbewegende mensen van buiten.Onze handen waren inmiddels bezaaid met blaren. Aan het einde van de dag zouden we de eerste zijn, die ooit tijdens een wandelmars aan bloedblaren in de handen door de medewerkers van het rode Kruis behandeld zouden worden.
Vlak voor ons zagen we het café van Knoertje. Dit was het teken dat we weer bij de Sint Maartenskliniek waren aangekomen. Op het terras namen we even pauze. We realiseerde ons dat nu het moment van de waarheid was aangebroken en bestelde een pilsje. Maar waar we niet op gerekend waren was de waard. Knoertje, de eigenaar, kwam op ons af lopen en we bestelde een pilsje. Enigszins bits vroeg hij of we een briefje hadden van de dokter. Verbaasd dat je buiten het terrein een briefje van de dokter nodig had als je een pilsje bestelde, stamelde ik beduusd; “Nee die hebben we niet.” “Helaas dan mag ik jullie geen bier schenken, limonade kan wel.” Zei de waard. Uiteindelijk namen we maar Sisi, deze zeer oranje limonade in een kartonnen piramide werd ons met een rietje voorgezet. Van mijn zakgeld betaalde ik hem en nu we toch geen bier kregen begonnen we aan de beklimming van de berg. Andreas en ik hadden van te voren afgesproken dat we ons niet zouden laten duwen, trekken of andere wijze hulp zouden aanvaarden. Ons imago zou hier door geschaad kunnen worden. De wandelaars van de Ros Mars hadden hun eigen Rosa Mars lied. Andreas en ik zongen het natuurlijk wel mee met schaamrood op onze wangen.
Het Rosa Marslied
Wij wandelen vol vreugde , het leven is fijn!
Zijn jong en gezond, daarom willen we zijn
Een steun voor het zwakke gebrekkige kind,
Want dat is toch het doel, dat ons samen verbindt!
De Rosa op mars, ja, dat is een begrip!
Vooral voor scholieren een machtige trip!
En vraag je ‘waarom”, dan is onze repliek:
Wij wandelen vandaag, wij wandelen vandaag,
Voor de Maartenskliniek, voor de Maartenskliniek!’
De tekst over het zwakke gebrekkig kind paste absoluut niet bij het beeld wat we van ons zelf hadden. We waren niet gebrekkig en al helemaal niet ziek. We waren helden die de gevangenis ontvlucht waren om te laten zien dat we het zelfde konden als de mensen van buiten. In dit geval wandelen. Weer opgeladen door de tekst van de Rosa Mars, wat helder aangaf hoe onze mede wandelaars tegen ons aan keken, was ik nog meer als van te voren overtuigd van het nut van onze expeditie. We zouden de wereld laten zien dat mensen met een handicap net zulke mensen waren als de andere inwoners van Nijmegen. Maar eerst maar de leiding van de kliniek er van overtuigen dat integratie van gehandicapten noodzakelijk was om ons echt te laten emanciperen in de samenleving. Doelen moet je hoog in zetten, niet waar?
Niet duwen!
Andreas en ik maakte ons klaar om de berg te beklimmen. De mede wandelaars liepen de berg in alle rust op. Wij moesten al de spieren die we hadden gebruiken om de berg op te rijden. Niet alleen ons gewicht maar ook het gewicht van de rolstoel moesten we met onze armen naar boven zien te duwen. Het zweet liep ons van het gezicht maar uiteindelijk lukte het ons om, zonder hulp, de top van de berg te bereiken. Die hulp moesten we wel voortdurend afwijzen dus de volgende dag maakte ik een bord achter op de rolstoel met de tekst; ‘niet duwen a.u.b.’
Moe maar tevreden over onze prestatie wuifde we nog even naar onze portier die voor de hoofdingang van het ziekenhuis de wandelaars gade sloeg. Langs de kant stonden de verpleegsters en een aantal witte jassen die de snijkamers even hadden verlaten.
De omstanders wuifde naar alle wandelaars die inmiddels al weer door liepen. Op naar de kinderrevalidatie, waar het defilé zou beginnen. Helaas voor ons zouden onze broeders en zusters van de reuma afdeling vandaag niet aanwezig zijn. De hoofdnon van de Afdeling, zuster Gertrude had verordineerd dat ze niet naar het defilé mochten want dat was niet goed voor de reuma. Dit zou de absolute bedrust alleen maar verstoren. Nadat we de berg bij de Flat hadden beklommen hoorde we onze mede flatbewoners al klappen. De directie had zich inmiddels van hun stoel losgemaakt om al de wandelaars met een staande ovatie te belonen. Al zwaaiend met één hand, want dat kun je met een roadmaster. Met een gewone hand bewogen rolstoel kun je dat wel vergeten. Een trots gevoel maakte zich van ons meester we hadden het gered en een ovatie was ons deel. Bij het zien van onze rolstoelen met Andreas en mij werd het even heel stil bij het vak van de directie en de groepsleiding. Geschokt realiseerde een aantal van hun dat het goede doel nu echt mee liep en ook nog van het terrein waren af geweest.
Vermist?
Onze groepsleiding was achteraf blij ons te zien, want we waren inmiddels als vermist gemeld. De kameraden van het internaat die weer verplicht voor de flat zaten, om deel te nemen aan het defilé, klapten nog harder voor ons. Zeker nu ze door kregen dat we echt hadden mee gelopen. We werden als helden ontvangen en onze ontsnapping ging al snel als een lopend vuurtje door de menigte. Andreas en ik genoten van dit moment en met een Pauselijk knikje namen we weer afscheid om snel via de poort aan de achterkant van ons reservaat in de bossen van Berg en Dal te verdwijnen. Aan het einde van de middag konden we onze wandelkaart aftekenen bij de Kazerne. Toen we terug kwamen in ‘de Flat’ werden we enthousiast ontvangen door mijn kamer genoten. De groepsleiding was eerst boos, want als er iets gebeurd was buiten het terrein waren we niet verzekerd. Maar de prestatie vonden ze geweldig en we kregen officieel toestemming om de volgende dag het terrein te verlaten. De volgende morgen zouden we de laatste 40 km af leggen en ons welverdiende medaille opgespeld krijgen.
Trots als een pauw namen we hem in ontvangst. Mede naar aanleiding van onze ervaring en de gesprekken die we als actiegroep hadden met de marsleider de heer Rutten en onze directie zou 2 jaar later in 1976 besloten worden om het defilé van de gebrekkige kinderen te stoppen. De tijd van aapjes kijken was voorbij, melde de directie. De mars leider trok hieruit zijn conclusies en ook de opbrengst zou vanaf dit moment niet meer voor de gebrekkige kinderen zijn. Hij stond nu voor de opgave een nieuwe route uit te zetten en een nieuw goed doel uit te zoeken. De roerige jaren zeventig waren uiteindelijk ook doorgedrongen binnen de muren van de Maartenskliniek.
Jan Peter, Mark en ik hebben besloten om eindelijk de stap te nemen . Vandaag start de expeditie naar de verdwenen school!
Al tientallen jaren gaat het gerucht dat er vlakbij Nijmegen in de oerwouden van Berg en Dal een school heeft gestaan waar anders validen werden opgeborgen ver van de samenleving. In 2015 komt er een verbod op speciale scholen, ook wel bekend als “de wet Nagtegaal”, vernoemd naar Jan Nagtegaal directeur van Handicap en Studie. Hij was een groot voorvechter voor gelijkheid in het onderwijs. Al in 2014 zijn alle scholen en universiteiten openbaar geworden en iedereen kon er terecht. Weigering van anders validen werd hard aangepakt. Managers en onderwijzend personeel die anders validen weigerden, werden in een heropvoedingskamp bewust gemaakt van hun foute visie. Buitengewoon onderwijs scholen werden gesloten en de emancipatie van de anders validen was een feit. Door de toenmalige regering werd in 2015 prenatale diagnostiek verplicht gesteld.En bij een afwijking meteen besloten tot verplichte abortus. Volgens het Centraal Bureau Statistiek (CBS) is het aantal jongeren met een handicap die geboren werden tot nul gereduceerd. Hierdoor is de gezondheidszorg weer betaalbaar geworden. De anders validen zijn dan ook een uitstervend ras geworden. Handicap en Studie is in 2014 opgeheven. Jan Nagtegaal de voorvechter van weer ” samen naar school ” is kort na zijn benoeming in de orde van de maagd Maxima, van de aardbodem verdwenen.
De start van de expeditie
s’ Morgens om 10.00 uur start de expeditie, na 12 uur zwoegen en het wegkappen van takken en struiken, besluit de expeditie om haar tenten op te slaan aan de voet van de hoge berg. Naast de ruïne van Knoertje. Volgens de overlevering was dit ooit een klein café waar anders validen zich lieten vollopen met bier en daardoor hun schoolresultaten negatief lieten beïnvloeden. Dit kon natuurlijk alleen maar gebeuren omdat zij bij elkaar leefden en niet de normen meekregen van onze gewone samenleving. Ondanks archeologisch onderzoek is dit nooit bevestigd en zijn er ook geen hulpmiddelen of kroonkurken op de plaats teruggevonden. Lees verder Expeditie in het jaar 2050→
Het is drie uur ’s nachts. Na maanden van voorbereiding is het zover. Na een onrustige nacht, voelde de wekker als een bevrijding. Eindelijk hoefde ik er niet meer tegen op te zien, want nu is er geen weg meer terug. Paula (mijn vrouw/vriendin) stond al vast op, om koffie te zetten. Rob Vullings, mijn collega die ’s nachts bij ons geslapen had, was al wakker en liep slaperig door de gang. Rond half vier ging voor het eerst de bel van de voordeur. Vlak na elkaar kwamen Bert Dik (collega) en Gerard Mesterom (onze Russische tolk) binnen, om na de koffie richting Rusland af te reizen want daar begint onze expeditie naar Pskov.
Wat er aan vooraf ging!
Om het voor de lezer wat eenvoudiger te maken zal ik iets over de voorgeschiedenis vertellen. Rob Vullings en ik werken al sinds 1976 voor de Werkgroep Integratie Gehandicapten in Nijmegen. Een aantal jaren geleden is onze Werkgroep op het idee gekomen om contacten te leggen met gehandicapten in Rusland. De Gemeente Nijmegen heeft al jaren een stedenband met de zusterstad PSKOV, 300 km van Sint-Petersburg (Leningrad). Zoals de lezers van dit boek ongetwijfeld weten, werden de Paralympics in Rusland (1981) niet door hen georganiseerd is. De reden was dat Rusland geen mensen met een handicap had. Omdat wij dat niet konden geloven, dat dit werkelijk zo was, hebben we contact gezocht met de Gemeente Nijmegen. Die stonden achter ons idee om contact te zoeken met mensen met een handicap in Pskov en zegde al hun medewerking toe. Ben meteen lid geworden van de Stedenband Nijmegen-PSKOV om zoveel mogelijk over PSKOV te weten te komen. Lees verder Expeditie naar Pskov, Rusland. Deel 1/7.→