In 1972 woonde ik in de bossen van Nederland. Niet over ons, zonder ons! Dat was de slogan, die jongeren met een handicap er toe aan zette, om hun plaats in de samenleving op te eisen. De Katholieke kerk had zich ontfermt over de ongelukkige invalide en achter de hekken van het internaat waren we afgesloten van de buitenwereld. De beweging van jongeren met een handicap kwam in actie om hun rechten op te eisen. Vanaf dat moment heb ik besloten om een bijdrage te leveren aan deze emancipatie beweging. Eerst als lid van de Actiegroep Integratie Gehandicapten, tot ik uiteindelijk voorzitter werd van de Landelijke Gehandicapten Raad. Vanuit de beweging kwamen er in die tijd nieuwe initiatieven: Persoonsgebonden budget, Focus, wet gelijke behandeling, leerling gebonden financiering, toegankelijkheid voor iedereen en nog vele andere vernieuwingen. Het eerste kabinet Rutte heeft hier enorm op bezuinigt. Rutte 2, maakt het nu af.
Mensen met een handicap worden weer neergezet als kwetsbare burgers. Rechten die vanaf de jaren zeventig zijn opgebouwd worden omgezet in een nieuwe vorm van liefdadigheid. Nu zijn het niet de kerken, maar de overheid die oproepen tot verdraagzaamheid en mededogen voor onze kwetsbare mensen. Voor de verstotene van de samenleving, gehandicapten, verslaafde en minder draagkrachtige. Hier gaan we weer actie voor voeren als samenleving. Televisie programma’s die huizen verbouwen voor zielige gehandicapten. Tranentrekkende programma’ s die een rolstoel (gesponsord) geven aan een “nieuwkomer” die niet meer weet dat dit een recht was!
Helaas?
De Katholieke kerk had één groot voordeel, ten opzichte van Kabinet Rutte.
De kerk kon tegen het volk zeggen dat ze in de hemel konden komen door hun goede gave, dat kunnen Rutte en Samson niet!!!
De Rollende Hollander Jan Troost Column geschreven voor Independent Living België.
Marsleider Bos van het Vierdaagse comité woont toevallig bij mij in de straat. Kort nadat we de brief aan de K.N.B.L.O aangetekend hadden verzonden heb ik hem met een bezoek “vereerd”. Met kloppend hart rij ik naar zijn huis. Ik bel aan en zijn vrouw maakt de deur open. Ik vertel haar dat ik graag haar man even wil spreken en dat ik verder op in de straat woon. Ze verwelkomt me en bied me een kop koffie aan. Haar man Chris van de Vierdaagse zit in de huiskamer. Ik geef hem een fles rode wijn en vertel dat ik degene ben die namens de WIG de discussie over rolstoelen in de Vierdaagse heb aangezwengeld. Inmiddels krijg ik koffie aangeboden van zijn vrouw. Ik vertel hem dat het een principiële keuze is geweest om het op deze wijze aan te pakken omdat wij echt geloven dat er vierdaagselopers zijn die in een hand bewogen rolstoel mee willen en kunnen doen. Voor een aantal van onze “lopers” is het ook een terugkeer in de wandelsport, nadat ze de Vierdaagse al eerder hebben meelopen. Maar helaas door een ongeval of ziekte niet meer in staat zijn om hem te voet mee te lopen. Ik zie geen enkele reden om rolstoel gebruikers niet mee te laten doen. We nemen de afspraken nog even door. Tijdens de Vierdaagse openen we een meldpunt bij de WIG waar deelnemers en publiek hun mening kunnen geven.
Roeland Sporenberg en Yvon Bakker organiseren het meldpunt op ons kantoor. Dit hebben we besloten omdat er nu al heel veel heftige reacties bij de WIG, K.N.B.L.O en de Gelderlander binnenkomen. Tijdens de Vierdaagse zal Lydia de Klerk langs het parcours een onderzoek doen naar de reacties van de lopers op de rollende wandelaars. Gedurende de gehele vierdaagse zal ik als “journalist van Aanzet” en als woordvoerder van het WIG-team aanwezig zijn bij de dagelijkse persconferentie. Hierna neem ik afscheid van de marsleider en zijn vrouw en spreek de hoop uit dat we de fles wijn later samen opdrinken.
De startbewijzen.
Op maandag 17 juli halen we onze felbegeerde startbewijzen op bij de Vereniging in Nijmegen.
Dinsdag 18 juli 1995 De eerste dag van de Vierdaagse, “De dag van Elst” .
Vandaag is het officiële programma afgelast op ons nadrukkelijke verzoek. We willen een aantal bezoeken brengen aan mensen met een handicap in de thuissituatie. Vanuit Nederland hebben we drie rolstoelen meegenomen om in Pskov achter te laten bij mensen die het echt nodig hebben. Ole, Gerard, Wladimir en ik gaan een aantal mensen thuis bezoeken. Rob, Bert, Sergei en Kyra gaan op bezoek bij de gaarkeuken van het Duitse echtpaar Halbach. Ook zullen zij nog naar Pater Adelheim gaan die kent veel kinderen met een lichamelijke handicap.
Vandaag doen we als eerste rolstoelgebruikers mee aan de Rosa mars (1973).
Andreas en ik volgde de gele bordjes en reden door de straten van Nijmegen. Iets waar we absoluut niet over nagedacht hadden was dat wandelaars de rare neiging hebben om van de gebaande paden af te wijken. De organisatie had hier dan ook rekening mee gehouden! Voor we het wisten reden we niet meer op de mooi verharde weg, maar over bospaden in de mooie bossen van Nijmegen. De bospaden gingen nog wel, maar de zandpaden waren een ramp. Onze mede wandelaars baggerde door het zand alsof ze niets liever deden.
Voor onze roadmaster was dit echt een beproeving. Met regelmaat liepen onze wielen vast in het rulle zand. Soms werden we geholpen door een vriendelijke mede wandelaar. Andreas en ik hadden touw en bandplakspullen mee genomen. Dat touw hebben we nog dankbaar gebruikt van gemaakt om dat er een helling was die te steil was om omhoog te komen. Andreas kroop uit zijn rolstoel en maakte het touw vast aan een boom. Zo konden we ons zelf om hoog trekken. Wel tien mensen vroegen of ze konden helpen. Nee, was niet nodig: zeiden we, kunnen het zelf wel. Lekke banden zouden we niet krijgen. Maar goed ook. Want de fietspomp was ik vergeten. We voelden ons echte helden die bezig waren met de eerste grote overlevingstocht in de wereld, van recht opstaande en zich op twee benen voortbewegende mensen van buiten.Onze handen waren inmiddels bezaaid met blaren. Aan het einde van de dag zouden we de eerste zijn, die ooit tijdens een wandelmars aan bloedblaren in de handen door de medewerkers van het rode Kruis behandeld zouden worden.
Vlak voor ons zagen we het café van Knoertje. Dit was het teken dat we weer bij de Sint Maartenskliniek waren aangekomen. Op het terras namen we even pauze. We realiseerde ons dat nu het moment van de waarheid was aangebroken en bestelde een pilsje. Maar waar we niet op gerekend waren was de waard. Knoertje, de eigenaar, kwam op ons af lopen en we bestelde een pilsje. Enigszins bits vroeg hij of we een briefje hadden van de dokter. Verbaasd dat je buiten het terrein een briefje van de dokter nodig had als je een pilsje bestelde, stamelde ik beduusd; “Nee die hebben we niet.” “Helaas dan mag ik jullie geen bier schenken, limonade kan wel.” Zei de waard. Uiteindelijk namen we maar Sisi, deze zeer oranje limonade in een kartonnen piramide werd ons met een rietje voorgezet. Van mijn zakgeld betaalde ik hem en nu we toch geen bier kregen begonnen we aan de beklimming van de berg. Andreas en ik hadden van te voren afgesproken dat we ons niet zouden laten duwen, trekken of andere wijze hulp zouden aanvaarden. Ons imago zou hier door geschaad kunnen worden. De wandelaars van de Ros Mars hadden hun eigen Rosa Mars lied. Andreas en ik zongen het natuurlijk wel mee met schaamrood op onze wangen.
Het Rosa Marslied
Wij wandelen vol vreugde , het leven is fijn!
Zijn jong en gezond, daarom willen we zijn
Een steun voor het zwakke gebrekkige kind,
Want dat is toch het doel, dat ons samen verbindt!
De Rosa op mars, ja, dat is een begrip!
Vooral voor scholieren een machtige trip!
En vraag je ‘waarom”, dan is onze repliek:
Wij wandelen vandaag, wij wandelen vandaag,
Voor de Maartenskliniek, voor de Maartenskliniek!’
De tekst over het zwakke gebrekkig kind paste absoluut niet bij het beeld wat we van ons zelf hadden. We waren niet gebrekkig en al helemaal niet ziek. We waren helden die de gevangenis ontvlucht waren om te laten zien dat we het zelfde konden als de mensen van buiten. In dit geval wandelen. Weer opgeladen door de tekst van de Rosa Mars, wat helder aangaf hoe onze mede wandelaars tegen ons aan keken, was ik nog meer als van te voren overtuigd van het nut van onze expeditie. We zouden de wereld laten zien dat mensen met een handicap net zulke mensen waren als de andere inwoners van Nijmegen. Maar eerst maar de leiding van de kliniek er van overtuigen dat integratie van gehandicapten noodzakelijk was om ons echt te laten emanciperen in de samenleving. Doelen moet je hoog in zetten, niet waar?
Niet duwen!
Andreas en ik maakte ons klaar om de berg te beklimmen. De mede wandelaars liepen de berg in alle rust op. Wij moesten al de spieren die we hadden gebruiken om de berg op te rijden. Niet alleen ons gewicht maar ook het gewicht van de rolstoel moesten we met onze armen naar boven zien te duwen. Het zweet liep ons van het gezicht maar uiteindelijk lukte het ons om, zonder hulp, de top van de berg te bereiken. Die hulp moesten we wel voortdurend afwijzen dus de volgende dag maakte ik een bord achter op de rolstoel met de tekst; ‘niet duwen a.u.b.’
Moe maar tevreden over onze prestatie wuifde we nog even naar onze portier die voor de hoofdingang van het ziekenhuis de wandelaars gade sloeg. Langs de kant stonden de verpleegsters en een aantal witte jassen die de snijkamers even hadden verlaten.
De omstanders wuifde naar alle wandelaars die inmiddels al weer door liepen. Op naar de kinderrevalidatie, waar het defilé zou beginnen. Helaas voor ons zouden onze broeders en zusters van de reuma afdeling vandaag niet aanwezig zijn. De hoofdnon van de Afdeling, zuster Gertrude had verordineerd dat ze niet naar het defilé mochten want dat was niet goed voor de reuma. Dit zou de absolute bedrust alleen maar verstoren. Nadat we de berg bij de Flat hadden beklommen hoorde we onze mede flatbewoners al klappen. De directie had zich inmiddels van hun stoel losgemaakt om al de wandelaars met een staande ovatie te belonen. Al zwaaiend met één hand, want dat kun je met een roadmaster. Met een gewone hand bewogen rolstoel kun je dat wel vergeten. Een trots gevoel maakte zich van ons meester we hadden het gered en een ovatie was ons deel. Bij het zien van onze rolstoelen met Andreas en mij werd het even heel stil bij het vak van de directie en de groepsleiding. Geschokt realiseerde een aantal van hun dat het goede doel nu echt mee liep en ook nog van het terrein waren af geweest.
Vermist?
Onze groepsleiding was achteraf blij ons te zien, want we waren inmiddels als vermist gemeld. De kameraden van het internaat die weer verplicht voor de flat zaten, om deel te nemen aan het defilé, klapten nog harder voor ons. Zeker nu ze door kregen dat we echt hadden mee gelopen. We werden als helden ontvangen en onze ontsnapping ging al snel als een lopend vuurtje door de menigte. Andreas en ik genoten van dit moment en met een Pauselijk knikje namen we weer afscheid om snel via de poort aan de achterkant van ons reservaat in de bossen van Berg en Dal te verdwijnen. Aan het einde van de middag konden we onze wandelkaart aftekenen bij de Kazerne. Toen we terug kwamen in ‘de Flat’ werden we enthousiast ontvangen door mijn kamer genoten. De groepsleiding was eerst boos, want als er iets gebeurd was buiten het terrein waren we niet verzekerd. Maar de prestatie vonden ze geweldig en we kregen officieel toestemming om de volgende dag het terrein te verlaten. De volgende morgen zouden we de laatste 40 km af leggen en ons welverdiende medaille opgespeld krijgen.
Trots als een pauw namen we hem in ontvangst. Mede naar aanleiding van onze ervaring en de gesprekken die we als actiegroep hadden met de marsleider de heer Rutten en onze directie zou 2 jaar later in 1976 besloten worden om het defilé van de gebrekkige kinderen te stoppen. De tijd van aapjes kijken was voorbij, melde de directie. De mars leider trok hieruit zijn conclusies en ook de opbrengst zou vanaf dit moment niet meer voor de gebrekkige kinderen zijn. Hij stond nu voor de opgave een nieuwe route uit te zetten en een nieuw goed doel uit te zoeken. De roerige jaren zeventig waren uiteindelijk ook doorgedrongen binnen de muren van de Maartenskliniek.
Vandaag hebben we een bezoek gebracht aan het Pushkin museum met heel veel trappen. Eerst hielpen Rob, Bert, Gerard, Ole of Kyra mij, maar nu wilden onze Russische vrienden dat zelf doen. Sergei en Andrei hebben mij letterlijk alle trappen opgedragen, de bus ingetild, door akkers en aardappelvelden gedragen.
Ik ben op plaatsen geweest waar ik in Nederland nooit zou komen want als er geen aangepast toilet is of geen hellingbaan denken we in Nederland gauw, ach laat maar zitten. Ja, dat is de keerzijde van de vooruitgang. Onze Russische vrienden zagen het als een eer om mij alles te kunnen laten zien. Ja, als je op handen gedragen wordt is dat toch wel een goed gevoel. Op het einde van de middag zijn we op bezoek geweest bij een kunstenaar die ons zijn werk heeft laten zien. Hij wilde graag dat we wat kunstwerken mee zouden nemen voor een expositie in Nijmegen. Maar daar zouden we op onze afscheidsavond nog even over verder praten. Ik kreeg van hem een mooie zeefdruk als herinnering aan ons bezoek. Na het diner in het hotel zijn we nog even de stad in gegaan en hebben we daar in een kraampje bier gekocht en op straat opgedronken. Je moet je aanpassen aan de gewoontes van het land, niet waar?
Zondag, 19 juli 1992.
Kloostercomplex Petsjori
Om 10.00 uur zijn we op excursie gegaan naar het Kloostercomplex Petsjori en het Fort Izborsk. In het klooster kwamen we voor het eerst mensen met een handicap tegen. Bedelend op de trappen van de kerk.
Aandacht vragend van de bezoekers en de geestelijken van de kerk. Voor de rest kom je op straat niemand tegen met een handicap. Het lijkt wel of ze er niet zijn. Vladimir en Serge brengen ons naar de ingang van de catacombe onder het klooster. Onder de grond liggen 1100 monniken begraven in een donker en koud onderaards gangenstelsel. Bij de ingang kopen we zeer dunne oranje kaarsjes voor een dollar. Kort daarop werd ik door onze Russische vrienden op de achterwielen van een zeer steile trap naar beneden gedragen. Ongeveer 6 meter onder de grond raakten mijn wielen de zanderige bodem, alleen het licht van onze dunne oranje kaarsjes verlichten de catacombe, waar we terecht kwamen. Mijn wielen zakten zo’n 20 centimeter in het rulle zand. De enige oplossing is dan tillen en dat deden Sergei en Andrei. Op een bepaald moment is er op een hoogte van 1 meter een groot gat in de wand. Iedereen kijkt naar binnen. Maar ja, voor mij als rolstoelgebruiker is dat te hoog. Hier had ik me al bij neer gelegd! Dat maak ik wel vaker mee dat je iets niet kunt zien of ergens niet in kan. Plots pakken mijn Russische lijfwachten mij op en tillen me met rolstoel en al 1 meter boven de grond. Mijn hart stond even stil en ik maakte snel een kruisje. Lees verder 18 en 19 juli 1992 expeditie Rusland Pskov. Cultuur snuiven.Deel 6/8→
Na het bezoek aan de sponsoren zijn we naar de zwarte markt geweest waar van alles en nog wat verkocht wordt. Ondanks de enorme rijen voor de staatswinkels blijkt dat op deze markt echt alles te koop is. Overal staan Lada’s met op het kofferdeksel, onderdelen van auto’s en motoren. Je kunt hier echt van alles kopen kleding, snuisterijen, horloges, accordeons en platen. Verderop in de straat staat een vrachtwagen vol met groene kolen waar iemand bezig is de kolen in dunne reepjes te snijden en ze vervolgens verkoopt. Ook hier staan weer lange rijen geduldig te wachten.
Voor geld is alles te koop
Als je geld hebt kan je hier alles kopen. Voor ons geen probleem, maar voor een jas betaald de gemiddelde Rus een maandsalaris.
Ongeveer twee weken geleden werd ik gebeld dat men van plan was om een Disability Pride te organiseren in Arnhem. Of we bereid waren om als Terug naar de bossen en Cabaret de Gemeentereiniging hier aan mee te werken.
Wij doen mee!
Beiden zeiden we “natuurlijk wij doen mee.”
Als Terug naar de bossen ondersteunen we dit soort mooie initiatieven. Fem Korsten, Petra van Boetzelaar (secretaris BOSK), Ierc Groot Kormelink en Gijs Horvers zijn de initiatiefnemers die op 6 oktober de eerste Disability Pride organiseren. Lees verder Uit de kast bij Disability Pride→
Afgelopen maandag stonden we op de 50 plus beurs in Utrecht om de stand op te bouwen. Uit het bos van mijn buurman hebben we 4 antieke tafelpoten gehaald. Met een oude plank uit mijn schuur hebben we een balie getimmerd. Op dat moment kreeg ik een berichtje op Linked Inn door een bevriend Oud Kamerlid van de CDA. Ze had gezien dat er allerlei nieuwe berichten op mijn site troostoverleven.nl verschenen. Ze was verbaasd, ze had van een goede kennis gehoord dat ik inmiddels was overleden! Lees verder Zand er over !→
Voor mij persoonlijk was het een hele bijzondere dag: de eerste demonstratie voor gelijke rechten. We durfden ook niet zo goed de berg af. Hij was ook enorm steil en de terugreis was een ware prestatie. Zeker om met je gewone rolstoel weer naar boven rijden. Als veertienjarige heb ik toen besloten dat ik de weg naar de stad wilde afleggen samen met de initiatiefnemers zoals Ton de Ley; Een leerling van de Nijmeegse scholengemeenschap N.S.G. waar we in 1971 een integratie project mee waren begonnen. Hier hebben leerlingen van het N.S.G. en wij van de Monnikskap elkaar leren kennen. Samen dingen doen, praten, bier drinken en plannen maken. Hier is dan ook het plan ontstaan om actie te voeren tegen de ontoegankelijkheid van dit net nieuw gebouwde Cultureel Centrum. In dat opzicht was de demonstratie zeer indrukwekkend. Het gevoel!
Er moet een bom op!
Het was net alsof je lang in een ziekenhuis hebt gelegen en je voor het eerst weer buiten komt. Het was ook heel spannend; het was de eerste protest mars van mensen met een handicap, compleet met begeleiding door de politie. Onze biologie docent meneer Nollen, normaal een bedaarde man, riep steeds: “Er moet een bom op ! Lees verder Sint Maartenskliniek 1971-1979 De demonstratie 29 maart 1972. Deel 7.→
Jan Peter, Mark en ik hebben besloten om eindelijk de stap te nemen . Vandaag start de expeditie naar de verdwenen school!
Al tientallen jaren gaat het gerucht dat er vlakbij Nijmegen in de oerwouden van Berg en Dal een school heeft gestaan waar anders validen werden opgeborgen ver van de samenleving. In 2015 komt er een verbod op speciale scholen, ook wel bekend als “de wet Nagtegaal”, vernoemd naar Jan Nagtegaal directeur van Handicap en Studie. Hij was een groot voorvechter voor gelijkheid in het onderwijs. Al in 2014 zijn alle scholen en universiteiten openbaar geworden en iedereen kon er terecht. Weigering van anders validen werd hard aangepakt. Managers en onderwijzend personeel die anders validen weigerden, werden in een heropvoedingskamp bewust gemaakt van hun foute visie. Buitengewoon onderwijs scholen werden gesloten en de emancipatie van de anders validen was een feit. Door de toenmalige regering werd in 2015 prenatale diagnostiek verplicht gesteld.En bij een afwijking meteen besloten tot verplichte abortus. Volgens het Centraal Bureau Statistiek (CBS) is het aantal jongeren met een handicap die geboren werden tot nul gereduceerd. Hierdoor is de gezondheidszorg weer betaalbaar geworden. De anders validen zijn dan ook een uitstervend ras geworden. Handicap en Studie is in 2014 opgeheven. Jan Nagtegaal de voorvechter van weer ” samen naar school ” is kort na zijn benoeming in de orde van de maagd Maxima, van de aardbodem verdwenen.
De start van de expeditie
s’ Morgens om 10.00 uur start de expeditie, na 12 uur zwoegen en het wegkappen van takken en struiken, besluit de expeditie om haar tenten op te slaan aan de voet van de hoge berg. Naast de ruïne van Knoertje. Volgens de overlevering was dit ooit een klein café waar anders validen zich lieten vollopen met bier en daardoor hun schoolresultaten negatief lieten beïnvloeden. Dit kon natuurlijk alleen maar gebeuren omdat zij bij elkaar leefden en niet de normen meekregen van onze gewone samenleving. Ondanks archeologisch onderzoek is dit nooit bevestigd en zijn er ook geen hulpmiddelen of kroonkurken op de plaats teruggevonden. Lees verder Expeditie in het jaar 2050→